Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landgoed de Landreij
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0770.BPBlandreij0012-VAST

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

 De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
  2. recreatieve voorzieningen in de vorm van een minicamping of bed & breakfast;
  3. aan huis gebonden beroepen en/of mantelzorg;    
  4. erfbeplanting en landschappelijke beplanting ten behoeve van een goede inpassing en/of visueel afschermende functie naar het omliggende gebied; 
  5. tuinen en erven;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
 

9.2 Bouwregels

9.2.1 Voor het bouwen van gebouwen inclusief uitbouwen, aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen gelden de volgende regels

  1. de inhoud van de woningen als zodanig aangeduid met specifieke bouwaanduiding "type I" bedraagt maximaal 650 m3, exclusief aangebouwde bijgebouwen;
  2. indien de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan 650 m3, mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  3. de inhoud van de  woningen, als zodanig aangeduid met specifieke bouwaanduiding "type II" bedraagt maximaal 1.500 m3 per woning, exclusief aangebouwde bijgebouwen;
  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter; 
  5. indien de bestaande goothoogte meer bedraagt dan 5 meter, mag de goothoogte van de woninging niet meer bedragen dan de bestaande hoogte; 
  6. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 meter; 
  7. indien de bestaande bouwhoogte meer bedraagt dan 9 meter, mag de bouwhoogte van de woninging niet meer bedragen dan de bestaande hoogte;      
  8. de dakhelling als zodanig aangeduid met de "specifieke bouwaanduiding type I" is gelegen tussen de 0° en 60°;
  9. de dakhelling als zodanig aangeduid met de "specifieke bouwaanduiding type II" is gelegen tussen de 42° en 60°; 
  10. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter.
 

9.2.2 Vrijstaande bijgebouwen:

Voor het bouwen van vrijstaande bijbouwen gelden de volgende regels:
  1. er mag uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak worden gebouwd met dien verstande dat maximaal 2 bijgebouwen mogen worden opgericht;
  2. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen per woning is maximaal 200 m2;
  3. indien de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen meer bedraagt dan 200 m2, mag de oppervlakte niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte; 
  4. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 meter, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum;
  5. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 7 meter, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum; 
  6. de dakhelling is gelegen tussen de 0° en 45° graden; 
  7. afstand tot de woning met uitbouwen, aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen moet ten minste 5 meter bedragen en maximaal 25 meter, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum.
 

9.2.3 Voor het bouwen van andere bouwwerken (geen gebouwen zijnde) gelden de:

  1. bouwhoogte van de erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter;
  2. de bouwhoogte van een carport c.q. een overkapping bedraagt maximaal 3 meter;
  3. de oppervlakte van een carport c.q. overkapping bedraagt maximaal 20 m2;
  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 meter;
  5. de oppervlakte van paardenbakken bedraagt maximaal 800 m2.
 

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.3.1 Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  1. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  2. een publieksgerichte beroeps- bedrijfsactiviteit aan huis, anders dan genoemd in artikel 9 lid 1 
  

9.3.2 Bij woningen zijn aan huis gebonden beroepen toegestaan als ondergeschikte:

  1. de woning blijft voldoen aan het bepaalde in de gemeentelijke bouwverordening en het Bouwbesluit;    
  2. de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 40% van het bebouwd oppervlak van een bouwperceel tot een maximum van 80 m2;   
  3. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende beroep of bedrijf;
  4. eventueel extra benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
  5. het beroep wordt uitgeoefend door de bewoner(s) van het pand.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
  1. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  2. een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, anders dan genoemd in artikel 9 lid 3.2