Plan: | Uitwerkingsplan De Beljaart, fase 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0766.BPU202000017-VG01 |
De gemeente Dongen ontwikkelt het gebied De Beljaart als woningbouwlocatie. Op deze locatie wordt ruimte gemaakt voor circa 750 woningen en een aantal wijkvoorzieningen. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken is in eerste instantie het bestemmingsplan De Beljaart opgesteld. Hierin is alleen fase 1 direct bestemd. Daarnaast zijn in bestemmingplan De Beljaart verschillende uit te werken bestemmingen opgenomen. Zodoende kan het gebied gefaseerd en met enige vorm van flexibiliteit worden ontwikkeld. Binnen de uit te werken bestemmingen is de uitwerking van circa 700 woningen en een aantal maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Voor fase 2, 2a, 3, 4, het gezondheidscentrum en de Beljaartlaan inclusief een deel van de interne ontsluitingsstructuur en een vrije kavel uit fase 5 zijn inmiddels al uitwerkingsplannen opgesteld.
Het onderhavige uitwerkingsplan vormt voor fase 5 de uitwerking van het juridisch planologisch kader waarbinnen de ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden.
De locatie De Beljaart is gelegen aan de noordzijde van de kern Dongen. Aan de oostzijde grenst de locatie aan de Bolkensteeg en de zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de Hoge Ham en de Lage Ham. Aan de noordzijde is de Onkelsloot gelegen en de westgrens is ter hoogte van de Beljaartlaan gesitueerd. Op onderstaande afbeelding staat de globale ligging van het plangebied weergegeven.
Afbeelding 1.1: Ligging van het plangebied (bron: Streetsmart)
Voor het plangebied is bestemmingsplan 'De Beljaart', vastgesteld op 13 november 2008 en goedgekeurd op 24 februari 2009 vigerend (het moederplan). In bestemmingsplan De Beljaart heeft het plangebied van fase 5 de bestemming 'Uit te werken wonen I' (WI-U). De onderstaande afbeelding geeft het plangebied van fase 5 in het vigerende bestemmingsplan weer.
Afbeelding 1.2: Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'De Beljaart'
Het doel van het onderhavige uitwerkingsplan is het juridisch planologisch kader scheppen voor de uitwerking en ontwikkeling van fase 5 van De Beljaart, hierna te noemen het plangebied.
Het uitwerkingsplan voor fase 5 is een onderdeel van de locatie De Beljaart. Op dit moment bestaat het plangebied grotendeels uit akkerland voor de teelt van gewassen en enkele bosschages. Binnen het plangebied zijn geen bebouwingen of andere verharde oppervlaktes aanwezig. Aan de noordoostzijde grenst het plangebied aan de straat Veenmos. Aan de zuidoostzijde grenst het plangebied aan de straat Achterhuizen en de Beljaartlaan vormt de begrenzing van de noordwestzijde. De zuidwestzijde van het plangebied grenst aan de percelen Lage Ham 10 en Achterhuizen 3.
In de toekomstige situatie zullen er binnen het plangebied van fase 5 maximaal 65 woningen worden gebouwd. Op onderstaande kaart is de globale begrenzing aangegeven van het plangebied voor fase 5.
Afbeelding 2.1: Begrenzing van het plangebied (bron: Streetsmart)
Voor het ontwikkelen van de locatie De Beljaart tot een woningbouwlocatie is een traject gestart waarin een Programma van Eisen, een Ruimtelijke Visie, een Stedenbouwkundige Hoofdstructuur en een bestemmingsplan ('De Beljaart') zijn opgesteld. Deze beleidskaders zijn reeds afgerond en bestuurlijk vastgesteld. De uit te werken bestemmingen uit het bestemmingsplan De Beljaart bevatten nog een bouwverbod en vereisen nog nader uitgewerkt te worden om de voorgenomen ontwikkelingen mogelijk te maken. Het onderhavige uitwerkingsplan vormt daarvoor het juridische kader.
De Ruimtelijke Visie vormt de aanzet voor de planontwikkeling, waarbij aandacht is voor de ontwikkelingsgeschiedenis en de cultuurhistorie binnen het plangebied en de directe omgeving ervan. De hoofdbebouwingsstructuur, voorzieningenstructuur, hoofdwaterstructuur, hoofdgroenstructuur en de verkeersstructuur staan beschreven in de Ruimtelijke Visie. De Ruimtelijke Visie is opgenomen in onderstaande afbeelding.
Afbeelding 2.2: Ruimtelijke visie De Beljaart
De Ruimtelijke Visie welke voor de locatie De Beljaart is opgesteld, vormt samen met het Programma van Eisen het kader voor de Stedenbouwkundige Hoofdstructuur. In de Stedenbouwkundige Hoofdstructuur zijn de hoofdstructuren van het plan vastgelegd. Het betreft (het principe van) de wegenstructuur, de locatie(s) van de voorzieningen en de typering van de verschillende buurten c.q. deelgebieden van het plan. De Stedenbouwkundige Hoofdstructuur wordt per planfase uitgewerkt tot de uiteindelijke verkaveling.
Afbeelding 2.3: Stedenbouwkundige Hoofdstructuur voor De Beljaart
Voor De Beljaart is op 16 december 2014 een visiedocument beeldkwaliteit vastgesteld. Voor fase 5 wordt tevens een uitwerking van het visiedocument vastgesteld. De visie geeft inzicht in de gewenste verschijningsvorm van de gebouwde en de onbebouwde omgeving van de Beljaart. Het geeft op verschillende niveaus in woord en beeld de uitgangspunten voor de architectonische uitwerking. De visie stelt kaders en biedt inspiratie aan de architecten. De visie vervult ook een rol als toetsingskader. Het welstandstoezicht is vervangen door een supervisor die het plan beoordeelt op redelijke eisen van welstand.
De Beljaart wordt gefaseerd ontwikkeld. Het onderhavige plan is het zevende uitwerkingsplan en vormt de uitwerking van het betreffende deelgebied van fase 5. Op navolgende afbeelding is de fasering weergegeven.
Afbeelding 2.4: Fasering voor De Beljaart
Voor de ontwikkeling is op basis van de in voorgaande paragrafen beschreven beleidskaders een stedenbouwkundige uitwerking gemaakt. Deze is opgenomen in onderstaande afbeelding.
Afbeelding 2.5: Stedenbouwkundige uitwerking fase 5
Fase 5 vormt de overgang van De Beljaart naar het ten noordwesten gelegen buitengebied van Dongen. In het plangebied worden in totaal maximaal 65 woningen gerealiseerd. De bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen, halfvrijstaande woningen en aaneengesloten eengezinswoningen.
Het is wenselijk het gebied afhankelijk van de woningmarkt flexibel in te richten. De uitwerking zoals opgenomen in voorgaande figuur kan dan ook niet worden gezien als definitieve inrichting van het plangebied. Om het plangebied zo flexibel mogelijk te bestemmen, zijn de maximaal te realiseren wooneenheden vastgelegd waarbinnen vrijstaande woningen, halfvrijstaande woningen en aaneengesloten woningen zijn toegestaan.
Voor alle woningen geldt een maximale bouwhoogte van 11 meter. De maximale goothoogte is voor alle woningen 6 meter.
In de openbare ruimte worden groene elementen en parkeerplaatsen gerealiseerd conform de geldende parkeernorm. Hiervoor is een parkeerbalans opgesteld. Deze is als Bijlage 1 opgenomen bij deze toelichting.
De uitwerking van fase 5 maakt deel uit van de grootschalige woningbouwlocatie De Beljaart. Voor het plangebied van de gehele Beljaart zijn alle gebiedsspecifieke onderzoeken reeds uitgevoerd. In het kader van de uitwerking van fase 5 kan derhalve worden volstaan met de conclusies van de onderzoeken die voor de locatie De Beljaart zijn uitgevoerd. Voor de uitkomsten van de uitgevoerde gebiedsonderzoeken wordt verwezen naar het moederplan.
Wel moet worden opgemerkt dat het watersysteem in de loop van de planontwikkeling binnen de gehele Beljaart op diverse punten is gewijzigd. Op basis van het oorspronkelijke waterhuishoudingsplan is destijds een watervergunning verkregen voor de gehele ontwikkeling van de Beljaart. Door de wijzigingen in de waterhuishouding is een nieuwe vergunning aangevraagd en verkregen op 12 januari 2012. Voor de totale Beljaart is in 2018 in overleg met Waterschap Brabantse Delta, een actualisatie van het waterhuishoudkundig plan gemaakt.
Op grond van art. 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (hierna Bro) zijn provincies en gemeenten verplicht om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de zogenoemde 'ladder voor duurzame verstedelijking' (hierna: de ladder) op te nemen wanneer een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.
Art. 1.1.1. Bro definieert stedelijke ontwikkeling als een ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.
Overheden dienen op grond van art. 3.1.6 Bro nieuwe stedelijke ontwikkelingen standaard te motiveren met behulp van drie opeenvolgende stappen. Deze stappen borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkelingen wordt gekomen.
Deze stappen zijn in onderstaande afbeelding weergegeven.
afbeelding 3.1: de treden van de ladder
Sinds 1 juli 2017 is de 'nieuwe' ladder voor duurzame verstedelijking in werking getreden. De traditionele drie opeenvolgende treden van 'de ladder' zijn hierbij komen te vervallen. De belangrijkste wijzigingen van de voorgaande regeling betreffen:
Deze wijziging heeft als doel de regeling te vereenvoudigen, waarbij de effectiviteit van het instrument behouden moet blijven. Een onderzoek naar de behoefte heeft slechts tot doel na te gaan of de vestiging van een functie in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Concreet betekent dit dat met betrekking tot de economische behoefte, de marktvraag of de beoordeling van de mogelijke of economische gevolgen van die vestiging ruimtelijke effecten (bijv. leegstand) relevant zijn. Artikel 3.1.6. lid 2 van het Bro luidt als volgt:
"De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien."
Dat betekent: eerst bepalen of een nieuwe ontwikkeling een nieuwe stedelijke ontwikkeling betreft, vervolgens kijken of er vraag is naar een bepaalde nieuwe ontwikkeling, en daarna analyseren of het bestaande stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt.
Onderzoek
In het Bro is geen ondergrens voor de minimale omvang van een nieuwe stedelijke ontwikkeling vastgelegd. Of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en om-vang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. Het gaat hierbij zowel om fysiek ruimtebeslag als de wijziging of toevoeging van functies. Onder een nieuwe stedelijke ontwikkeling is ingevolge jurisprudentie bepaald dat vanaf 12 woningen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling die getoetst dient te worden aan de Ladder.
Met dit uitwerkingsplan wordt de bouw van maximaal 65 woningen mogelijk gemaakt, waardoor sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Hiermee is toetsing aan de Ladder aan de orde.
De behoefte
De ladder voor duurzame verstedelijking beoogt dat in regionaal verband de gezamenlijke ontwikkelingsbehoefte wordt bepaald. Als meerdere locaties aangewezen worden om in die behoefte te voorzien, is het aan de regio om de behoefte te verdelen over die locaties. Als de regionale behoefte voldoende is om een beoogde locatie te ondersteunen en in regionaal verband tevens deze locatie wordt geselecteerd om in de behoefte te voorzien, dan kan dit afdoende motivering vormen in de toelichting bij het bestemmingsplan.
Binnen de regio Midden-Brabant is op basis van de regionale afspraken, de woningbouwopgave voor de gemeente Dongen vastgesteld op 807 woningen in de periode 2019 t/m 2029. De plancapaciteit van dit uitwerkingsplan past binnen deze opgave en daarmee binnen de regionale afspraken.
Bestaand stedelijk gebied
Het plangebied is in de provinciale Verordening ruimte aangewezen als 'bestaand stedelijk gebied, stedelijk concentratiegebied'. Binnen dit bestaand stedelijk gebied is nieuwbouw mogelijk mits over de plancapaciteit in aantal woningen afspraken zijn gemaakt in het regionaal ruimtelijk overleg.
Conclusie
Het plangebied van voorliggend uitwerkingsplan is gelegen binnen het bestaand stedelijk gebied. Gelet op deze conclusie is het onderhavig uitwerkingsplan daarmee overeenkomstig de ladder voor duurzame verstedelijking.
In uitwerkingsplan Beljaart fase 5 worden woningen gerealiseerd aan de Beljaartlaan en in de nabijheid van de Lage Ham. Ten behoeve van het bestemmingsplan zijn in 2008 geluidberekeningen uitgevoerd om te bepalen waar de 48 dB-contour van de voorkeursgrenswaarde is gelegen. Er was in 2008 nog geen concreet bouwplan. In het plan is vastgelegd dat de nieuwe woningen zodanig worden gesitueerd, dat aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. Er zijn geen hogere waardes voor de nieuwe woningen vastgesteld.
Onderzoek
Door Antea Group is in mei 2020 een akoestisch onderzoek uitgevoerd waarin de geluidbelasting op de gevels van de nieuwe woningen ten gevolge van wegverkeerslawaai in kaart zijn gebracht. Deze geluidbelasting is getoetst aan relevante toetsingskader. De resultaten van het akoestisch onderzoek worden beschreven in de memo 'Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai' d.d. 28 mei 2020. Deze memo is opgenomen als Bijlage 2 bij de toelichting. Hieronder worden de conclusies en aanbevelingen beschreven.
De geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Beljaartlaan, Hoge Ham / Lage Ham en Noorderlaan is voor de nieuwe te realiseren woningen van het project Beljaart fase 5 berekend. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat het verkeer op de Hoge Ham / Lage Ham en Noorderlaan geen geluidbelasting ten gevolge hebben van boven de voorkeursgrenswaarde. Het verkeer op de Beljaartlaan heeft voor een aantal woningen een geluidbelasting van boven de voorkeursgrenswaarde ten gevolge. Deze geluidbelasting ligt onder de maximale ontheffingswaarde.
Hogere waarden
Naar aanleiding van de geluidbelasting ten gevolge van het verkeer op de Beljaartlaan zijn er maatregelen bepaald. Het asfalt van de Beljaart zal in de toekomst worden vervangen voor stil asfalt (SMA-NL8). Deze wegdekverharding is meegenomen in het akoestisch rekenmodel. Dit stille asfalt zorgt er niet voor dat de geluidbelasting onder de voorkeursgrenswaarde uitkomt. Ook asfalt dat stiller is dan SMA-NL8 zal dit niet ten gevolge hebben. Het toepassen van een geluidscherm waarbij alle geluidbelastingen onder de voorkeursgrenswaarde uit komen zal stuiten op bezwaren van landschappelijke en stedenbouwkundige aard. Het toepassen van twee tuinmuren met een hoogte van minimaal 1,5 m en een gewicht van minimaal 10 kg/m2 zorgt er voor dat alle woning in het plangebied in het bezit zijn van een geluidluwe gevel. Aan deze geluidluwe gevel is een buitenruimte gesitueerd. Daarnaast adviseren wij om een aantal gevels van woningen die haaks zijn gesitueerd op de Beljaartlaan zonder te openen delen (doof) uit te voeren. Door deze gevels doof uit te voeren wordt het woon- en leefklimaat van deze woningen verbeterd. Op basis hiervan adviseren wij om ten aanzien van de voorwaarde met betrekking tot het creëren van zo min mogelijk dove gevels af te wijken. Er wordt voldaan aan de voorwaarde van maximaal één geluidluwe gevel per woning.
Twee vrijstaande woningen hebben een geluidbelasting van boven de 53 dB incl. aftrek ex artikel 100g Wgh. Ten minste één slaapkamer van deze woningen moet zijn gelegen aan een geluidluwe gevel.
Aanvullende voorwaarden hogere waarden
De projectlocatie van het project Beljaart fase 5 is omsloten door bestaande woningen. Door de komst van dit project zal deze open plaats tussen de bebouwing worden opgevuld. In het gemeentelijk geluidbeleid zijn aanvullende voorwaarde opgenomen voor het verlenen van hogere waarden. Deze hogere waarden schrijven voor dat:
Om te kunnen voldoen aan het gemeentelijk geluidbeleid zijn er maatregelen geadviseerd in de vorm van een scherm (tuinmuren) en dove gevels:
Afbeelding 3.2: Locatie toe te passen schermen t.b.v. geluidluwe gevels van achterliggende woningen.
Afbeelding 3.3: Gevels die zonder te openen delen dienen te worden uitgevoerd.
Omdat de geluidbelasting van de Beljaart niet doelmatig kan worden teruggebracht wordt een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders om de in tabel 1 vermelde hogere waarden te verlenen. Op welke woningen deze hogere waarden betrekking hebben is weergegeven in bijlage 8 bij het akoestisch onderzoek.
Tabel 1: aantal en hoogte van de aan te vragen hogere waarden ten gevolge van het verkeer op de Beljaartlaan.
Geluidbelasting | Aantal hogere waarden |
49 | 2 |
50 | 4 |
51 | 2 |
52 | 4 |
53 | 2 |
55 | 1 |
Conclusie
De geadviseerde maatregelen zijn in de regels van dit uitwerkingsplan geborgd door het opnemen van de bouwaanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' en 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel'. Rekening houdend met deze maatregelen in combinatie met het verlenen van de hogere waarden, vormt het aspect geluid geen belemmering voor de reakisatie van de beoogde woningen.
Beleid
Het waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de gemeente op basis van de volgende wettelijke kerntaken: het zuiveringsbeheer, watersysteembeheer, beheer van dijken en beheer van vaarwegen.
Het watersysteembeheer -waaronder grondwater- heeft daarbij twee doelen: zowel de zorg voor gezond water als de zorg voor voldoende water van voldoende kwaliteit.
Het beleid en de daarmee samenhangende doelen van het waterschap zijn opgenomen in het waterbeheerplan 2016-2021, wat tot stand is gekomen in samenspraak met de waterpartners.
Zo zijn bijvoorbeeld relevante waterthema's gekoppeld aan de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen in de regio.
Daarnaast heeft het waterschap waar nodig nog toegespitst beleid en beleidsregels op de verschillende thema's/speerpunten uit het waterbeheersplan en heeft het waterschap een eigen verordening; De Keur en de Legger.
De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. De legger geeft aan waar de waterstaatswerken plus bijbehorende beschermingszones liggen, aan welke afmetingen en vorm die moeten voldoen en wie onderhoudsplichtig is. Veelal is voor deze ingrepen een watervergunning van het waterschap benodigd. In sommige gevallen vallen de werkzaamheden onder een Algemene regel. Dan kan er onder voorwaarden sprake zijn van vrijstelling van de vergunningsplicht. De Keur en de Algemene regels zijn te raadplegen via de site van waterschap Brabantse Delta.
Het waterschap hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de 'natuurlijke' waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren.
De technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de 'beleidsregel Afvoer hemelwater door toename en afkoppelen van verhard oppervlak en de hydrologische uitgangspunten bij de keurregels voor afvoeren van hemelwater, Brabantse waterschappen'.
Onderzoek en conclusie
Op basis van het oorspronkelijke waterhuishoudingsplan is destijds een watervergunning verkregen voor de gehele ontwikkeling van de Beljaart. Door de wijzigingen in de waterhuishouding is een nieuwe vergunning aangevraagd en verkregen op 12 januari 2012.
Voor de totale Beljaart is in 2018, in overleg met Waterschap Brabantse Delta, een actualisatie van het waterhuishoudkundig plan gemaakt. Dit waterhuishoudkundig plan is opgenomen in het rapport 'De Beljaart, Toetsing waterhuishouding' d.d. 21 maart 2018. Het rapport is opgenomen als Bijlage 3 bij de toelichting. Voor het plangebied en is een ontwerp gecreëerd voor afvoer van hemelwater met gesloten leidingen en berging in en afvoer via wadi's. In figuur 3.4 is een schematische weergave van het toegepaste watersysteem in De Beljaart opgenomen. In het plangebied wordt een infiltratiesysteem aangelegd, waarbij het hemelwater vanuit het bestaande HWA-stelsel naar de wadi afstroomt. Pas bij een hoger peil loopt het hemelwater naar het oppervlaktewater (via het HWA-stelsel van fase 4) over.
Afbeelding 3.4: Schetmatische weergave van het toegepaste watersysteem in de Beljaart.
Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta heeft op grond van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) een positief wateradvies uitgebracht over het uitwerkingsplan voor fase 5. De belangrijkste uitgangspunten voor het waterschap zijn naar wens zijn opgenomen. Het wateradvies is toegevoegd als Bijlage 4 bij de toelichting. Naar aanleiding van het wateradvies is het rapport toetsing waterhuishouding bijgevoegd als bijlage bij de toelichting en is een korte samenvatting van het watersysteem van het plangebied opgenomen. Het aspect water geen belemmering voor de reakisatie van de beoogde woningen.
In de Natura 2000-gebieden zijn de Beschermde Natuurmonumenten alsmede de gebieden met de status Vogel- en/of Habitatrichtlijn opgenomen. Globaal kan gesteld worden dat de gebiedsbescherming gericht is op de bescherming van de waarden waarvoor een gebied is aangewezen. Deze bescherming is gebiedspecifiek, maar kent wel een externe werking, wat wil zeggen dat ook handelingen buiten het beschermde gebied niet mogen leiden tot verlies aan kwaliteit in het beschermde gebied. Het voornemen om op deze locatie woningbouw te realiseren, kan tot een toename van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden leiden.
De uitstoot (emissie) van vervuilende gassen door bijvoorbeeld fabrieken en (vracht)auto's maar ook door de stookinstallaties van woningen t.b.v. verwarming kan leiden tot verzuring van bodem of water. De uitstoot bevat onder andere zwaveldioxide (SO2), stikstofoxide (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Deze verzurende stoffen komen via lucht of water in de grond terecht en leiden aldus tot het zuurder worden van het biotische milieu. Vermesting is in dit geval de 'verrijking' van ecosystemen door stikstofdepositie. Het gaat daarbij om aanvoer door de lucht (droge en natte neerslag van ammoniak en stikstofoxiden). Vermesting kan ook optreden door nitraat- en fosfaataanvoer via het oppervlaktewater. Van dit laatste is bij dit project geen sprake.
Uit de uitspraak over het PAS (Programma Aanpak Stikstof) van 29 mei 2019 volgt dat het PAS niet langer als basis voor toestemming voor plannen of projecten mag worden gebruikt. Concreet betekent de uitspraak dat voor elk plan of project met mogelijk significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied weer een afzonderlijke natuurtoets moet worden uitgevoerd. Of er vervolgens toestemming voor het plan of project kan worden verleend is afhankelijk van de beantwoording van de vraag of met zekerheid kan worden gesteld dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zullen worden aangetast door het betreffende plan of project.
Onderzoek en conclusie
De afstand tot het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied (Langstraat) is ongeveer 5 kilometer. Het Natura 2000-gebied Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen is gelegen op circa 8,5 kilometer van het plangebied. De beschermde Natura 2000-gebieden zijn op dusdanige afstand gelegen dat negatieve effecten van het plan op voorhand kunnen worden uitgesloten. In figuur 3.5 is de ligging van het plangebied ten opzichte van deze beschermde gebieden weergegeven. De woningen worden tevens aardgasloos gerealiseerd.
afbeelding 3.5: ligging plangebied in relatie tot Natura 2000-gebieden.
Het onderhavige uitwerkingsplan is een uitwerking van een deel van één van de grote ontwikkelingsplannen voor het grondgebied van de gemeente Dongen. Het plan is opgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van de locatie De Beljaart, waar een grote uitbreidingslocatie gerealiseerd wordt.
Overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden de in het plan begrepen gronden voor bepaalde functies aangewezen. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden.
Bij het opstellen van het uitwerkingsplan is aangesloten bij de SVBP2012-standaarden (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012).
Voor een groot gedeelte van de toekomstige woningbouw in de Beljaart is in het moederplan gekozen voor een bestemmingsplan met uitwerkingsplicht. Dit houdt in dat er per bouwfase een uitwerkingsplan opgesteld wordt, waarin de betreffende fase gedetailleerd wordt uitgewerkt. Deze keuze vindt zijn grondslag in het per fase kunnen aansluiten bij de op dat moment meest wenselijke uitbreidingsvorm en woningbouwvorm. Zo kan er op een flexibele wijze worden aangesloten bij een veranderende woningmarkt en veranderende woonwensen.
Het onderhavige uitwerkingsplan vormt voor fase 5 de uitwerking van de uit te werken bestemmingen uit het bestemmingsplan De Beljaart.
Voor de regels van het uitwerkingsplan is ervoor gekozen alle relevante regels uit het moederplan over te nemen. Wel zijn op basis van de meest recente wet- en regelgeving een aantal termen uit het moederplan gewijzigd. Bijvoorbeeld 'ontheffingsbevoegdheid' in 'afwijkingsbevoegdheid'. Daarnaast is de uit te werken woonbestemming vertaald naar een directe woonbestemming.
In hoofdstuk 1 zijn artikel 1 'Begrippen' en artikel 2 'Wijze van meten' één op één over genomen. Wel is daar een aantal begrippen aan toegevoegd en gewijzigd naar aanleiding van uitwerking van de uitwerkingsregels en aansluiting bij SVBP2012.
In de in het moederplan opgenomen uit te werken bestemmingen zijn naast woondoeleinden ook nog doeleinden voor verkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen, water e.d. opgenomen. Wat betreft de uitwerking van deze doeleinden, wordt direct aansluiting gezocht bij de bestemmingen 'Verkeer' en 'Groen' uit het moederplan. Deze zijn dan ook als zodanig op de verbeelding opgenomen, waarbij de naam van de bestemming Verkeer is aangevuld met 'verblijfsgebied'. De wegen binnen het plangebied zijn namelijk geen doorgaande wegen, maar bedoeld voor de ontsluiting van de woonpercelen of worden ingericht als verblijfsgebied.
De in het uitwerkingsplan voorkomende bestemmingen 'Groen', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' zijn opgenomen in de artikelen 3, 4 en 5. Deze artikelen zijn opgenomen in hoofdstuk 2 'Bestemmingsregels'.
Binnen de bestemming Wonen zijn diverse woningtypologieën toegestaan. De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd. Daar waar een gevellijn is opgenomen dient de voorgevel van het hoofdgebouw in de gevel danwel maximaal 1 meter achter de gevellijn gerealiseerd te worden. Daarnaast zijn bij alle woningen aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan op hetzelfde bouwperceel tot 60 % van dat bouwperceel met een maximum van 100 m².
Er zijn maximaal 65 nieuwe woningen mogelijk binnen het plangebied.
De bouwhoogte van hoofdgebouwen betreft maximaal 11 meter en de goothoogte maximaal 6 meter. Voor bijgebouwen geldt een bouwhoogte van maximaal 7 meter en een goothoogte van maximaal 3,3 meter.
In hoofdstuk 3 zijn alle algemene regels zoals in het moederplan zijn opgenomen overgenomen. Met uitzondering van de procedureregels. Deze zijn geschrapt omdat deze nu in de wet zijn geregeld. (Wabo en Wro). Daarnaast zijn in dit hoofdstuk bepaalde termen aangepast aan de laatste wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In hoofdstuk 4 zijn de Overgangs en slotregels opgenomen. Ook deze zijn overeenkomstig het moederplan overgenomen.
De economische uitvoerbaarheid van het onderhavige uitwerkingsplan en het moederplan is gewaarborgd in de grondexploitatie welke ten behoeve van het project is opgesteld. Hieruit volgt dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Vooroverleg en zienswijzen
Het ontwerpuitwerkingsplan ‘De Beljaart, fase 5’ bevat de bestemmingen, bouw- en gebruiksregels en ontwikkelingsmogelijkheden voor een deel van het stedelijk gebied van de gemeente Dongen.
Het ontwerpbesluit, het ontwerpuitwerkingsplan en de daarop betrekking hebbende stukken hebben, conform de procedure van artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), vanaf 26 juni 2020 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze zes weken hebben belanghebbenden de mogelijkheid gekregen om bij het college van burgemeester en wethouders een zienswijze naar voren brengen. De inwoners zijn via de Informatiekrant Dongen (huis-aan-huis blad) en de internetsite van de gemeente alsmede via een bewonersbrief geïnformeerd over het ontwerpuitwerkingsplan. Het ontwerpuitwerkingsplan is ook digitaal in te zien via de gemeentelijke website. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen ontvangen.
Gelijktijdig met de ter inzagelegging is het ontwerpuitwerkingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgestuurd naar de provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta. Het waterschap heeft een positief wateradvies uitgebracht over het uitwerkingsplan voor fase 5. De belangrijkste uitgangspunten voor het waterschap zijn naar wens zijn opgenomen. Het wateradvies is toegevoegd als Bijlage 4 bij de toelichting.
Het uitwerkingsplan 'De Beljaart, fase 5' is op 25 augustus 2020 vastgesteld door het college van burgermeester en wethouders.