Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Berktsedijk, Milhezerweg en Helmondseweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie 'Berktsedijk, Milhezerweg en Helmondseweg' en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) van het omgevingsplan van de gemeente Deurne. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, lid 2 Besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Deurne. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a.' gelezen worden.
Begripsbepalingen die, op de dag van de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet en in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk van het TAM-omgevingsplan, tenzij in dit artikel daarvan is afgeweken.
De begripsbepalingen zoals opgenomen in het omgevingsplan van rechtswege zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover deze niet in strijd zijn met de begripsbepalingen uit de Omgevingswet en de Amvb's.
Het TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a Berktsedijk, Milhezerweg en Hemondseweg met identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 van de gemeente Deurne bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 met de in dit plan opgenomen regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het omgevingsplan van de gemeente Deurne.
Een bijbehorend bouwwerk dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied, dat in een woning of in bijbehorende bouwwerken, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitsluiting van detailhandel.
Een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke of kunstzinnige bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning of in bijbehorende bouwwerken kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
De geometrische bepaalde planobjecten, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels in dit hoofdstuk, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of bebouwen van de gronden en/of toedelen van milieugebruiksruimte aan milieubelastende activiteiten, zoals vastgelegd in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 zoals digitaal vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
Een tijdelijke zelfstandige woonruimte in een deel van een hoofdgebouw met woonfunctie, een aanbouw dan wel een vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij dat hoofdgebouw met woonfunctie, waarin een tweede huishouden kan worden gehuisvest uit oogpunt van mantelzorg, welke tijdelijke woonruimte qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met het hoofdgebouw met woonfunctie en gelegen is binnen een aanduiding die de functie wonen mogelijk maakt.
Aaarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde.
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
Uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit hoofdstuk deze inrichting niet verbiedt.
De natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of de woning wordt uitgeoefend.
De grens van een functievlak.
Een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel.
Gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is.
Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan (kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen); indien sprake is van één persoon, spreekt men eveneens van een (zij het één-persoons)huishouden.
Structurele huisvesting: het huisvesten van arbeidsmigranten over een aaneengesloten periode van zes maanden of meer per kalenderjaar.
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam-) prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, of parenclub, al dan niet gecombineerd met elkaar.
De gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel is er slechts sprake van één voorgevel).
De naar de weg toegekeerde grens van het bouwvlak, waarop het belangrijkste gebouw op een bouwperceel is georiënteerd.
Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
Huisvesting in een woning.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.
Een niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel.
In aanvulling op artikel 22.24 van het omgevingsplan gelden de meetbepalingen zoals opgenomein in lid 3.1 tot en met lid 3.9.
De kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrenzen, gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Verticaal vanaf de laagst gelegen snijlijn van elk dakvlak, met elk daaronder staand buitenwerks gevelvlak, tot aan het peil.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
Vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met
identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 is aangewezen als Bos.
Een als Bos aangewezen locatie heeft de volgende functie(s) en gebruiksactiviteit(en):
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende beoordelingsregels.
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en schuilgelegenheden zijn toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende maatvoeringseisen:
bouwhoogte informatievoorzieningen en entreevoorzieningen | maximaal 3 m |
bouwhoogte schuilgelegenheden ten behoeve van extensief recreatief medegebruik | maximaal 3 m |
bebouwde oppervlakte schuilgelegenheden ten behoeve van extensief recreatief medegebruik | maximaal 15 m2 per schuilgelegenheid |
bebouwde oppervlakte en bouwhoogte schuilhut motorcrossterrein | 15 m2
bouwhoogte: bestaand |
bebouwde oppervlakte en bouwhoogte hoogzitten | maximaal 15 m2 op het maaiveld, waarbij het overdekte en met minimaal 1 wand omsloten deel van het vloeroppervlak op hoogte maximaal 5 m² mag bedragen. bouwhoogte maximaal 5,5 m. |
bebouwde oppervlakte nutsvoorzieningen | bestaand |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal 2 m |
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden de in dit lid opgenomen beoordelingsregels.
Tot een gebruik, strijdig met de functie wordt in ieder geval gerekend:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met
identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 is aangewezen als Wonen.
Een als Wonen aangewezen locatie heeft de volgende functie(s) en gebruiksactiviteit(en):
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende beoordelingsregels.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 5.3.1 gelden voor het bouwen van woningen de volgende beoordelingsregels:
goothoogte | maximaal 4,5 m |
bouwhoogte | maximaal 9 m |
inhoud | maximaal 750 m3; ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)' geldt 900 m3 als maximale inhoud; |
dakhelling | minimaal 12 graden maximaal 70 graden de dakhelling geldt niet voor aan- en uitbouwen en dakkapellen |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
gezamenlijke oppervlakte | maximaal 150 m2 |
goothoogte | maximaal 3 m |
bouwhoogte | maximaal 6 m |
Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende maatvoeringseisen:
bouwhoogte erfafscheidingen | maximaal 1 m vóór de voorgevelrooilijn maximaal 2 m achter de voorgevelrooilijn |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal 3 m |
Het is verboden om een erf- of terreinafscheiding te bouwen voor de voorgevel van een hoofdgebouw of het verlengde daarvan.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden de in dit lid opgenomen beoordelingsregels.
Tot een gebruik, strijdig met de functie wordt in ieder geval gerekend:
Bij een woning is een beroep aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, mits:
In één woning worden maximaal vier arbeidsmigranten gehuisvest.
Onder verboden gebruik wordt verstaan:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning gronden en bouwwerken te gebruiken voor het uitoefenen van beroep aan huis, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de omvang van de activiteit meer bedraagt dan maximaal 60 m2.
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een bedrijf aan huis uit te oefenen als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie.
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken voor afhankelijke woonruimte te gebruiken.
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Degene aan wie de omgevingsvergunning voor een afhankelijke woonruimte is verleend, diens rechtsopvolger en in ieder geval de hoofdbewoner van het hoofdgebouw, dient de gemeente onmiddellijk te informeren indien de afhankelijke woonruimte niet meer wordt gebruikt door de persoon of personen ten behoeve waarvan de omgevingsvergunning is verleend.
De omgevingsvergunning voor een afhankelijke woonruimte wordt ingetrokken indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwwerk met de functie wonen te gebruiken voor bed & breakfastvoorzieningen als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie.
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een woning te gebruiken voor kamerverhuur en logies.
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend als:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het college van burgemeester en wethouders kan een maatwerkvoorschrift stellen of een vergunningvoorschrift verbinden aan een omgevingsvergunning:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met
identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 is aangewezen als 'Waarde - Archeologie 3'.
Een als 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen locatie is, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werkzaamheden die:
De in 6.3.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met
identificatienummer NL.IMRO.0762.TAMOP202506-B001 is aangewezen als 'Waarde - Archeologie 4'.
Een als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen locatie is, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werkzaamheden die:
De in 7.3.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen locaties worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de locatie niet meer dan 1 meter bedraagt.
In aanvulling op de beoordelingsregels die elders in dit hoofdstuk zijn bepaald voor het bouwen, gelden tevens de volgende beoordelingsregels:
In aanvulling op de beoordelingsregels die elders in dit hoofdstuk zijn bepaald voor het bouwen, geldt tevens de volgende beoordelingsregel:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden tevens de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Indien er niet voldaan kan worden aan het bepaalde in 9.4.1 geldt dat de omgevingsvergunning toch kan worden verleend als er door bijzondere omstandigheden de aanleg van parkeergelegenheid op eigen terrein en/of voorzieningen voor laden en lossen van goederen op eigen terrein op overwegende bezwaren stuit op voorwaarde dat voldaan wordt aan de 'Regeling parkeernormen Deurne 2019' of diens opvolger zoals geldt ten tijde van de aanvraag van de omgevingsvergunning, opgenomen voorwaarden voor afwijking.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden tevens de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Tot verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van aangelegde parkeerplaatsen voor andere gebruiksdoeleinden dan parkeren.
In aanvulling op de beoordelingsregels die elders in dit hoofdstuk zijn bepaald voor het gebruik, geldt tevens de volgende beoordelingsregel:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden tevens de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Indien er niet voldaan kan worden aan het bepaalde in 10.1.2 geldt dat de omgevingsvergunning toch kan worden verleend als er door bijzondere omstandigheden de aanleg van parkeergelegenheid op eigen terrein en/of voorzieningen voor laden en lossen van goederen op eigen terrein op overwegende bezwaren stuit op voorwaarde dat voldaan wordt aan de 'Regeling parkeernormen Deurne 2019' (zoals vastgesteld op 19 november 2019) of diens opvolger zoals geldt ten tijde van de aanvraag van de omgevingsvergunning, opgenomen voorwaarden voor afwijking.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden tevens de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - ihcs 174m +nap', gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de IHCS-zone van het vliegveld de hierna volgende bepalingen.
Op de in 10.2.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van het vliegveld. Bouwen ten behoeve van de functie is uitsluitend toegestaan met een maximale goot- en bouwhoogte, zoals ter plaatse op grond van de functie geldt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - ihcs 174m +nap' een maximale bouwhoogte geldt van 174 m boven NAP.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1 teneinde het oprichten van hogere bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende functies toe te staan, mits hierbij de IHCS-zone niet wordt geschaad. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij het ministerie van Defensie.
Het is verboden op de in 10.3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder d opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De onder a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de onder d opgenomen criteria.
Omgevingsvergunningplichtige werken/ werkzaamheden | Criteria voor vergunningverlening |
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning zoekgebied ecologische verbindingszone/ watersystemen': - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2; - het verlagen, vergraven, afgraven, ophogen, of egaliseren van de bodem; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen; - het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 m,; - het vellen of rooien van houtgewashet dempen van poelen, sloten en greppels; - het aanbrengen van (tijdelijke) teeltondersteunende voorzieningen; - het omzetten van grasland in bouwland/ scheuren van grasland; - het diepwoelen of - ploegen van de bodem met meer dan 60 cm. |
- het realiseren en toekomstig functioneren van de geprojecteerde ecologische verbindingszone mag niet worden geschaad; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de mogelijkheid tot verwezenlijking, behoud en herstel van een natuurlijk watersysteem. Hierover vindt overleg plaats met het waterschap; - de aanwezige natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
Tot een gebruik strijdig met dit TAM-omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Voorzover voor gronden tevens een nevenfunctie geldt, dienen bij toepassing van de gebruiks- en bouwregels, binnenplanse omgevingsvergunningen voor het afwijken van de bouw- en gebruiksregels en voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden en wijzigingsbepalingen van de overige voor deze gronden geldende functies de bepalingen van de nefenfucntie(s) in acht te worden genomen.
Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken en voorzover het niet betreft het vergroten van de inhoud van een (bedrijfs)woning, afwijken van de in het plan opgenomen maatvoering- en situeringseisen ten aanzien van bebouwing, met dien verstande dat maximaal 10% van de in de regels vastgelegde maatvoerings- en situeringseisen mag worden afgeweken, mits het landelijk karakter van het gebied, alsmede binnen de functie opgenomen waarden niet onevenredig wordt aangetast.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen voor het bouwen van nutsvoorzieningen danwel antennemasten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.4 teneinde een afhankelijke woonruimte toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Voorts dient degene aan wie de omgevingsvergunning is verleend, diens rechtsopvolger en in ieder geval de hoofdbewoner van het hoofdgebouw de gemeente onmiddellijk te informeren, indien de afhankelijke woonruimte niet meer wordt gebruikt door de persoon of personen ten behoeve waarvan de omgevingsvergunning is verleend.
Het bevoegd gezag trekt deze omgevingsvergunning in, indien de afhankelijke woonbehoefte, waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, eindigt.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning de herbouw van de (bedrijfs)woning toe te staan, mits:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende aanvullende aanvraagvereisten: