direct naar inhoud van 4.3 Luchtkwaliteit
Plan: Zuidelijke Omlegging
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201013-CO02

4.3 Luchtkwaliteit

In dit hoofdstuk zijn de rekenresultaten van het luchtonderzoek van juli 2008 opgenomen. De berekende concentraties NO2 en PM10 zijn op afbeeldingen weergegeven, waarbij de concentraties van de betreffende stoffen in klassen staan weergegeven. Het betreffen de achtergrondconcentraties inclusief de bijdragen van de onderzochte wegen.

Voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar het rapport van ARCADIS "Zuidelijke omlegging Deurne - onderzoeken ten behoeve wijziging bestemmingsplan" van 9 oktober 2008, nr. 073949608:0.12, dat als externe bijlage is bijgevoegd.

Uit het luchtonderzoek volgt dat er voor geen van de onderzochte jaren sprake is van een overschrijding van een grenswaarde. Tevens is te zien dat de concentraties op alle wegen in de toekomst (2015 en 2021) afnemen. Dit heeft te maken met het feit dat er steeds meer schonere wagens rijden (minder vervuilende uitstoot) en er steeds meer ‘vieze’ wagens uit het wagenpark verdwijnen. Hierdoor wordt de lucht gemiddeld schoner, deze trend zet zich naar de toekomst door. Daarnaast worden ook andere bronnen (fabrieken, landbouw etc.) door de jaren heen schoner dat resulteert in een lagere achtergrondconcentratie. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen).

In aanvulling op het eerder in deze paragraaf aangehaalde rapport van ARCADIS kan worden opgemerkt dat:

  • in de Wet milieubeheer (Wm) is op 1 augustus 2009 PM2,5 geïntroduceerd. In bijlage 2 van de Wm zijn plandrempels, richtwaarden, een blootstellingsconcentratieverplichting en grenswaarden opgenomen. De aanpak van PM2,5 is gericht op algemene vermindering van concentraties in stedelijke achtergrondgebieden (te bereiken via een gemiddelde blootstellingsindex en een nationale blootstellingsconcentratieverplichting), in combinatie met een richtwaarde en een grenswaarde.
    Naast verandering van de Wm is er ook een Amvb Richtwaarden (besluit maatregelen richtwaarden luchtkwaliteitseisen) opgesteld waarin regels ten aanzien van maatregelen gericht op het voor zover mogelijk bereiken, binnen de daarvoor gestelde termijn, van de richtwaarden voor luchtkwaliteit.
    Bovendien is de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl) met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus voor PM2,5 gewijzigd. In veel gevallen wordt "zwevende deeltjes (PM10)" vervangen door "zwevende deeltjes (PM2,5 en PM10)". De overige wijzigingen hebben betrekking op de nieuwe vaste meetpunten op stedelijke achtergrondlocaties voor PM2,5 en regels voor het meten en de te gebruiken bemonsteringsmethode.
    Ten slotte is nieuw de aanpak bij PM2,5 om de gemiddelde stadsachtergrondconcentratie te beperken met de zogenoemde Blootstellings Concentratie Verplichting en te verminderen met de zogenoemde Verminderingsdoelstelling van de Gemiddelde Blootstellings Index. Deze aanpak is erop gericht om de blootstelling van mensen aan fijnstof grootschalig terug te dringen. In tegenstelling tot PM10 zal bij PM2,5 de beperking van lokale hoge concentraties niet langs straten en wegen plaatsvinden. Hoewel de waarde van de blootstellingsconcentratie-verplichting een verplichtend karakter heeft, is deze niet identiek aan een grenswaarde, omdat het een waarde is die op nationale schaal gerealiseerd moet worden.
    Voor de vergunningverlening is dus alleen de grenswaarde van belang. Deze gaat echter pas op 1 januari 2015 gelden en zal 25 µg/m3 zijn, gedefinieerd als jaargemiddelde concentratie.
    Voor vergunningverlening op grond van de Wet Milieubeheer geldt dat tot 1 januari 2015 het toetsen aan de grenswaarde buiten beschouwing blijft bij de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift (zie Wm artikel 5.16, lid 1). Dit is ongeacht of de desbetreffende uitoefening of toepassing ook na de genoemde datum gevolgen voor de luchtkwaliteit heeft of kan hebben (zie Wm bijlage 2, voorschrift 4.4, lid 2).

    Het toevoegen van PM2,5 in het rekenhart en gebruikersschil van de rekenmodellen webbased CAR, ISL2, NNM en ISL3a zal niet in 2009 plaatsvinden. Op dit moment wordt nagedacht wanneer de rekenmodellen moeten worden uitgebreid met PM2,5.
    In 2009 worden er geen PM2,5 emissiefactoren bekend gemaakt. Men is op dit moment wel met de ontwikkeling bezig, maar bijvoorbeeld gegevens over slijtage en verbrandingsemissies zullen in 2009 niet voldoende inzichtelijk zijn voor bekendmaking. Op dit moment is nog onzeker wanneer deze gegevens wel voldoende inzichtelijk zijn voor bekendmaking.
  • er is gerekend met de huidige regelgeving, daarbij is wettelijk geregeld dat er een zeezoutcorrectie mag worden toegepast. De reden hiervoor is dat aangenomen is dat zeezout niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid. In de nieuwe regelgeving (die nog niet van kracht is en waarvan ook niet duidelijk is wanneer die van kracht wordt) is opgenomen dat de zeezoutcorrectie niet wordt toegepast indien de concentratie lager is dan de grenswaarde. Voor de onderhavige situatie wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen (grenswaarden die gelden voor PM10), ook zonder toepassing van de zeezoutcorrectie.


Samengevat: conform de huidige wet- en regelgeving is er geen sprake van een overschrijding van de grenswaarden voor de verschillende stoffen (NO2 en PM10). Ten aanzien van de PM2,5 hoeft en kan op dit moment nog geen toetsing te worden uitgevoerd. Voor zeezout is er conform de wet- en regelgeving gerekend met aftrek, echter ook zonder deze aftrek blijven we onder de grenswaardes. Daarmee zijn er qua luchtkwaliteit geen belemmeringen voor de realisatie van de Zuidelijke omlegging.