Toelichting
Toelichting HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Door een bezwarenprocedure rondom het in gebruik nemen van een bijgebouw bij een woning als Bed&Breakfast en tijdens het opstellen van het geactualiseerde bestemmingsplan 'Buitengebied Noord Oost' is aan het licht gekomen dat een aantal bouwregels uit de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord', 'Buitengebied Zuid 2013' en 'Buitengebied Oost' aanscherping behoeven. Het betreft, kort gezegd, de volgende onderwerpen: Sloopverplichting bij het toestaan van een bed&breakfast; De toegestane inhoud van (bedrijfs)woningen; De afwijkingsmogelijheden voor de bouw van kassen; De maatvoering binnen de bestemming Leiding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord'; De omvang van de wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten van een agrarische bestemming in een bedrijfsbestemming; Het afwijken van de bouwregels binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie. In hoofdstuk 2 worden de verschillende onderwerpen uitgewerkt. Door onderhavig bestemmingsplan wordt eventuele discussie over de bedoeling van de planregels weggenomen èn daarnaast worden de betreffende bouwregels voor ieder buitengebiedplan geüniformeerd. Er worden géén nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'. 1.2 Vigerend bestemmingsplan Dit bestemmingsplan voorziet in een aanvullende regeling ten aanzien voor de volgende vigerende bestemmingsplannen: Locatie Bestemmingsplan Datum onherroepelijk Plangebied buitengebied Noord : Buitengebied Noord 23.9.2015 Plangebied buitengebied Zuid : Buitengebied Zuid 2013 12.6.2019 Plangebied buitengebied Oost : Buitengebied Oost 10.4.2019 (deels) Reparatie plangebied buitengebied Oost : Buitengebied Oost 10.10.2019 (vastgesteld) 1.3 Planvorm Het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost' voorziet in een aanpassing van diverse bestemmingsplanregelingen voor de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord', 'Buitengebied Zuid 2013' en 'Buitengebied Oost'. Het onderhavige plan is erop gericht om de vigerende bestemmingsplannen aan te vullen met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'. HOOFDSTUK 2 Doelstellingen van het bestemmingsplan 2.1 Inleiding Door onderhavig bestemmingsplan wordt eventuele discussie over de bedoeling van de planregels weggenomen èn daarnaast worden de betreffende bouwregels voor ieder buitengebiedplan geüniformeerd. Er worden géén nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels Buitengebied Noord, Zuid en Oost'. 2.2 Aanleiding en doel 2.2.1 Bijgebouwen Toegestaan aantal m² bijgebouwen In de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord', ‘Buitengebied Zuid 2013’ en 'Buitengebied Oost' is onder meer bepaald dat maximaal 200 m² van de bestaande (bedrijfs)woning of het bestaande bijgebouw mag worden gebruikt voor een Bed&Breakfast. Daarbij is toegevoegd dat “resterende bijgebouwen moeten worden gesloopt, tenzij dat cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is”. Het gevolg is dat er naast de maximaal 200m² voor de Bed&Breakfast géén andere bijgebouwen meer aanwezig mogen zijn, behoudens cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Dit is een onbedoeld gevolg van de formulering en is niet in lijn met het van toepassing zijnde beleid rondom de kwaliteitsverbetering van het landschap, te weten de Landschapsinvesteringsregeling Breda. Onder hoofdstuk 3 is deze regeling reeds toegelicht. Voorgestelde reparatie In de regels over de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden de dubbel opgelegde sloopverplichting nuanceren. Voor zover de bestemmingsplannen ‘Buitengebied Noord’, ‘Buitengebied Zuid 2013’ en ‘Buitengebied Oost’ binnen de bestemming Wonen voorzien in een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van een bed en breakfast moet de passage “met dien verstande dat de resterende bijgebouwen dienen te worden gesloopt voor zover dit geen cultuurhistorisch waardevolle bebouwing betreft” worden aangepast. Relevant planbepalingen Bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' Artikel 16, onder 16.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. Bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013' Artikel 18, onder 18.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. Bestemmingsplan 'Buitengebied Oost' Artikel 14, onder 14.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. 2.2.2 Onder de grond Bebouwing onder peil niet meerekenen bij bepaling inhoud woning Hoewel is bedoeld om kelders en andere ondergrondse bouw niet mee te rekenen met de inhoudsbepaling is het onvoldoende gebleken om dit te (enkel) regelen in de meetwerkvoorschriften (Hoofdstuk 1, Artikel 2 Wijze van Meten). In de bestemmingsregels (Hoofdstuk 2) moet duidelijk zijn dat ondergronds bouwen wordt uitgesloten van het bepalen van de inhoud. Zie ook de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 mei 2008, in zaak nr. 200706138/1, 16 juli 2008, in zaak nr. 200708076/1 en 27 oktober 2010, in zaak nr. 201001867/1/H1. Voorgestelde reparatie In de bouwregels expliciet opnemen dat de bebouwing onder peil niet meegerekend wordt bij het bepalen van de inhoud van de woning. Voor zover in de bestemmingsplannen ‘Buitengebied Noord’, ‘Buitengebied Zuid 2013’ en ‘Buitengebied Oost’ in de bouwregels nog niet expliciet is opgenomen dat de bebouwing onder peil niet meegerekend wordt bij het bepalen van de inhoud van de woning moet dit alsnog worden toegevoegd. Relevante planbepalingen Bestemmingsplan ‘Buitengebied Noord’ Artikel 3 onder 3.2, sub g.; Artikel 4, onder 4.2, sub g.; Artikel 5, onder 5.2, sub g.; Artikel 6, onder 6.2, sub g.; Artikel 7, onder 7.2, sub d.; Artikel 9, onder 9.2, sub d.; Artikel 10, onder 10.2, sub c.; Artikel 12, onder 12.2, sub b., onder 2; Artikel 16, onder 16.2, sub b.; Artikel 16, onder 16.3, sub b., onder 2. Artikel 21, onder 21.2. Bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid 2013’ Artikel 18, onder 18.3, sub b., onder 3. Artikel 26, onder 26.2. Buitengebied 'Oost' Artikel 14, onder 14.3, sub b., onder 3. Artikel 19, onder 19.2. 2.2.4 maatvoering Leiding In het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' blijkt binnen de bestemming Leiding een niet ingevulde maatvoeringseis opgenomen te zijn voor bovengrondse constructies, installaties of apparatuur. Daarnaast is geen oppervlaktemaat opgenomen voor het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen. Terwijl het uit de formulering van de regels lijkt dat een maatvoering of oppervlakte wenselijk is. Er staat namelijk: "het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan .. meter;" "het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan … m²;" Dit zorgt begrijpelijkerwijs voor onduidelijkheid in de vergunningverlening. Uit de onderbouwing bij het betreffende plan blijkt niet om welke reden een maatvoering moet worden opgenomen. Ook is onduidelijk wat voor maatvoering opgenomen zou moeten worden. Daarnaast blijkt dat in soortgelijke bestemmingsplanregelingen, zowel binnen de gemeente Breda als in omliggende gemeenten, geen maatvoering is opgenomen. Er wordt dan ook van afgezien om de maatvoeringseisen in te vullen. Voorgestelde reparatie In de regels omtrent verlening van de omgevingsvergunning voor het oprichten van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur en het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen geen maatvoeringseisen op te nemen omdat onduidelijk is wat de reden is voor deze maatvoering en omdat eveneens onduidelijk is hoeveel de maatvoering moet bedragen. Door de maatvoering losgelaten wordt aangesloten bij de regeling zoals die in andere bestemmingsplannen, zowel binnen Breda als bij omliggende gemeenten, is opgenomen. Relevante planbepalingen Bestemmingsplan ‘Buitengebied Noord’ Artikel 17, onder 17.4, sub a., onder 1., onder b. en onder 2., onder b. 2.2.3 Glastuinbouw Glastuinbouw Binnen de bestemmingen Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden en Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden is de bouw en/of uitbreiding van kassen niet toegestaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft dat op 1 februari 2017 inzake het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013' expliciet uitgesproken, zie r.o. 20.4 (kenmerk uitspraak 201501072/1/R2, ECLI :ECLI:NL:RVS:2017:266). De omissie is hersteld. Echter, bij het herstel is ook de bestemming Agrarisch betrokken en dat is onjuist. Door herstel van de omissie zijn de (indirecte) uitbreidingsmogelijkheden van bestaande glastuinbouwbedrijven ten onrechte wegbestemd. Onderhavige reparatie strekt zich uit over het plangebied van bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013' en vult in de bestemming Agrarisch de afwijkingsbevoegdheid aan met de mogelijkheid om ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' uit te breiden tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha. Hiermee is de regeling weer conform de lijn voor het gehele buitengebied van Breda. Relevante planbepalingen Bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid 2013' Artikel 3, onder 3.3, sub f. Wijzigingsbevoegdheid Wijzigingsbevoegdheid Recentelijk is een (tussen-)uitspraak gedaan voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijk dat de huidige formulering in diverse wijzigingsbevoegdheden enger wordt uitgelegd dan bedoeld. Het gaat hierbij om de mogelijkheid om een agrarische bestemming te wijzigen ten behoeve van een agrarisch technisch hulpbedrijf of ten behoeve van een regulier bedrijf. Zie uitspraak 201903904/2/R2, ECLI:NL:RVS:2019:2573 van 25 juli 2019. De voorzieningenrechter stelt vast dat uit de tekst van het ter discussie gestelde wijzigingsbevoegdheid volgt dat de wijzigingsbevoegdheid slechts de mogelijkheid biedt om de bestemming te wijzigen van gronden binnen het bestaande bouwvlak en niet van gronden die daarbuiten liggen. Ook uit andere aan het moederplan ten grondslag liggende stukken, zoals de plantoelichting volgt niet dat deze wijzigingsbevoegdheid ruimer moet of mag worden uitgelegd. De wijzigingsbepaling is juist bedoeld om ook ruimte biedt voor de wijziging van de bestemming van gronden buiten een bestaand bouwvlak. Een vergroting van een bouwvlak kan namelijk best voorstelbaar en ruimtelijk aanvaardbaar zijn, mits de omvang blijft binnen het in het plan gestelde maximum aantal m². Het maximaal aantal m² is afhankelijk van het gebied waar de wijzigingsbevoegdheid ligt en de aard van de functiewijziging. Hoe waardevoller het gebied, hoe minder m² zijn toegelaten. Een en ander is eveneens in overeenstemming met de provinciale regeling uit de Interim verordening. De verordening biedt de ruimte biedt aan het college om ook de bestemming te wijzigen van de gronden die buiten het bestaande bouwvlak liggen. Relevante planbepalingen Bestemmingsplan ‘Buitengebied Noord’ Artikel 3, lid 3.6, onder d. en e. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid 2013’ Artikel 3, lid 3.5, onder c. en d. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Buitengebied 'Oost' Artikel 3, lid 3.6, onder c. en d. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Waarde - Archeologie Afwijken van de bouwregels binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie De opgenomen bepaling om te kunnen afwijken van de bouwregels is te beperkend en laat geen ruimte voor maatwerk. De huidige formulering brengt met zich mee dat pas vergunning kan worden verleend nadat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. In de praktijk is dat niet altijd even werkbaar. Bijvoorbeeld als er eerst gesloopt moet worden. Het is wenselijk om de bepaling zo te formuleren dat afwijken van de bouwregels kan als er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. Voorgestelde reparatie Voor de afwijking van de bouwregels aansluiten bij de bepaling uit diverse andere bestemmingsplannen in Breda. Namelijk opnemen dat ontheffing van het bouwverbod mogelijk is als op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen. Relevant planbepalingen Bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' Artikel 18, onder 18.3. Bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013' Artikel 21, onder 21.3. Bestemmingsplan 'Buitengebied Oost' Artikel 16, onder 16.3. HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Beleid en regelgeving De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. Het onderhavige bestemmingsplan vult de vigerende bestemmingsplannen aan met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost’. Het vigerende beleidskader, zoals in die bestemmingsplannen opgenomen, is veelal nog van kracht. Onderhavige reparaties zijn passend binnen de beleidskaders. Voor zover dit een nadere toelichting behoeft is dat in onderhavig hoofdstuk opgenomen. 3.2 Verordening ruimte Op 5 november 2019 is de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant in werking getreden. Deze verordening herhaalt grotendeels de regelingen zoals die ook in de Verordening ruimte waren opgenomen met hier en daar enkele beleidswijzigingen. Ten aanzien van onderhavige reparatie is enkel de regeling omtrent glastuinbouw relevant en de bepalingen over uitbreiding, al dan niet gelijktijdig met de vestiging van een agrarisch-technisch hulpbedrijf of een niet-agrarische functie. Glastuinbouw De Interim omgevingsverordening biedt bestaande glastuinbouwbedrijven de mogelijkheid om uit te breiden tot 3 ha glas. Hiermee is onderhavig plan in overeenstemming. Uitbreiding en vestiging agrarisch-technisch hulpbedrijf of regulier bedrijf De Interim omgevingsverordening biedt de volgende mogelijkheden: een bestaand agrarisch-technisch hulpbedrijf in landelijk gebied mag een omvang hebben van maximaal 1,5ha. een nieuw agrarisch-technisch hulpbedrijf in gemengd landelijk gebied mag een omvang hebben van maximaal 1,5ha. een nieuw niet-agrarische functie in landelijk gebied mag zich vestigen op een bestaand bouwperceel, waarbij is bepaald dat de omvang passende in de omgeving moet zijn. De verordening geeft geen maatvoering mee maar geeft aan dat de bedrijfsvoering kleinschalig moet zijn en niet vestiging op een bedrijventerrein niet doelmatig is. Voor Breda wordt aangesloten bij de huidige lijn in het buitengebied, te weten een maximaal opervlakte van 5.000m² voor reguliere bedrijven in agrarisch gebied en maximaal 2.500m² in een agrarisch gebied met landschappelijke waarden. In agrarische gebieden met zowel landschappelijke als natuurwaarden wordt niet voorzien in de mogelijheid om de agrarische bestemming te wijzigen ten behoeve van een agrarisch-technisch hulpbedrijf of regulier bedrijf. De verordening ziet niet op ondergronds bouwen. De reden is dat dergelijke constructies niet van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit, want ondergronds en dus niet zichtbaar. Ook stelt de verordening geen maatvoeringseisen aan bijgebouwen. De verordening werkt met het principe van zorgvuldig ruimtegebruik en ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’. Deze zijn door de gemeente nader uitgewerkt in de Landschapsinvesteringsregeling Breda. Zie hieronder. 3.3 Landschapsinvesteringsregeling Breda Beleidsambitie Het doel is het groene en open karakter van het buitengebied te beschermen en te bevorderen zonder daarbij het gebied op slot te zetten. Middel De Landschapsinvesteringsregeling Breda (LIR) is de uitwerking van het principe van ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’ uit de provinciale Verordening ruimte. De Verordening ruimte draagt de gemeente op om in een bestemmingsplan aan te geven hoe een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaan stedelijk gebied bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap. In de meeste gevallen wordt de bijdrage aan de kwaliteitsverbetering geleverd door het slopen van overtollige (bij)gebouwen, het verwijderen van overtollige verharding en het aanleggen van natuur. De omvang van deze verplichting tot het verwijderden bebouwing en verharding en de omvang van de natuuraanleg is afhankelijk van de concrete ontwikkeling. Het LIR geeft hiervoor de kaders. Per 5 november 2019 is de Verordening ruimte vervangen door de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Deze verordening kent tevens de bepaling 'kwaliteitsverbetering landschap', deze bepaling geeft dezelfde invulling aan het principe van ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’ uit de Verordening ruimte. Concreet voor bijgebouwen Uiteindelijk blijft het maatwerk maar de LIR geeft de volgende maatvoering aan voor de maximaal resterende m² aan bijgebouwen: Bij een nieuwe (ruimte-voor-ruimte) woning: maximaal 100 m². Bij een wijziging van een (agrarische) bedrijfswoning naar een reguliere woning: maximaal 200 m² aan bijgebouwen als het bestemmingsvlak wordt verkleind van minimaal 1 ha naar maximaal 1.500m². maximaal 500 m² aan bijgebouwen als het bestemmingsvlak wordt verkleind naar maximaal 5.000m². Doorvertaling in het bestemmingsplan Bij ontwikkelingen op basis van de directe bouw- en gebruiksregels uit een bestemmingsplan vraagt de LIR geen extra kwaliteitsverbetering van het landschap. In de regels van het bestemmingsplan is bij deze directe bouw- en gebruiksregels dan ook geen koppeling gelegd met de LIR. Bij de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden is wel de koppeling gelegd met de LIR. Deze ontwikkelingen zullen moeten voldoen aan de LIR. Concluderend In de regels over de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden is direct de koppeling gelegd met de LIR. De LIR is daardoor expliciet van toepassing verklaard op deze ontwikkelingen. Dat betekent dat deze ontwikkelingen gepaard kunnen gaan met een sloopverplichting voor het aantal m² aan bijgebouwen. Ter verduideling is in de regels nogmaals de sloopverplichting opgenomen, maar wel met de nuancering dat de sloopverplichting enkel geldt indien er meer dan 500m² aan bijgebouwen aanwezig zijn en dat de sloopveprlichting niet van toepassing is voor cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. HOOFDSTUK 4 Milieu 4.1 Milieuhygiënische aspecten Voor het ontwikkelen en in stand houden van een leefbaar en duurzaam Breda dient bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische aspecten die door het plangebied en of de omgeving hiervan worden opgelegd. Door rekening te houden met deze aspecten kan een goed leefklimaat worden ontwikkeld. In dit hoofdstuk worden de verschillende milieuhygiënische aspecten die van belang zijn voor het plangebied nader toegelicht. Het onderhavige bestemmingsplan vult de vigerende bestemmingsplannen aan met een correctie. Per locatie blijft het vigerende bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van de correctie uit het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost'. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er is dan ook geen sprake van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen waarbij milieuaspecten onderzocht moeten worden. HOOFDSTUK 5 Juridische planbeschrijving 5.1 Bestemmingen Het bestemmingsplan ‘Herziening bouwregels, Buitengebied Noord, Zuid en Oost' voorziet in een aanscherping van de volgende bestemmingsplan bepalingen: Bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' In de regels over de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en de wijzigingsbevoegdheden de dubbel opgelegde sloopverplichting schrappen: Artikel 16, onder 16.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud: Artikel 3 onder 3.2, sub g.; Artikel 4, onder 4.2, sub g.; Artikel 5, onder 5.2, sub g.; Artikel 6, onder 6.2, sub g.; Artikel 7, onder 7.2, sub d.; Artikel 9, onder 9.2, sub d.; Artikel 10, onder 10.2, sub c.; Artikel 12, onder 12.2, sub b., onder 2; Artikel 16, onder 16.2, sub b.; Artikel 16, onder 16.3, sub b., onder 2; Artikel 21, onder 21.2. Geen maatvoering opgenomen voor het oprichten van bovengrondse contrusties, installaties of apparatuur en het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen: Artikel 17, onder 17.4, sub a., onder 1., onder b. en onder 2., onder b. Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid kan in sommige gevallen ook voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast: Artikel 3, lid 3.6, onder d. en e. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast: Artikel 18, onder 18.3. Bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013' Artikel 18, onder 18.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud: Artikel 18, onder 18.3, sub b., onder 3. Artikel 26, onder 26.2. Glastuinbouwbedrijven krijgen (wederom) de mogelijkheid om uit te breiden tot een netto glasoppervlak van maximaal 3 ha: Artikel 3, onder 3.3, sub f. Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan in sommige gevallen voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast: Artikel 3, lid 3.5, onder c. en d. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast: Artikel 21, onder 21.3. Bestemmingsplan 'Buitengebied Oost' Artikel 14, onder 14.3, sub c., onder 2. verblijfsrecreatieve voorziening in een bestaande woning of een bestaand bijgebouw in de vorm van een bed en breakfast. Bebouwing onder peil niet meerekenen voor bepaling van de inhoud: Artikel 14, onder 14.3, sub b., onder 3. Artikel 19, onder 19.2. Een opgenomen wijzigingsbevoegdheid ook kan in sommige gevallen voorzien in het uitbreiden en vestigen van een andere functie en dat hierom de volgende bepalingen als volgt worden aangepast: Artikel 3, lid 3.6, onder c. en d. Artikel 4, lid 4.7, onder c. en d. Ontheffing van het bouwverbod binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' indien er nog geen archeologisch onderzoek is verricht of mogelijk is maar er wel een goedgekeurd Plan van Eisen is overlegd. Bij de vergunning kunnen vervolgens aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De volgende bepaling is hierop aangepast: Artikel 16, onder 16.3. HOOFDSTUK 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Inleiding Het onderhavige plan ziet op een aanscherping van bouwregels van de vigerende plannen, deze aanscherpingen worden niet gezien als nieuwe ontwikkelingen. 6.2 Financiële haalbaarheid De kosten voor het opstellen van onderhavig bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente Breda. Hiermee wordt het bestemmingsplan uitvoerbaar geacht. HOOFDSTUK 7 Communicatie 7.1 Inleiding In het bestemmingsplanproces bestaan diverse mogelijkheden tot communicatie. De voor dit voorliggende bestemmingsplan relevante communicatie wordt in dit hoofdstuk belicht. 7.2 Procedure 7.2.1 Vooroverleg Het concept ontwerp bestemmingsplan ‘Herziening diverse Locaties in Breda 2018’ is op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening in het kader van het wettelijk vooroverleg toegezonden aan de provincie Noord-Brabant. Het in het voorontwerp betrokken ruimtelijke aspecten was geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het wettelijk vooroverleg is dan ook afgerond. 7.2.2 Zienswijzen Met de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan (voor de duur van zes weken) is de formele vaststellingsprocedure gestart. Gedurende de periode van de terinzagelegging kan iedereen schriftelijk of mondeling zienswijzen tegen het plan inbrengen. De zienswijzen zijn in het raadsvoorstel samengevat en van commentaar voorzien. Deze zienswijzen zijn beoordeeld op het feit of, en zo ja, in hoeverre het ontwerp aanpassing behoeft. Vervolgens heeft het college de raad voorgesteld het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast te stellen. 7.2.3 Beroep Na vaststelling wordt het plan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze onherroepelijk.