Regels
Inhoudsopgave Artikel 9 Waarde - Archeologie Artikel 10 Waarde - Beschermd stadsgezicht Artikel 11 Anti-dubbeltelregel Artikel 12 Algemene bouwregels Artikel 13 Algemene gebruiksregels Artikel 14 Algemene afwijkingsregels Artikel 15 Algemene wijzigingsregels Artikel 16 Algemene procedureregels HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels HOOFDSTUK 1 inleidende regels Artikel 1 begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 Plan het bestemmingsplan 'Binnenstad, Vlaszak' met identificatienummer NL.IMRO.0758.BP2014001003-0401 van de gemeente Breda; 1.2 Bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 Aan- en uitbouwen een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar wel functioneel onderdeel van uitmaakt. 1.4 Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend zijn en die door een bewoner op kleine schaal in of bij een (bedrijfs)woning wordt uitgeoefend, waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie; 1.5 Aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.6 Aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 Afhankelijke woonruimte een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de (bedrijfs)woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 1.8 Archeologische waarden waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning of grondgebruik daarin, en die als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen; 1.9 Atelier werkplaats in het bijzonder voor kunstenaars waarbij tevens kunstwerken tentoongesteld en verkocht kunnen worden; 1.10 Bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.11 Bed & breakfast een voorziening gevestigd in een (bedrijfs)woning of een bijgebouw bij die woning en gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een recreatief en veelal kortdurend nachtverblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bedrijfsvoering wordt gerund door de bewoners van de desbetreffende woning en/of bijgebouw; 1.12 Bedrijfsmatige activiteit de in Bijlage 1 opgenomen (Staat van bedrijfsactiviteiten ontleend aan de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte hinder en omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.13 Bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke; 1.14 Begane grond de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau; 1.15 Bestaande situatie (bebouwing en gebruik) legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende vergunning; het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.16 Bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.17 Bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 1.18 Bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.19 Bijgebouw een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.20 Bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.21 Bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.22 Bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en zolder; 1.23 Bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.24 Bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.25 Bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.26 Bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.27 Cultuur en ontspanning voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals theaters, bioscopen, musea, ateliers, sauna's, galeries en yogastudio's. Hieronder worden niet verstaan speelautomatenhallen en seksinrichtingen. 1.28 Dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.29 Dakopbouw een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van het gebouw, en ondergeschikt aan het gebouw; 1.30 Detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten behoeve van verkoop, verkopen, verhuren en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.31 Dienstverlening bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, reisbureau en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen; 1.32 Evenementen gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur; 1.33 Gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.34 Gestapelde woning een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen; 1.35 Groen Bermen, bomen, beplanting, parken en plantsoenen en ander daarmee vergelijlbaar groen. 1.36 Groothandel in smart-, grow- en/of headproducten elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, of kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen etc.) ten behoeve van het kweken van planten die psychotrope stoffen bevatten, of benodigdheden ten behoeve van het gebruiken van psychotrope stoffen, of voor het gebruiken of bewerken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van eigen beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en levering van deze stoffen; 1.37 Growshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen etc.) ten behoeve van het kweken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze kweekbenodigdheden; 1.38 Headshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van benodigdheden ten behoeve van het gebruiken van psychotrope stoffen, of voor het gebruiken of bewerken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze benodigdheden; 1.39 Hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; 1.40 Horeca Horeca 1: een zelfstandig winkelondersteunend daghorecabedrijf, overwegend gebonden aan de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel conform de Winkeltijdenwet en de gemeentelijke regelgeving aangaande winkeltijden, dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van maaltijden, drank, consumptie-ijs aan winkelend publiek voor consumptie ter plaatse (lunchroom, koffie-/theehuis, ijssalon). Bij deze vorm van horeca dient de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit te passen binnen een winkelgebied (centrumgebied), en is zij gebonden aan en/of ondersteunend voor de (winkel)functie van dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere gebruiksvormen in en het karakter van het gebied; Horeca 2: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (restaurant), met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken; Horeca 3: een combinatie van horeca 2 (restaurant) en horeca 4 (café); Horeca 4: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse verstrekken en consumeren van dranken, met uitzondering van een seksinrichting (café, bar); Horeca 5: elke voor het publiek, al dan niet tegen betaling toegankelijke lokaliteit, die in belangrijke mate is ingericht of wordt gebruikt voor het dansen en waarin al dan niet dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, met uitzondering van een seksinrichting (discotheek, bar-dancing, partycentrum); Horeca 6: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bereiden en verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet voor consumptie ter plaatse, die snel bereid worden en relatief goedkoop zijn (zoals cafetaria, snackbar, automatiek, fastfoodrestaurant, fastfoodbezorging, fastfoodafhaal, grillroom, shoarma, kebab, pizza-afhaal/-bezorging); Horeca 7: een bedrijf dat is gericht op het bieden van logies (per nacht) met de daarbij behorende voorzieningen zoals een restaurant en vergader- en congresfaciliteiten (hotel). 1.41 Kamerverhuur het verschaffen van woonverblijf aan meer dan één huishouden, met dien verstande dat het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal 2 personen, door een eigenaar (hospita) die in dezelfde woning woont niet als kamerverhuur wordt aangemerkt; 1.42 Kantoor een gebouw ten behoeve van een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen; 1.43 Maatschappelijke voorzieningen: voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid (medisch en paramedisch), zorg, cultuur, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen en daarmee gelijk te stellen bedrijven of instellingen; 1.44 Mantelzorg langdurige zorg die niet in het kader van een hulpbehoevend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten van elkaar overstijgt; 1.45 Nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, telefooncellen, collectieve energievoorzieningen (o.a. warmtepompen) en apparatuur voor telecommunicatie; 1.46 Ondergeschikte horeca het bedrijfsmatig verstrekken van met name niet-alcoholische dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de ondergeschikte horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie. 1.47 Ruimtelijke kwaliteit kwaliteit van een gebied dat bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde; 1.48 Seksinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/ pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.49 Smartshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze stoffen; 1.50 Woning een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden. Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 Afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens van het bouwperceel; 2.2 Bebouwingspercentage het deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden; 2.3 Bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 Dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.5 Diepte van een gebouw de lengte van een gebouw gemeten loodrecht vanaf de voorgevel, dan wel vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd; 2.6 Goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.7 Hoogte van een dakopbouw Vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw; 2.8 Inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.9 Lessenaarsdak In afwijking van het bepaalde in de leden 2.3. en 2.6. bij een woning met een lessenaarsdak wordt het hoogste punt van het bouwwerk aangemerkt als bouwhoogte en het laagste punt van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel als goothoogte; 2.10 Ondergeschikte bouwdelen bij de toepassing van de regels worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt; 2.11 Oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.12 Peil voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld; HOOFDSTUK 2 bestemmingsregels Artikel 3 Centrum 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: Op de begane grond: detailhandel dienstverlening; horeca conform de aanduidingen op de verbeelding; kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak tot maximaal 500 m2; cultuur en ontspanning; maatschappelijke voorzieningen; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "supermarkt" tevens voor een supermarkt; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag een woning worden opgericht. Op de verdiepingen: wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur' tevens kamerverhuur tot een maximum van24 kamers. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "kantoren" tevens kantoren met een gezamenlijk oppervlak van niet meer dan 1.000 m2; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "hotel" tevens voor horeca in categorie 7. met daarbij behorende (ondergrondse) parkeervoorzieningen; ondergeschikte horeca fietsenstallingen; nutsvoorzieningen; waterhuishoudkundige voorzieningen. 3.2 Bouwregels Ten aanzien van het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 12 alsmede de volgende bepalingen. 3.2.1 Gebouwen Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd; Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; Bij gestapelde woningen mogen geringe bouwwerken, zoals liften, entreepartijen, trapportalen en trappenhuizen, buiten het bouwvlak worden gesitueerd tot een maximum van 30 m2 en balkons/erkers tot een maximum van 10 m2 per balkon/erker; De goot- en/of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van luifels mag maximaal 6 meter bedragen. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. 3.2.3 Onderdoorgangen Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang te worden gerealiseerd en in stand gehouden. 3.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen. kamerverhuur, tenzij op de gronden de aanduiding "kamerverhuur" is gelegen; de uitoefening van een bed &breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: ten hoogste 5 bedden in ten hoogste 2 kamers worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast per woning; de hoofdbewoner minimaal 60% van de wonig in gebruik houdt voor het wonen. Artikel 4 Gemengd 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: Op de begane grond: detailhandel horeca 1 tot en 2; dienstverlening; kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak tot maximaal 500 m2; maatschappelijke voorzieningen; bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zoals opgenomen in de Bijlage 1 Staat van bedrijven en inrichtingen bij deze regels; cultuur en ontspanning; Op de verdiepingen: wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "kamerverhuur" tevens kamerverhuur tot een maximum van 8 kamers. met daarbij behorende (ondergrondse) parkeervoorzieningen; ondergeschikte horeca; fietsenstallingen; nutsvoorzieningen; waterhuishoudkundige voorzieningen 4.2 Bouwregels Ten aanzien van het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 12 alsmede de volgende bepalingen. 4.2.1 Gebouwen Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd; In afwijking van het bepaalde onder a mogen uitsluitend gebouwen van ondergeschikte aard, zoals aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd; In afwijking van het bepaalde onder a mogen uitsluitend op de verdiepingen balkons gerealiseerd worden; Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; De goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven; De oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 20 m2 per bouwperceel bedragen; Vrijstaande bijgebouwen dienen achter de achtergevel of het verlengde daarvan te worden gebouwd; De bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 3 meter bedragen; Vrijstaande bijgebouwen mogen op de bouwperceelsgrens worden gebouwd, dan wel op een afstand van minimaal 1 meter. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van luifels mag maximaal 6 meter bedragen. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. 4.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen. kamerverhuur, tenzij op de gornden de aanduiding 'kamerverhuur' is gelegen; De uitoefening van een bed &breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: ten hoogste 5 bedden in ten hoogste 2 kamers worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast per woning; de hoofdbewoner minimaal 60% van de woning in gebruik houdt voor het wonen. 4.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in : artikel 4.1. onder f, voor een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit die naar aard en invloed op de omgeving gelijk is te stellen met de in deze regels direct toegelaten activiteiten met dien verstande dat dit niet geldt voor de vestiging van; zelfstandige detailhandel; zelfstandige kantoren; horecabedrijven; bedrijven welke vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; risocovolle bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Bevi; voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat: maximaal 60 m² van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt; het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat; de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving; de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mag zijn; voor het gebruik en/of (ver)bouwen van aan- en uitbouwen en een bijgebouw bij een bestaande woning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat: maximaal 60 m² van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend; de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning; de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving; er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven; zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd; Artikel 5 Groen 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: groen; water; nutsvoorzieningen; verhardingen in de vorm van voet- en fietspaden; speelvoorzieningen; kunstobjecten (waaronder beelden). 5.2 Bouwregels 5.2.1 Algemeen De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 5 meter bedragen. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van kunstobjecten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. Artikel 6 Verkeer 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: wegen, straten en paden; parkeren; nutsvoorzieningen; speelvoorzieningen; kunstobjecten (waaronder beelden); fietsenstallingen; groen; water. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum 1' tevens voor geringe uitbreidingen uitsluitend in de vorm van balkons/erkers en luifels; 6.2 Bouwregels 6.2.1 Algemeen De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. In afwijking van lid a mogen ter plaatse van de aanduiging 'specifieke vorm van centrum 1 'balkons/erkers en luifels worden opgericht over een breedte van maximaal de breedte van het hoofdgebouw, waarbij de luifels en balkons/erkers behoren, minus 2 meter. 6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 5 meter bedragen. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van kunstobjecten mag maximaal 8 meter bedragen. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. Artikel 7 Woongebied 7.1 Bestemmingsomschrijving 7.1.1 Algemeen De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van kamerverhuur; ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" uitsluitend op de begane grond tevens voor detailhandel, met daarbij behorende nutsvoorzieningen; verkeer; groen; d. water, verhardingen. 7.2 Bouwregels Ten aanzien van het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 12 alsmede de volgende bepalingen. 7.2.1 Algemeen Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd; In afwijking van het bepaalde onder a mogen uitsluitend aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd; Per bouwperceel is maximaal één woning toegestaan; Per hoofdgebouw is maximaal één woning toegestaan; Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; De goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. 7.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Aan- en uitbouwen dienen 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen op de perceelsgrens dan wel op een minimum afstand van 1 meter van deze grens worden gebouwd; Vrijstaande bijgebouwen mogen worden gebouwd tot een gezamenlijk oppervlak van 60 m² per bouwperceel. ter plaatse van de bouwaanduiding "bijgebouwen" tevens voor bijgebouwen ten behoeve van de bestemming 'Gemengde doeleinden'; De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 3 meter bedragen. De bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 5 meter bedragen. 7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter. 7.3 Specifieke gebruiksregels De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien: ten hoogste 5 bedden in ten hoogste 2 kamers worden gebruikt ten behoeve van Bed & Breakfast per woning; de hoofdbewoner minimaal 60% van de woning in gebruik houdt voor het wonen. Artikel 8 Leiding 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: ter plaatse van de aanduiding 'leiding – water' voor een leiding voor water. 8.2 Bouwregels 8.2.1 Algemeen Ingeval van strijdigheid van bepalingen, gaan de bepalingen van dit artikel voor die van de bepalingen van de enkelbestemming en overige dubbelbestemmingen; in afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen, mag niet worden gebouwd, anders dan gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming 'leiding'. 8.2.2 Gebouwen De hoogte van gebouwen mag maximaal 4 meter bedragen. 8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen. 8.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande dat: vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder; de bouwregels van de betreffende bestemmingen in acht worden genomen; de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad. 8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren: het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden; het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling; het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd; het aanleggen van andere ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: het normale onderhoud betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding- en/of energievoorzieningbeheerder ontstaat of kan ontstaan en vooraf schriftelijk positief advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Artikel 9 Waarde - Archeologie 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. 9.2 Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming 'Waarde - Archeologie', met uitzondering van: gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd ook de situering gelijk blijft en waarbij bijbehorende grondwerkzaamheden niet dieper gaan dan 0,30 meter ten opzichte van het bestaand maaiveld; de bouw of uitbreiding van bouwwerken tot een oppervlakte van maximaal 100 m²; met inachtneming van het bepaalde in de overige voor dat perceel geldende basisbestemming(en). 9.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 indien op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of anders met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen. 9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren mits deze een grotere oppervlakte betreffen dan 100 m2: het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden; het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd; het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen mits dieper dan 0,30 meter wordt ontgraven; het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen; het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling; alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein. Aan een vergunning als onder lid a. bedoeld, kunnen voorwaarden worden verbonden indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld en het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel te behouden. Geen omgevingsvergunning is vereist indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden aanwezig zijn en geen archeologische waarden worden aangetast. Artikel 10 Waarde - Beschermd stadsgezicht 10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van actuele en het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden binnen het beschermd stadsgezicht. 10.2 Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen geldt voor het bouwen van bouwwerken dat het vergroten of veranderen van de bestaande bebouwing uitsluitend is toegestaan, indien de vergroting of verandering uitsluitend zichtbaar is van het achtererfgebied. 10.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 teneinde: de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand of object gelet op: bouwmassa naar hoofdafmeting en onderlinge verhoudingen; dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten en schoorstenen; gevelindeling naar ramen, deuren en erkers; het verbouwen van twee zijdelings aan elkaar grenzende gebouwen, op geen van welke deze afwijking eerder is toegepast, tot één geheel, mits: er geen (delen van) muren met monumentale waarden worden verwijderd; de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig wordt aangetast. Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit over de aanvraag om ontheffing en de eventueel daar aan te stellen voorwaarden. 10.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen: Het in lid a. vermelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke: het normaal onderhoud en beheer betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. HOOFDSTUK 3 Algemene regels Artikel 11 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 12 Algemene bouwregels Het totaal aantal woningen in de bestemmingen "Centrum", "Gemengd" en "Woongebied" mag niet meer bedragen dan 76. Artikel 13 Algemene gebruiksregels Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: het gebruik van de gronden en opstallen voor de exploitatie van een smart-, grow- en headshop, alsmede een groothandel in smart-, grow- en/of headproducten, een belwinkel of een combinatie hiervan, als ook het gebruik van de opstallen voor een seksinrichting; het gebruik van bijgebouwen bij woningen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte; het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit; het gebruik van bijgebouwen als bed &breakfast; het gebruik van een woning voor kamerverhuur. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Artikel 14 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van: de bij recht in de planregels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om technische redenen noodzakelijk is; de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 20 m² bedraagt; de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt. Artikel 15 Algemene wijzigingsregels Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, de bestemmingen wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’ met de aanduiding ‘nutsvoorziening’ voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals zend-, ontvang- en/of sirenemasten, mits de hoogte maximaal 50 meter bedraagt. Artikel 16 Algemene procedureregels Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.6, van de Wet ruimtelijke ordening, is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, van toepassing. Artikel 17 Overige regels 17.1 Parkeren Bij het bouwen op grond van deze planregels dient te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen ten aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in de Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda zoals vastgesteld op 10 september 2004 en is gewijzigd op 13 juni 2013. Het bevoegd gezag is bevoegd om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig bestemmingsplan. 17.2 Nadere eisen Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels Artikel 18 overgangsrecht 18.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%. Het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 18.2 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdig gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Artikel 19 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Binnenstad, Vlaszak.
overige waterpartijen;
overige waterpartijen;