Plan: | Randweg Boekel |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0755.BPHGRandwegBoekel-VI01 |
Het bestemmingsplan Randweg Boekel van de gemeente Boekel.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0755.BPHGRandwegBoekel-VI01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, steilranden, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), bodemtypen/bodemopbouw/bodemsamenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening.
Het (bedrijfsmatig) telen van gewassen en/of het houden van dieren.
De functie Agrarisch bedrijf - (vollegronds) teeltbedrijf, zoals opgenomen in artikel 5 van het Omgevingsplan Buitengebied 2016 zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0755.Omgevingsplan2016-ON01.
De functie Agrarisch bedrijf - veehouderij, zoals opgenomen in artikel 6 van het Omgevingsplan Buitengebied 2016 zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0755.Omgevingsplan2016-ON01.
De functie Agrarisch bedrijf - overig bedrijf, zoals opgenomen in artikel 8 van het Omgevingsplan Buitengebied 2016 zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0755.Omgevingsplan2016-ON01.
Installatie bestaande uit een antenne, een antenne-drager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en omvang ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
grondwerkzaamheden, waartoe onder meer worden gerekend:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in reliëf, verkaveling, slotenpatroon of architectuur.
Een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van publiek voor informerende, educatieve, culturele, levensbeschouwelijke doeleinden en/of doeleinden van vermaak. Onder toegestane evenementen wordt verstaan: kermissen, herdenkingsplechtigheden, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden op of aan de weg, braderieën of markten, optochten en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen evenementen.
Een bovengrondse en of ondergrondse voorziening die getroffen wordt om de diersoorten te voorzien van een passeermogelijkheid van wegen en/of water.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Buitenmuur van een gebouw, waarbij geldt:
gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid.
de onder- en bovengrond op verschillende niveaus, alsmede water, de territoriale zee en de exclusieve economische zone daaronder begrepen.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
Bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
Beneden het peil.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Overig bouwwerk, voorzien van een dak;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te hoop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder mede begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt op geen enkele wijze onder enig andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
Het vanaf een vaste plaats op een openbaar toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of etenswaren, het anderszins aanbieden van goederen en bedrijfsmatige of niet-bedrijfsmatige diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
De plankaart van het plan.
Door kunst voortgebracht voorwerp, zoals schilderijen en beelden.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 m.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de toegelaten functies zijn toegestaan:
Voor de ten behoeve van de functie toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 van de planregels voor:
met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen.
Op/in de voor "Groen" aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van herplant van te rooien beplanting.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het verbod als genoemd in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4.1 van de planregels voor de werken en werkzaamheden als genoemd in lid a t/m c, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de afschermende werling van het groen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan bebouwing, ten behoeve van:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Bij de uitvoering van de aanleg van de wegen, kunstwerken en andere met deze wegen verband houdende voorzieningen als bedoeld in 5.1 dient voldaan te worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op nabijgelegen geluidsgevoelige objecten dan wel aan de berekende geluidswaarden, zoals bepaald in het "Akoestisch onderzoek", zoals opgenomen in een bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van deze regels.
Verder mogen bij de uitvoering van de aanleg van de wegen, kunstwerken en andere met deze weg verband houdende voorzieningen als bedoeld in 5.1 geen negatieve effecten plaatsvinden op het grondwater.
De gronden die zijn aangeduid met de bestemming "Verkeer" mogen uitsluitend worden gebruikt voor verkeer, indien de realisatie van de landschappelijke inpassingsmaatregelen, zoals opgenomen in bijlage 1, is verzekerd en de duurzame instandhouding ervan is geborgd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 sub a onder 1 en het bepaalde in 5.4.1 onder a en toestaan dat de wegas maximaal 1 meter naar beide zijden verschoven mag worden, onder de voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet Geluidhinder of andere relevante wetgeving.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen zoals taluds, groen en perceelsontsluitingen.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse rioolleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding – Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in artikel 7.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend, mits hiervoor uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat.
Alvorens omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 7.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse rioolleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 3 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in artikel 8.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend, mits hiervoor uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat.
Alvorens omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 8.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aardkundige en geomorfologische waarden in het gebied.
Op of in deze gronden mag worden gebouwd, zoals is toegestaan in de overige bestemmingen van deze gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende werkzaamheden of andere werken uit te voeren:
Het verbod in artikel 9.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de betreffende aardkundige en geomorfologische waarden (wijstgronden, bolle akkers, Peelrandbreuk).
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen welke betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie', dient een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in artikel 10.2.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 10.2.2 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan een omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden:
Het bepaalde in artikel 10.2.1, 10.2.2 en 10.2.3 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 10.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' dient een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 10.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 10.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de situatie als bedoeld in artikel 10.3.4, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen, door een of meerdere bestemmingsvlakken met dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' te verwijderen of te verkleinen, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse gelegen waterlopen.
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
Middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2 ten behoeve van het oprichten van gebouwen binnen de beschermingszone mits:
Burgemeester en Wethouders winnen, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.
Het is verboden op of in de gronden met deze bestemming de volgende handelingen uit te voeren:
Met een omgevingsvergunning kan van het bepaalde in artikel 11.4 worden afgeweken, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ondergronds bouwen is toegestaan tot een diepte van 4 m onder peil en op die plaatsen waar bovengronds gebouwd mag worden. De gegeven bestemmingsomschrijving blijft onverminderd van kracht.
Tot een gebruik, strijdig met in het plan aan de grond gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Randweg Boekel van de gemeente Boekel.