Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven of bedrijfsactiviteiten behorende tot categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat niet zijn toegestaan:
-
detailhandel;
-
zelfstandige kantoren;
-
geluidzonderingsplichtige inrichtingen;
-
risicovolle inrichtingen, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
-
ter plaatse van de aanduiding "detailhandel": tevens voor detailhandel die een directe relatie hebben met de op het perceel uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg": tevens voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG-verkoop behorend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg": tevens voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG-verkoop behorend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten": is geen bedrijfs- of dienstwoning toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - detailhandel in badkamers": tevens voor detailhandel in badkamers;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - hout- en bouwmaterialenhandel": tevens voor een hout- en bouwmaterialenhandel behorend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - metaalgieterij": tevens voor een metaalgieterij behorend tot categorie 4 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - molen": tevens voor een molen;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - natuursteenbewerkingsbedrijf": tevens voor een natuursteenbewerkingsbedrijf behorend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - textielbedrijf": tevens voor een textielbedrijf behorend tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van detailhandel - smart- en growshop": tevens voor een smart- en growshop;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - karakteristiek": tevens voor behoud, versterking en/of herstel van de aan deze gronden en de daarop voorkomende bebouwing eigen zijnde cultuurhistorische en architectonische waarde;
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - rijksmonument": tevens voor behoud, versterking en/of herstel van de aan deze gronden en de daarop voorkomende bebouwing eigen zijnde cultuurhistorische en architectonische monumentale waarde;
-
ter plaatse van de aanduiding "speficieke bouwaanduiding - dove gevel": tevens voor een gesloten gevel zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
-
de bij bedrijven behorende gebouwen, andere bouwwerken en overige bij bedrijven bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1. bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
-
de hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;
-
het bebouwingspercentage per bouwvlak niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
-
de goothoogte en / of bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet minder mag bedragen dan is aangegeven met de aanduiding "Maximale goothoogte" respectievelijk "Maximale bouwhoogte";
-
in de eigen parkeerbehoefte op het perceel dient te worden voorzien;
-
een bedrijfswoning mag worden opgericht met een inhoud van ten hoogste 500 m3; waarbij de afstand van de voorgevel van de bedrijfswoning tot de voorste bestemmingsgrens niet meer mag bedragen dan 5 m
-
ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - dove gevel" geldt dat de gevel als een dove gevel dient te worden uitgevoerd;
-
de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder g ten behoeve van het verhogen van de bouwhoogte van andere bouwwerken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
de maximale bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 meter;
-
de verhoging van de bouwhoogte dient voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk te zijn.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
lid 3.1 voor de uitoefening van detailhandel indien het detailhandel als een ondergeschikt en niet zelfstandig deel van de bedrijfsvoering betreft, waarbij per bedrijfsperceel het aantal m² bedrijfsvloeroppervlakte voor detailhandel niet meer dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;
met dien verstande dat:
-
geluidszoneringsplichtige en Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
-
benzineservicestations met LPG-verkoop voor zover voorkomend in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten niet zijn toegestaan.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding van de in lid 3.1 onder l genoemde gronden te laten vervallen indien uit onderzoek is gebleken dat het betreffende gebruik langer dan een jaar is beëindigd waardoor er geen gebruiksactiviteiten (meer) aanwezig zijn die handhaving van de aanduiding voor een smartshop, growshop en/of groothandel in smart- en growproducten rechtvaardigen.
Artikel 4 Centrum - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Centrum 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven of bedrijfsactiviteiten behorend tot categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bijlage van dit bestemingsplan gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten waarbij aan de voorgevelzijde een ruimte voor detailhandelsverkoop in gebruik dient te zijn;
-
detailhandel op de begane grond en de kelderverdieping,
-
met uitzondering van dienstruimtes die op alle verdiepingen zijn toegestaan
-
met dien verstande dat supermarkten en warenhuizen niet zijn toegestaan;
-
dienstverlening op de begane grond en kelderverdieping, met uitzondering van dienstruimtes die op alle verdiepingen zijn toegestaan;
-
kantoren op de begane grond;
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
ondersteunende horeca bij detailhandel waarbij de oppervlakte van de ondersteunende horeca niet meer mag bedragen dan 10% van het verkoopvloeroppervlak met een maximum van 25 m²;
-
wonen in een woning uitsluitend in combinatie met de in dit artikel genoemde functies tenzij het pand vanaf het moment dat het ontwerpplan ter inzage is gelegd, reeds uitsluitend als woning in gebruik is;
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
de hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;
-
de goot hoogte en/of bouwhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven; met de aanduiding "maximale goothoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte";
-
het bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven; indien geen bebouwingspercentage is opgenomen mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
-
ter plaatse van de aanduiding "gestapeld": uitsluitend gestapelde woningen;
-
buiten het bouwvlak gronden mogen worden gebruikt en bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en overkappingen mogen worden opgericht tevens ten behoeve van de in het bouwvlak al dan niet specifiek aangeduide functies, waarbij:
-
de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en overkappingen niet meer dan 100% van het perceelsgedeelte mag bedragen;
-
de goothoogte van een aanbouw, uitbouw, of aangebouwde overkapping mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag plus 25 cm. van het hoofdgebouw;
-
de goothoogte van een bijgebouw of vrijstaande overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.;
-
de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 5 m.;
-
voor zover de gebouwen worden afgedekt met een kap, de dakhelling ten hoogste 45º mag bedragen;
-
de hoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 1 m. en van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in lid 4.2 onder d ten behoeve van het verticaal splitsen van hoofdgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
de breedte dient te worden afgestemd op de heersende perceelsbreedten in de omgeving;
-
de breedte van het hoofdgebouw mag in ieder geval niet minder dan 4 m bedragen;
-
te behoeve van parkeren of stallen van auto's moet in voldoende mate worden voorzien in relatie tot de afwijking.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
-
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
-
de gronden en opstallen te gebruiken als coffeeshop, smart- en /of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel is niet toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijking ten behoeve van detailhandel op de verdieping
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van detailhandel op de verdieping, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
afwijking is toegestaan indien:
-
dit resulteert in toepassing van een hoogwaardig winkelconcept;
-
hiermee vestiging van een winkelformule mogelijk wordt die een aanvulling op of completering van bestaande winkelformules betekent;
-
hiermee vestiging van een winkelformule resulteert in versterking van de structuur van de binnenstad of het te onderscheiden deelgebied;
-
aangetoond dient te zijn dat uitbreiding op de begane grond (naar achteren of in naastgelegen panden) niet tot de mogelijkheden behoort.
4.5.2 Afwijkingen ten behoeve van de vestiging van een Bed & Breakfast
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van de vestiging van een Bed & Breakfast, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
de vergunning mag worden verleend voor kleinschalige vorm van onderbrenging van recreanten in bestaande bebouwing ( 1 tot ongeveer 6 personen, maximaal 3 kamers, logies met ontbijt) ondergeschikt aan de woonfunctie;
-
afwijking is toegestaan indien:
-
de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, zodanig dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m², en dat bedoeld gebruik geen onevenredige hinder mag opleveren voor het woon- en leefmilieu en geen afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de omgeving;
-
het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
-
het gebruik naar aar met het karakter van de omgeving in overeenstemming is;
-
degene die de Bed & Breakfast verzorgt tevens de gebruiker van de woning dient te zijn;
-
de activiteiten geen publieksgericht karakter mogen hebben waarbij de verkeersafwikkeling nadelig wordt beïnvloed;
-
er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting en afwikkeling van het autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
-
er geen detailhandel wordt uitgeoefend, tenzij dit een normaal en ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsvoering betreft;
-
de vergunning mag worden verleend voor vestiging van Bed & Breakfast:
-
in het hoofdgebouw, in afwijking hiervan zijn activiteiten in bijgebouwen -gesitueerd op hetzelfde perceel als het hoofdgebouw - toegestaan mits:
-
de bijgebouwen in de onmiddellijke nabijheid van het hoofdgebouw liggen;
-
de erfinrichting en het gebruik van het perceel is afgestemd op de hoofdbestemming;
-
in bestaande gebouwen; in afwijking hiervan is ondergeschikte aanvullende nieuwbouw toegestaan indien het uiterlijk van de gebouwen niet ingrijpend wordt gewijzigd;
-
de vergunning wordt niet verleend indien er sprake is van gestapelde woningen (appartementen), woningen met één slaapkamer, of studio's.
4.5.3 Afwijking voor horecavestiging
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van de vestiging van hotels, restaurants, broodjeszaken en ijssalons, alsmede voor horecavormen waarvan de openingstijden parallel lopen met de tijden van bedrijven die vallen onder de Winkelsluitingswet, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
de vergunning kan uitsluitend worden verleend voor vestiging in de Vlaszak; per straat mogen niet meer dan 2 omgevingsvergunningen tegelijkertijd van kracht zijn;
-
er mag geen sprake zijn van een achteruitgaan van de woon- en werkomstandigheden in de omgeving en het karakter van de straat;
-
het uiterlijk aanzien van de omgeving mag niet worden aangetast;
-
er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting en afwikkeling van het autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers.
4.5.4 Afwijking van Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1:
-
om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
-
om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.
4.5.5 Afwijking voor bijzondere woonvormen en of kamerverhuur
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van bijzondere woonvormen en/of kamerverhuur, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
er dient sprake te zijn van een woonvorm die verwantschap heeft met bewoning door een gezin of een vorm van een vast samenlevingsverband, met dien verstande dat de samenstelling van personen mag wisselen;
-
bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving, waarbij aangetoond dient te worden dat de betreffende woonvorm geen beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
-
er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting en afwikkeling van het autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
-
vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
-
bij kamerverhuur kan uitsluitend ontheffing worden verleend voor bewoning door maximaal 4 personen per woning.
4.5.6 Afwijking voor gehele pand als woning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 onder g waardoor het gehele pand als woning in gebruik kan worden genomen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
het bouwplan is gericht op herstructurering en versterking van de ruimtelijke functionele kwaliteit van de locatie;
-
het bouwplan dient geen afbreuk te doen aan de detailhandelsstructuur ter plaatse;
-
het bouwplan dient te passen in het ruimtelijk-functionele patroon waaronder in ieder geval wordt verstaan dat het bouwplan dient aan te sluiten bij de bebouwingskarakteristiek van de naastgelegen panden.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het splitsen in gestapelde woningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
er mag geen sprake zijn van nadelige gevolgen voor de karakteristiek van het gebouw; bij monumenten dient dit te blijken uit een bouwhistorisch onderzoek;
-
er dient te worden voorzien in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor bewoners en bezoekers;
-
per verdieping mag ten hoogste één woning worden gerealiseerd.
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
detailhandelsbedrijven, met dien verstande dat:op de percelen Wouwsestraatweg 120-122 en Acacialaan 1 supermarkten en warenhuizen niet zijn toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": tevens voor een bedrijfs- of dienstwoning;
met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en (parkeer)voorzieningen en erven.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
de gebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak, waarbij het bouwvlak volledig mag worden bebouwd;
-
de goot- en/of bouwhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan binnen het bouwvlak of een gedeelte daarvan is aangegeven met de aanduiding "maximale goothoogte" respectievelijk "maximale bouwhoogte";
-
ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" mag een (inpandige) bedrijfs- of dienstwoning worden opgericht met een inhoud van ten hoogste 500 m³;
-
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
de bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging mag, met uitzondering van het perceel Antwerpsestraatweg 385, niet minder bedragen dan 500 m² en niet meer bedragen dan 2100 m².
5.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in lid 5.2 onder e ten behoeve van ten hoogste 4 vestigingen met een oppervlakte van ten minste 300 m².
Artikel 6 Leiding - Gas
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding-Gas" aangewezen gronden zijn, ter plaatse van de aanduiding "hartlijn Leiding-Gas" en binnen een afstand van 4 meter aan weerszijden van de aanduiding, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gasleiding en de belangen van de gasleiding bestaande uit een ongestoorde nuts- en energievoorziening
6.2 Bouwregels
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals meet- en regelkasten, die noodzakelijk zijn voor een doelmatig beheer van de aangegeven leiding.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van bouwwerken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van leidingen en de veiligheid daarvan;
-
vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leidingen omtrent het onder in lid a gestelde.
6.4 Specifieke gebruiksregels
De bestemming "Leiding-Gas" alsmede de regels onder lid 6.2 en 6.3 zijn slechts van toepassing indien en voor zover de aangeduide leiding in functie is.
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in lid 6.2 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
-
het aanleggen of verharden vanwege, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
het uitvoeren van de graafwerkzaamheden;
-
het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
-
het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
-
het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
-
het vellen of rooien van houtgewas;
-
het graven van sloten en het leggen van (drainage)leidingen;
-
het ontginnen, ontgronden, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren
-
het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen.
6.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
Het onder lid 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
-
andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
werken en werkzaamheden welke worden uitgevoerd in het kader van het normale onderhoud en beheer van de aanwezige leiding.
6.5.3 Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door te stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
6.5.4 Advies
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag schriftelijke advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Artikel 7 Waarde - Archeologie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.
7.2 Bouwregels
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels toegestaan.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren dieper dan 0,5 m en over een oppervlakte groter dan 100 m²:
-
het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;
-
het bodemverlagen of afgraven van gronden;
-
het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur (voorzover geen bouwwerken zijnde);
-
het graven of dempen van sloten, watergangen en vijvers.
7.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
Het onder lid 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke uit het oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder worden in ieder geval werken of werkzaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m en een oppervlakte kleiner dan 100 m² betreffen.
7.3.3 Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 is slechts toelaatbaar indien door de werken of werkzaamheden de archeologische waarde van de gronden niet in onevenredige mate wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor behoud van die waarde niet onevenredig wordt verkleind.
7.3.4 Advies
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag schriftelijke advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.
7.4 Wijzigingsbevoegdheid
7.4.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na overleg met de sectie Welstandsmonumentencommissie van Bergen op Zoom, de in lid 7.1 bedoelde bestemming te laten vervallen indien uit onderzoek is gebleken dat, hetzij door archivering van de aanwezige waarden, hetzij anderszins, geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn die handhaving van de bestemming rechtvaardigen.
7.4.2 Advies
Alvorens te beslissen omtrent een wijziging als bedoeld in lid 7.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.
Artikel 8 Waarde - Cultuurhistorie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde-Cultuurhistorie", zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en /of versterking van de aanwezige historisch-ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht.
8.2 Bouwregels
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen, in aanvulling op het bepaalde in artikel 4, de volgende regels:
-
de regels laten onverlet hetgeen met betrekking tot monumenten in de zin van de Monumentenwet, bij of krachtens die wet is bepaald;
-
ten aanzien van de voorgevel:
-
de voorgevel van een hoofdgebouw dient in of evenwijdig aan de voorgevelbouwgrens te wroden geplaatst;
-
samenvoeging van hoofdgebouwen is toegestaan met dien verstande dat de afzonderlijke panden zowel in bouwkundige hoofdstructuur als in architectonische verschijningsvorm individueel herkenbaar dienen te blijven;
-
ten aanzien van daken:
-
de hoofdgebouwen dienen over de gehele oppervlakte met een zelfstandig dak te worden gebouwd, met dien verstande dat dit neit geldt voor reeds aanwezige gebouwen op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
-
de gebouwen moeten zijn voorzien van een bekapping welke geen andere vorm en nokrichting mag verkrijgen dan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 voor zover het betrokken bouwplan geen onevenredige afbreuk doet aan en mede strekt tot behoud of versterking van de aanwezige historisch-ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht. Hieronder wordt tevens begrepen dat kan worden toegestaan dat de op de plankaart aangegeven goothoogte van een gebouw wordt veranderd door toevoeging van een extra verdieping indien voorheen een dergelijke extra bouwlaag aanwezig is geweest zoals blijkt uit een te verrichten bouwhistorisch onderzoek.