direct naar inhoud van Regels
Plan: Hoogstratensebaan 97 te Castelre
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.WPHoogstratenseb97-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

Het wijzigingsplan 'Hoogstratensebaan 97 te Castelre' van de gemeente Baarle-Nassau.

1.2 Wijzigingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0744.WPHoogstratenseb97-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Op het plan zijn de regels en eventuele bijlagen van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied 2008', met identificatienummer NL.IMRO.07440000Buitengebied, aldus vastgesteld op 16-07-2009, voor zover relevant, van toepassing.

Artikel 3 Gewijzigde regels

De regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied 2008' van de gemeente Baarle-Nassau, aldus vastgesteld op 16-07-2009, worden als volgt gewijzigd:

Artikel 2. Wijze van meten

2.2

In lid 2.2 wordt de bepaling als volgt gewijzigd:

De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op ondergeschikte gevelisolatie, goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en vergelijkbare bouwonderdelen.

Artikel 6 Agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden

In artikel 6 wordt 'agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden' gewijzigd naar 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', conform SVBP2012. De regels uit dit artikel blijven van toepassing.

Artikel 18. Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

Aan lid 18.1 wordt onder sub b de volgende voorwaarde toegevoegd (de navolgende voorwaarden worden vernummerd):

b. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

18.2 Bouwregels

Aan sublid 18.2.2 worden de volgende voorwaarden toegevoegd:

e. Het slopen van of realiseren van vervangende nieuwbouw van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is niet toegestaan.

f. De bestaande oppervlakte aan bijgebouwen mag niet worden uitgebreid.

g. De maximale inhoud van een woning bedraagt 750 m³ en als de inhoud meer bedraagt mag de inhoud niet worden uitgebreid.

18.3 Specifieke gebruiksregels

Aan lid 18.3 worden de volgende bepalingen toegevoegd:

18.3.6 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing Hoogstratensebaan 97

Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' aan de Hoogstratensebaan 97 is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, binnen 1 jaar na onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.

18.3.7 Afwijken landschappelijke inpassing Hoogstratensebaan 97

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.3.6 van dit wijzigingsplan, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan, zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, mits in plaats daarvan andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat deze landschapsmaatregelen:

  • a. minimaal gelijkwaardig zijn aan de in het landschappelijk inpassingsplan opgenomen landschapsmaatregelen;
  • b. voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in het landschappelijk inpassingsplan genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
  • c. zijn afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken.

De volgende bepalingen worden toegevoegd aan de (dubbel)bestemmingen van het bestemmingsplan (de navolgende voorwaarden worden vernummerd):

Artikel 23 Waarde - Archeologie hoog 1

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie hoog 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.

23.2 Bouwregels

23.2.1 Algemeen

  • a. Ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende bouwregels - uitsluitend worden gebouwd indien:
  • b. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. de betrokken archeologische waarden, gelet op de rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

23.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 23.2.1 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:

  • a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  • b. bodemingrepen niet groter dan 100 m² dan wel indien groter dan 100 m² niet dieper dan 40 cm;
  • c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm, zonder heiwerkzaamheden of op een andere wijze van indrijven van voorwerpen kan worden geplaatst.

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

23.3.1 Verbodsbepaling

Het is verboden op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoog 1' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • c. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.

23.3.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in lid 23.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid;
  • b. reeds rechtmatig in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • d. die onderdeel zijn van een ingreep in de bodem met een oppervlakte van niet meer dan 100 m².

23.3.3 Toelaatbare werken

De werken en werkzaamheden, zoals in 23.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

Artikel 24 Waarde - Archeologie middel

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie middel' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.

24.2 Bouwregels

24.2.1 Algemeen

Ten behoeve van de voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende bouwregels - uitsluitend worden gebouwd indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op de rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

24.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 24.2.1 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:

  • a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  • b. bodemingrepen niet groter dan 2.500 m² dan wel indien groter dan 2.500 m² niet dieper dan 40 cm;
  • c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm, zonder heiwerkzaamheden of op een andere wijze van indrijven van voorwerpen kan worden geplaatst.

24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.3.1 Verbodsbepaling

Het is verboden op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middel' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • c. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.

24.3.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in 24.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid;
  • b. reeds rechtmatig in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • d. die onderdeel zijn van een ingreep in de bodem met een oppervlakte van niet meer dan 2.500 m².

24.3.3 Toelaatbare werken

De werken en werkzaamheden, zoals in 24.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

Artikel 27. Algemene bouwregels

Aan artikel 27 (na doornummering) worden de volgende bepalingen toegevoegd:

27.4 Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen

27.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden':

  • a. de op deze gronden aanwezige gebouwen qua profiel, bouwmassa, gevelkarakteristiek, detaillering, kleur- en materiaalgebruik, situering en oriëntatie zodanig te veranderen dat een aantasting ontstaat van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Het behoud van de verschijningsvorm heeft hoge prioriteit;
  • b. nieuwe gebouwen toe te voegen die de cultuurhistorische waarden van de bestaande gebouwen afzonderlijk en/of als geheel aantasten.

27.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 27.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd;
  • b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.

27.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de aanwezige gebouwen;
  • b. oorzaken van bouwtechnische aard het voortbestaan van het gebouw in gevaar brengen;
  • c. een vergroting van de inhoud van het gebouw noodzakelijk is voor het aanbrengen van gevelisolatie.

27.4.4 Advies deskundige

Alvorens een besluit te nemen op een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld lid 27.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij de monumentencommissie omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de cultuurhistorische waarden van de gebouwen en de omgeving.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Hoogstratensebaan 97 te Castelre'.