direct naar inhoud van Regels
Plan: Janshove
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.BVOjanshove-d001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening

de beheersverordening “Janshove” met identificatienummer NL.IMRO.0744.BVOjanshove-d001 van de gemeente Baarle-Nassau;

1.2 beheersverordening

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 besluitvlak

een geometrisch bepaald gebied binnen het werkingsgebied van een gebiedsgericht besluit;

1.4 bestemmingsplan

het aan de beheersverordening voorafgaande onherroepelijke bestemmingsplan;

1.5 gemeentelijk bouwarchief

het geheel van bij de gemeente in beheer zijnde documenten over de bouw- en gebruiksrechten van gronden en opstallen binnen het grondgebied van de gemeente.

Hoofdstuk 2 Beheerregels

Artikel 2 Algemene regels

Op de gronden die zijn aangegeven als 'besluitvlak', wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

  • a. de planregels die zijn opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende Bijlage 1 “Planregels besluitvlak”, uitgezonderd de navolgende artikelen:
    • 1. artikel 3;
    • 2. artikel 4.3;
    • 3. artikel 4.6;
    • 4. artikel 5;
    • 5. artikel 6;
    • 6. artikel 7;
    • 7. artikel 9;
    • 8. artikel 12;
    • 9. artikel 13;
  • b. de verbeelding die is opgenomen in de van deze verordening deel uitmakende Bijlage 2 “Verbeelding besluitvlak”;


dan wel,

  • c. de na inwerkingtreding van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden besluiten bij of krachtens de artikelen 15 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), dan wel artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening (Wro), dan wel artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijk bouwarchief.

Artikel 3 Overige regels

3.1 Parkeerregeling
  • a. bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en / of afwijken dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de “Nota Parkeernormen 2011” en als Bijlage 3 aan deze regels is gehecht;
  • b. het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub a. indien wordt voorzien in een parkeervoorziening, die gelet op de parkeerbelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is als bedoeld in sub a., daarbij rekening houdend met de reeds bestaande bebouwing ter plaatse en de mogelijkheid van dubbelgebruik;
  • c. indien de “Nota Parkeernormen 2011” als bedoeld onder sub a. gedurende de werkingsperiode van deze beheersverordening wordt gewijzigd, wordt bij de verlening van de omgevingsvergunning rekening gehouden met die wijziging.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%;
  • c. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de beheersverordening “Janshove”.