direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Landgoed Hooghuys
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.BSPLgHooghuys-d001

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en/of herstel en ontwikkeling van de ecologische, landschappelijke en natuurwaarden van niet beboste gronden zoals poelen, waterpartijen, waterlopen, heide en graslanden;
  • b. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van de levensgemeenschappen van bossen en overige natuurgebieden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - levensgemeenschappen van bossen en overige natuurgebieden';
  • c. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van leefgebied voor amfibieën en reptielen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - leefgebied amfibieën en reptielen';
  • d. instandhouding en/of herstel van de cultuurhistorisch waarden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • e. het behoud van voorkomende abiotische, natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en aardkundige waarden;
  • f. versterking van cultuurhistorische landschapswaarden;
  • g. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • h. (onverharde) paden en wegen.

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de als ‘Natuur’ bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van natuurbeheer en extensief recreatief medegebruik. Het gaat hierbij om banken, bewegwijzering, picknicktafels e.d. met een maximale oppervlakte van 12 m² en een maximale bouwhoogte van 2 meter.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Algemene verbodsbepaling

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

6.4.2 Specifiek strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoeld in 6.4.1 worden in ieder geval die vormen van gebruik verstaan welke met betrekking tot de binnen deze bestemming aanwezige waarden in de als bijlage ingevoegde ‘Tabel omgevingsvergunning/strijdig gebruik' als zodanig zijn aangegeven.

6.4.3 Overig strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoeld in 6.4.1 wordt voorts in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. (motor)crossen;
  • c. grootschalige openluchtevenementen en andere vormen van intensief dagrecreatief medegebruik;
  • d. een seksinrichting;
  • e. het houden van een kampeerterrein, waaronder tevens de beoefening van kleinschalig kamperen en natuurkamperen wordt verstaan, maar niet de beoefening van paalkamperen;
  • f. het aanbrengen dan wel oprichten van teeltondersteunende voorzieningen;
  • g. parkeerterrein.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het in 6.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1 Verbodsbepaling

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren welke met betrekking tot de binnen deze bestemming aanwezige waarden in de als bijlage 1 opgenomen ‘Tabel omgevingsvergunning / strijdig gebruik’ als zodanig zijn aangegeven.

6.6.2 Met omgevingsvergunning toelaatbare werken

Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 6.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de betreffende bestemming of dubbelbestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

6.6.3 Uitzonderingen op verbod

Het onder 6.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. legale werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. afgravingen die vergunningsplichtig zijn op grond van de provinciale ontgrondingenverordening en waarvoor een ontgrondingenvergunning is afgegeven;
  • d. de werken en/of werkzaamheden ‘aanbrengen van houtgewas’ en ‘rooien van houtgewas’ voor wat betreft erfbeplantingen.