Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Asten veegplan 2015-1 |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0743.BP02015002-VS01 |
Minimaal | Maximaal | |
Afstand tot perceelsgrens/bestemmingsgrens | 3 meter | n.v.t. |
Afstand tot de as van de weg | 15 meter | n.v.t. |
Hoogte tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van wandelkappen, hagelschermen en schaduwhallen alsmede boomteelthekken | n.v.t. | 2,5 meter |
Hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van recreatief medegebruik zoals banken, picknicktafels e.d. | n.v.t. | 2 meter |
Hoogte erf/perceelsafscheidingen | n.v.t. | 1,5 meter |
werken/werkzaamheden | criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke en waarden; |
het aanleggen van waterbassins/waterbergingen | 1. De aanleg van het waterbassin/waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatste; dit betekent dat de afstanden die voor de bebouwing ten opzichte van de weg zijn voorgeschreven dienen te worden aangehouden. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | a. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; |
1. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 30 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; 2. de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; 3. het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk | er mag geen negatief effect optreden op de waterhuishoudkundige situatie. |
Bouwwerken | Minimaal |
Afstand tot perceelsgrens | 3 meter |
Afstand tot de as van de weg | 15 meter |
Maatvoeringseisen Bedrijfswoningen | Maximaal |
Goothoogte | 5,5 meter |
Nokhoogte | 10 meter |
Inhoud | Maximaal 750 m³ (incl. aangebouwde bijgebouwen) tenzij: -de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; -het een bestaande woonboerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen | Minimaal | Maximaal |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | Nvt | 80 m² |
Goothoogte | Nvt | 3 meter |
Nokhoogte | Nvt | 5,5 meter |
Afstand achter voorgevellijn | 5 meter | Nvt |
Afstand tot bedrijfswoning | 1,5 meter | 25 meter |
Bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal |
Goothoogte | Nvt | 5,5 meter |
Nokhoogte | Nvt | 10 meter |
Afstand achter voorgevellijn | 5 meter | Nvt |
Afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 meter | Nvt |
Overige bouwwerken | Maximaal |
Hoogte voedersilo’s en watersilo’s | 15 meter |
Hoogte mestsilo’s | 8,5 meter |
Hoogte carports cq overkappingen | 3 meter |
Oppervlakte carports cq overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 meter |
Hoogte erfafscheidingen | Voor voorgevellijn: 1 meter Overig: 2 meter |
werken/werkzaamheden | criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke en waarden; |
het aanleggen van waterbassins/waterbergingen | 1. De aanleg van het waterbassin/waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatste; dit betekent dat de afstanden die voor de bebouwing ten opzichte van de weg zijn voorgeschreven dienen te worden aangehouden. |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | a. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; |
1. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 30 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; 2. de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; 3. het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk | er mag geen negatief effect optreden op de waterhuishoudkundige situatie. |
Bouwwerken | Minimaal |
Afstand tot perceelsgrens | 3 meter |
Afstand tot de as van de weg | 15 meter |
Bedrijfswoningen | Maximaal |
Goothoogte | 7 meter |
Nokhoogte | 10 meter |
Inhoud | Maximaal 750 m³ (incl. aangebouwde bijgebouwen) tenzij: -de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; -het een bestaande woonboerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
Vrijstaande bijgebouwen bij woningen | Minimaal | Maximaal |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | Nvt | 80 m² |
Goothoogte | Nvt | 3 meter |
Nokhoogte | Nvt | 5,5 meter |
Afstand achter voorgevellijn | 5 meter | Nvt |
Afstand tot bedrijfswoning | 1,5 meter | 25 meter |
Gebouwen | Maximaal |
Oppervlakte trekkershutten | 100 m² |
Oppervlakte gebouwen binnen bouwvlak ten behoeve van recreatief verblijf (receptie / recreatieruimte / wasruimte) | 50 m² |
Oppervlakte gebouwen binnen het bouwvlak ten behoeve van statische opslag | 1200 m² |
Oppervlakte ondersteunende recreatieve voorzieningen buiten bouwvlak | 120 m² |
Overige bouwwerken | Maximaal |
Hoogte carports cq overkappingen | 3 meter |
Oppervlakte carports cq overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 meter |
Hoogte erfafscheidingen | Voor voorgevellijn: 1 meter Overig: 2 meter |
Oppervlakte zwembad binnen het bouwvlak | 400 m² |
werken/werkzaamheden | criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen | a. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruikte; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de natuur-, ecologische en landschappelijke waarden; |
1. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 30 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; 2. de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; 3. het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk | a. er mag geen negatief effect optreden op de waterhuishoudkundige situatie. b. het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord. |
Het verwijderen van houtopstanden | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |
Bouwwerken | Minimaal |
Afstand tot perceelsgrens | 3 meter |
Afstand tot de as van de weg | 30 meter |
woningen | Maximaal |
Goothoogte | 7 meter |
Nokhoogte | 10 meter |
Inhoud | Maximaal 750 m³ (incl. aangebouwde bijgebouwen) tenzij: -de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; -het een bestaande woonboerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
Vrijstaande bijgebouwen bij woningen | Minimaal | Maximaal |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | Nvt | 80 m² |
Goothoogte | Nvt | 3 meter |
Nokhoogte | Nvt | 5,5 meter |
Afstand achter voorgevellijn | 5 meter | Nvt |
Afstand tot bedrijfswoning | 1,5 meter | 25 meter |
Overige bouwwerken | Maximaal |
Hoogte carports cq overkappingen | 3 meter |
Oppervlakte carports cq overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 meter |
Hoogte erfafscheidingen | Voor voorgevellijn: 1 meter Overig: 2 meter |
werken/werkzaamheden | criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
|
|