Easterein 19 Garyp (wijzigen bestemming)
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0737.00BPVIWP33-vg01 |
Plantype: | wijzigingsplan |
Toelichting wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied 2013, Easterein 19 te Garyp (wijziging bestemming)
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het agrarisch bedrijf Easterein 19 is door de provincie aangekocht in het kader van de aanleg van de Centrale As en de rondweg om Garyp. Het agrarisch perceel is daarna buiten gebruik genomen.
Een deel van het agrarisch bouwvlak is als cultuurgrond aan een naastliggend agrarisch bedrijf verkocht. Een ander deel (de stelpboerderij met bijbehorende bebouwing) is na een korte verhuurperiode inmiddels verkocht. De nieuwe eigenaar heeft de gemeente gevraagd om de agrarische bestemming van het perceel te wijzigen in een woonbestemming. Medewerking kan worden verleend via een wijziging ex. artikel 3.6 W.R.O. van het bestemmingsplan.
In hoofdstuk 2 wordt het planologische beleidskader geschetst op gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 3 vindt de beoordeling van het verzoek plaats. Hoofdstuk 4 behandelt de relevante omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 en 6 komen achtereenvolgens de juridische planopzet en de uitvoerbaarheid aan de orde.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Gemeentelijk beleid
Aan het betreffende perceel is in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' de bestemmingen 'Agrarisch bedrijf-grondgebonden" toegekend met de dubbelbestemming "Waarde landschap-woudenlandschap".
Bij beëindiging van de agrarische bedrijfsfunctie bevat het bestemmingsplan de mogelijkheid om met een wijzigingsbevoegdheid ex. artikel 3.6 Wro de functie van het perceel te veranderen en de bestemming te wijzigen in een woonbestemming indien ter plaatse geen agrarische bedrijfsactiviteiten meer worden uitgeoefend en de woonfunctie wordt gerealiseerd binnen de bestaande oppervlakte van de op het perceel aanwezige bebouwing. De erfbebouwing in de vorm van mestsilo's, mestopslag ed. zal daarbij worden afgebroken.
Het niet bebouwde deel van het agrarisch bouwvlak is verkocht aan een nabij gelegen agrarisch bedrijf en is in gebruik als agrarische cultuurgrond. De bestemming van deze gronden wordt overeenkomstig het huidige gebruik omgezet in "agrarisch cultuurgrond".
Eerder is in het kader van het bestemmingsplan Buitengebied door dit agrarisch bedrijf gevraagd of uitbreiding in westelijke richting tot de mogelijkheden behoort. In die procedure is extra ruimte toegekend en is het bouwvlak op het oostelijk deel van het bouwperceel in noordelijke richting vergroot. Een verdere vergroting in westelijke richting is mede afhankelijk gesteld van de Gebiedsontwikkeling Centrale As. Daarnaast kan gezien de grote van het agrarisch bedrijf het bouwvlak niet zonder meer worden vergroot maar kan dit alleen nadat het proces Nije Pleats is gevolgd.
Dit bestemmingsplan is bedoeld voor de beëindiging van de agrarische bedrijfsfunctie voor het perceel Easterein 19 te Garyp. Bij beëindiging van het agrarisch bedrijf zal het gehele agrarische bouwperceel worden opgeheven. Voor functieverruiming (vergroting van het agrarisch perceel van een bestaand agrarisch bedrijf) kent het bestemmingsplan een eigen procedure. Het bedrijf heeft op dit moment nog uitbreidingsmogelijkheden aan de noord- oost- en zuidzijde.
Hoofdstuk 3 Beoordeling
3.1 Bouwplan
Voor de interne verbouwing van de stelpboerderij zal een bouwplan worden ingediend.
3.2 Ruimtelijke inpasbaarheid
Met deze functiewijziging verdwijnt de agrarische bedrijfsmogelijkheid. Vanwege de Centrale As en de rondweg Garyp is deze boerderij destijds door de provincie aangekocht. De bij de boerderij behorende agrarische grond was nodig voor de aanleg van de weg of hebben gediend als ruilobject/compensatie voor andere agrarische bedrijven. Hierdoor is nu een lege "huiskavel" overgebleven en er is geen mogelijkheid meer om deze gronden overeenkomstig de bestemming als agrarisch grondgebonden bedrijf te gebruiken.
Aan de Easterein komen al meerdere woningen voor. Het gaat dan veelal om woonboerderijen. Een nieuwe woonfunctie past prima in deze omgeving en leidt ook niet tot beperkingen van de omliggende functies. Wanneer de stelpboerderij weer een nieuwe passende functie krijgt zal deze weer worden opgeknapt en asbestvrij worden gemaakt. Hoewel deze boerderij geen karakteristieke status heeft gekregen, betreft het wel een voor deze omgeving kenmerkend, passend en behoudenswaardig bouwwerk.
Omdat bij het bedrijf werd gewoond is het toekennen van de bestemming 'Wonen - A7' ook conform het gemeentelijk en provinciaal woningbouwbeleid. De consequenties hiervan zijn al bij het opnemen van deze wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingpslan afgewogen.
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan:
1. het straat- en bebouwingsbeeld
Dit beeld blijft grotendeels in tact of verbetert zelfs. De boerderij zal worden opgeknapt en beeldverstorende elementen (silo's, kuilplaten ed.) zullen worden verwijderd. Daarnaast wil de nieuwe eigenaar het aan de stelpboerderij aangebouwde deel verwijderen zodat de boerderij weer een solitaire en duidelijke plaatsing op het perceel krijgt. Omdat het resterende onbenutte deel van het bouwvlak weer de bestemming agrarische cultuurgrond zonder bouwmogelijkheden krijgt, bestaat er voor die gronden ook geen kans meer op een veranderend nadeliger straat- en bebouwingsbeeld.
2. de milieusituatie
Met het opheffen van de agrarische functie van het bedrijf en het toekennen van een woonbestemming aan het perceel verbetert de milieusituatie voor de omgeving. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen wordt onder punt 11 verder behandeld.
Er heeft een eindsinspectie op het perceel plaatsgevonden. Die inspectie bevestigt dat de bedrijfssituatie is beëindigd. Daarnaast is de eindsituatie met een bodemonderzoek vastgelegd.
3. de woonsituatie
De omliggende woonsituatie verbetert nu de agrarische bedrijfsmogelijkheden verdwijnen. Voor het perceel zelf kan een aanvaardbaar woon- en leefmilieu worden verzekerd. De woonbestemming ligt op voldoende afstand van de weg.
Op basis van het bovenstaande fragment van de geluidskaart van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 voor de betreffende locatie blijkt dat de 48dB contour nog op afstand van de woning ligt en dat de geluidsbelasting van het geluidsgevoelige objecten niet niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde.
4. landschappelijke waarden
De boerderij ligt op een behoorlijke afstand van de weg. In het wijzigingsplan is ervoor gekozen om het voorgebied voor de woning niet als tuin de bestemmen maar dit deel van het perceel de bestemming "agrarisch cultuurgrond) te laten behouden. Hiermee wordt de landschappelijke setting van de boerderij niet aangetast. Aanwezige houtsingelstructuren (hieronder in rood en groen aangegeven) blijven daarbij ongewijzigd:
5. de cultuurhistorische waarden
De bebouwing zelf is geïnventariseerd maar aan de bebouwing is geen monumentale of karakteristieke waarde toegekend. Dit neemt niet weg dat de stelpboerderij een kenmerkende en voor deze omgeving passende uitstraling heeft.
6. de archeologische waarde
Omdat het hier om een functiewijziging gaat en er geen grondwerkzaamheden hoeven te worden uitgevoerd, zal er geen sprake zijn van verstoring van archeologische waarden.
Op basis van de Famke kaart is voor de periode ijzertijd/middeleeuwen het advies om karterend onderzoek uit te voeren bij ingrepen groter dan 5.000 m². Voor de periode steentijd/bronstijd is onderzoek alleen voor hele grote ingrepen (boven de 2,5 hectare) nodig. Omdat dit bestemmingsplan deze ingrepen niet behelst, is verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.
7. de natuurwaarden
De functiewijziging leidt niet tot ingrepen in de natuurwaarden. Bij uitvoering van de plannen zou (bijvoorbeeld bij sloop van een deel van de opstallen) sprake kunnen zijn van verstoring. Hierin voorziet de in de Wet natuurbescherming opgenomen zorgplicht.
Iedereen heeft een algemene zorgplicht voor de bescherming en instandhouding van wilde flora en fauna. Dit geldt voor alle soorten, en specifiek voor beschermde soorten. In de Wet natuurbescherming staat welke soorten dat zijn.
8. De verkeersveiligheid
De ontsluiting van het perceel is goed geregeld en hoeft niet te worden aangepast. Met het beëindigen van de agrarische bedrijfsbestemming is de verkeersveiligheid juist gebaat omdat nu minder vaak en met minder grote en minder gevaarlijke voertuigen van de weg en uitrit gebruik wordt gemaakt.
9. de ontsluitingssituatie
Met de komst van de rondweg om Garyp is het verkeersaanbod op de Easterein fors minder geworden en is het gemakkelijker om op de weg te komen. De huidige ontsluitingssituatie blijft in stand en is voldoende veilig.
10. De parkeersituatie
Het perceel is voldoende ruim en biedt voldoende gelegenheid voor het bij de woonfunctie parkeren van auto's.
11. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
De omliggende percelen met een woonbestemming zijn gebaat bij het wijzigen van de agrarische bouwbestemming in een woonbestemming. De gebruiksmogelijkheden van deze percelen worden hierdoor niet beperkt.
Het nabijgelegen agrarische bedrijf blijft op voldoende afstand uit de woonbestemming. Gemeten vanaf het agrarische bouwvlak komt de nieuwe woonbestemming op ongeveer 73 meter. Het om het woonhuis gelegen bouwvlak ligt op circa 100 meter. Opgemerkt kan daarbij worden dat uitbreiding van de agrarische activiteiten aan de westkant van het agrarisch bouwperceel (rode cirkel hieronder, dichterbij de nieuwe woonbestemming) gelet op de inrichting van het terrein en de ligging van de eigen bedrijfswoning ook niet voor de hand ligt. Het bedrijf heeft zijn uitbreidingsmogelijkheden aan de oostkant (gele pijlen hieronder, op grotere afstand van de nieuwe woonbestemming).
Het nabij gelegen agrarische bedrijf is een melkveehouderij. In de ruimtelijke ordening wordt bij het bepalen van de milieuzonering voor dit type bedrijf de geuremissie als bepalende factor beschouwd. Op grond van de Wet geurhinder veehouderij mag buiten de bebouwde kom tussen geurgevoelige bebouwing en een emissiepunt een afstand van minimaal 50 meter worden aangehouden. Ligt de geurgevoelige bebouwing binnen de bebouwde kom, dan bedraagt deze afstand minimaal 100 meter. Hoewel in dit geval sprake is van woonbebouwing buiten de bebouwde kom, kan zelfs aan de 100 meter worden voldaan. De woonbestemming levert geen beperking voor de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende agrarische bedrijf.
Omdat het wijzigingsplan voldoet aan de in de wijzigingsbevoegdheid gestelde criteria is toepassing vand de wijzigingsbevoegdheid in beginsel mogelijk.
3.3 Functionele inpasbaarheid
Het perceel ligt in een gebied met her en der verspreid woningen en (agrarische) bedrijven. Door de bestemmingsplanwijziging wordt een, voor de omgeving, belastende functie ingeruild voor een niet belastende functie.
De nieuwe woonfunctie leidt daarbij ook niet tot een beperking van de omliggende agrarische bedrijfsfuncties omdat de woonfunctie op voldoende afstand van de agrarische bedrijven ligt.
3.4 Conclusie
Op grond van het voorgaande is de conclusie dat het verzoek past binnen het gemeentelijk beleid.
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
4.1 Ecologie
De Wet Natuurbescherming regelt de bescherming van wilde dier- en plantensoorten. In deze wet zijn de voormalige Natuurbeschermingsweg 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet opgenomen.
Het verzoek heeft betrekking op een functiewijziging van een bestaand pand. Met het oog hierop is nader ecologisch onderzoek niet nodig. Wel geldt de in deze wet opgenomen zorgplicht en hieraan zal bij werkzaamheden op het perceel of bij wijziging van bebouwing die op het perceel aanwezig is aandacht moeten worden besteed.
4.2 Archeologie
Een van de doelstellingen van het Verdrag van Malta is de afstemming van het archeologisch belang met de ruimtelijke ordening. Daarom heeft de wetgever ervoor gekozen om de bescherming van het archeologisch erfgoed in te bedden in de ruimtelijke ordening. Op grond van de Monumentenwet 1988 dient de gemeente bij het vaststellen van bestemmings- en wijzigingsplannen rekening te houden met archeologische waarden en verwachtingen.
Het wijzigingsplan heeft geen betrekking op een uitbreiding van de bouwmogelijkheden. Nader archeologisch onderzoek is dan ook niet aan de orde. Voor de volledigheid hebben wij de FAMKE kaart geraadpleegd. Verwezen wordt naar hetgeen hierover in paragraaf 3.2 onderdeel 6 is geschreven.
4.3 Water
Op grond van artikel 3.1.6 uit het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen waarin wordt aangegeven hoe rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie.
In deze paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is een schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: “het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten”.
Het doel van de watertoets is het waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect.
Wetterskip Fryslân is geïnformeerd over het voorliggende plan via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Verder overleg met Wetterskip Fryslan is niet nodig. Wetterskip Fryslan geeft een positief wateradvies.
4.4 Geluid
Zoals bij de ruimtelijke inpasbaarheid al is aangegeven wordt voldaan aan de voorschriften uit de Wet Geluidhinder.
4.5 Externe veiligheid
De overheid heeft de afgelopen jaren veiligheidsnormen vastgelegd die in acht moeten worden genomen en waarmee zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden. Nieuw aan het veiligheidsbeleid is dat
de afwegingen ten aanzien van risico’s op ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust of impliciet plaatsvinden.
De provincie Fryslân heeft hiertoe een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en risico-ontvangers zijn aangegeven. Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben, zoals risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu. De op de risicokaart getoonde kwetsbare objecten zijn woningen, gebouwen waarin zich veel mensen kunnen bevinden en gebouwen waar niet-zelfredzame mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen).
Kwetsbare objecten staan op de risicokaart omdat ze extra aandacht verdienen in de buurt van risicobronnen. Daarnaast bestaat er een potentieel risico bij brand of instorting.
Vanuit het aspect externe veiligheid verwachten wij geen belemmeringen. In het plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig. Ook valt het gebied niet onder een invloedsgebied van een risicobron. De risicokaart van de provincie Fryslân hebben wij ter onderbouwing van dit standpunt geraadpleegd.
4.6 Luchtkwaliteit
Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing).
Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
(NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor Luchtkwaliteit. Het NSL is in werking getreden op 1 augustus 2009. Voor Fryslân is geen regionaal samenwerkingsprogramma afgesproken. Grote projecten moeten dus wel getoetst worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.
Projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de Regeling NIBM.
De regeling houdt in dat als er een verslechtering van de luchtkwaliteit van ten hoogste 3% of minder van de grenswaarde optreedt, het project niet in betekenende mate (nibm) bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Voor de komende jaren wordt door Milieu en Natuur Planbureau een daling van de relevante achtergrondconcentraties van zowel PM10 als NO2 met circa 0,4 - 0,6 µg/m³ per jaar verwacht als gevolg van (internationaal) bronbeleid.
Indien de toename van het verkeer op de weg groter zou zijn dan ongeveer 700 mvt/etmaal kan de grens van 3% (een toename van 1,2 μg/m3 NO2 of PM10) worden overschreden. Met het voorliggende plan is geen sprake van een toename van het aantal verkeersbewegingen. Daarmee wordt dus aan de 3%-norm voldaan. Het plan kan dan ook worden beschouwd als een nibm-project. Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan, gelet op het voorgaande, achterwege blijven.
4.7 Conclusie
De diverse omgevingsaspecten staan de gewenste ontwikkeling niet in de weg.
Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels
Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied. De wijze waarop deze regeling juridisch is vormgegeven, wordt in grote lijnen bepaald door de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemmingen, zoals die in dit wijzigingsplan van toepassing zijn. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de planregels en op een digitale en analoge verbeelding. De analoge verbeelding en de planregels vormen één geheel en zijn niet afzonderlijk leesbaar.
De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving.
Per bestemming wordt uitgewerkt voor welke doelen of functies de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouw- en gebruiksregels en regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden opgenomen. In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan de hoogte, aard, situering, aantal bouwlagen enzovoorts van gebouwen en bouwwerken.
De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels).
Tenslotte bevatten de meeste bestemmingen regels om het bestemmingsplan te wijzigen. Die wijzigingen kunnen betrekking hebben op een functiewijziging en/of op het veranderen van bouw- en/of gebruiksregels.
- Agrarisch – Cultuurgrond -
Deze bestemming is toegekend aan gronden met een agrarische functie of een semi-agrarische of daarmee te vergelijken hobbymatige functie (weiland, moestuin, erf e.d.).
Het beleid is er op gericht de landschappelijke en natuur waarden van de betreffende gronden zoveel mogelijk in stand te houden. Deze doelstelling is juridisch verankerd door middel van regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden. Dit houdt in dat in bepaalde situaties een vergunning aangevraagd dient te worden voor activiteiten die van negatieve invloed kunnen zijn op de landschappelijke en/of natuurwaarden. Te denken valt aan activiteiten, zoals het aanbrengen van verhardingen of van voorzieningen voor recreatief medegebruik.
De bestemming kan worden gewijzigd in een bestemming ‘Agrarisch – Bedrijf grondgebonden’ of ‘Bedrijf intensieve veehouderij’ met het oog op een vergroting of wijziging van een bestaand agrarisch bouwperceel of de noodzakelijke verplaatsing van een bestaand agrarisch bedrijf. De bestemming kan ook worden gewijzigd in een bestemming ‘Agrarisch – Aanverwant bedrijf’, ‘Agrarisch – Dienstverlenend bedrijf’, Bedrijf -2’ of ‘Bedrijf – 3’ om een bestaand niet-agrarisch bedrijf te kunnen vergroten. Verder is wijziging mogelijk naar een woonbestemming (erfvergroting), de bestemming ‘Natuur’ of ‘Bos’. Tenslotte kan – onder voorwaarden – een kampeerterrein mogelijk worden gemaakt of een gebruik als ijsbaan of volkstuinen. Voor de diverse wijzigingsmogelijkheden gelden specifieke en algemene toetsingscriteria.
- Wonen -
De bestemming W - A7 heeft specifiek betrekking op boerderijtypen.
De woonfunctie mag bij recht gecombineerd worden met een beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis, een beroep dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten. De oppervlakte van de beroeps- of bedrijfsruimte mag 30 % van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel bedragen, met een maximum van 50 m².
Binnen de bestemmingen is een bepaalde mate van flexibiliteit mogelijk. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan het bevoegd gezag besluiten de bestemming te wijzigingen in een andere woonbestemming. Tevens kunnen onder bepaalde voorwaarden wijzigingen worden uitgevoerd die betrekking hebben op de ligging van een bouwvlak.
De maximale oppervlakte aan bebouwing per woning in het buitengebied is door de Provinsje in de Verordening Romte vastgesteld op 300 m². Bestaande bebouwing, die boven dit maximum uitgaat, mag worden gehandhaafd. In de planregels is hierop ingespeeld.
Voor de voormalige boerderijen (W – A7) gelden ruimere mogelijkheden tot bestemmingswijziging. Die mogelijkheden sluiten aan op de wijzigingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven.
- Waarde – Landschap (woudenlandschap)
Deze dubbelbestemming wordt gelegd op het coulisselandschap in het oostelijke en centrale
deel van de gemeente en in de Trynwâlden. De begrenzing valt grotendeels samen met die
van het Nationaal Landschap ‘Noardlike Fryske Wâlden’. Ook het coulisselandschap bij
Suwâld is voorzien van deze dubbelbestemming.
De kenmerkende waarden van het woudenlandschap zoals houtsingels, dykswâlen en verkavelingstructuren worden door middel van een vergunningenstelsel beschermd. Op basis van een inventarisatie van o.a. singels en dykswâlen is een zgn. houtsingelkaart gemaakt. Hierop wordt aangegeven welke singels en dykswâlen in stand moeten blijven en welke eventueel kunnen worden verwijderd (mits gecompenseerd). De houtsingelkaart is als bijlage bij de planregels gevoegd. De in stand te houden dykswâlen en houtsingels zijn ook op de planverbeelding zelf weergeven door middel van een aanduiding. In het plan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een dergelijke aanduiding te verwijderen of aan te brengen.
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
In dit hoofdstuk worden de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid beschreven. De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft.
6.1 Economisch
De wijziging wordt op verzoek van een private partij doorgevoerd. Realisatie vindt plaats binnen de randvoorwaarden die de gemeente onder meer met dit wijzigingsplan aangeeft.
Tussen de aanvrager en gemeente is, met inachtneming van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening, een overeenkomst worden gesloten met betrekking tot verhaal van eventuele planschade. Hiermee is het kostenverhaal verzekerd en hoeft geen exploitatieplan, als bedoeld in artikel 6.12, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening te worden vastgesteld.
Hierbij merken wij nog op dat de kosten voor het voeren van een wijzigingsplanpocedure worden gedekt door de leges die door een wijzigingsplanprocedure door de initiatiefnemer moet worden betaald.
6.2 Maatschappelijk
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is Afdeling 3.4 Awb van toepassing. Het wijzigingsplan heeft, overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het plan is op 30 januari 2019 ongewijzigd vastgesteld.