Plan: | De Maricken II |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0736.UP001Maricken2-VA01 |
het uitwerkingsplan De Maricken II met identificatienummer NL.IMRO.0736.UP001Maricken2-VA01 van de gemeente De Ronde Venen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van:
detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep; huisartsen, tandartsen, dierenartsen en fysiotherapeuten ed. vallen eveneens onder 'aan huis verbonden beroep' en niet onder 'aan huis verbonden bedrijf', ook al kan op deze activiteiten het Activiteitenbesluit van toepassing zijn vanwege de lozing van afvalwater;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een bouwwerk, dat:
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, hetzij met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand, dat door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, met dien verstande dat het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning niet is toegestaan;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven afgesloten c.q. afgedekte ruimte, van lichte constructie, bestemd om te dienen als overdekte stalling voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen en daarvoor ook toegankelijk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder makelaardij, internetcafé, zonnestudio, bankfiliaal, notariskantoor, tandarts, huisarts, apotheek, accountancy en instellingen voor zorg;
een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering – conform NEN 5077 – die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een geluidwerende voorziening in de vorm van een wal, geluidscherm, een gebouw of een combinatie daarvan;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
de bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het 'aangrenzende maaiveld' wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw;
tijdelijke zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalverzameling;
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals een dakvenster, een balkon, een luifel, een galerij en een bloemenvenster, met uitzondering van een erker c.q. een uitgebouwd gedeelte van een gebouw (ter uitbreiding van het oppervlak);
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bijgebouw in de vorm van een overdekte ruimte, al dan niet omsloten door maximaal drie wanden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een bouwwerk, geheel of grotendeels boven het water en meestal langs een oever, dat dient voor het afmeren van schepen, woonschepen of andere vaartuigen en/of andere doeleinden zoals terras;
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
de lijn, welke aansluit aan de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de weg heeft;
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een bufferings- en infiltratievoorziening die tijdelijk gevuld kan zijn met regenwater;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een woning die bedoeld is voor mensen met een functionele beperking en waarbij gebruik kan worden gemaakt van zorgvoorzieningen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouw en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de bouwperceelgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de bouwperceelgrens;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
alsmede voor:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op gronden aangeduid met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' uit te voeren:
Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien deze verband houden met de in lid 3.1 aan de gronden toegekende bestemming, en indien door de directe of indirecte te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten niet onevenredig worden beïnvloed of kunnen verminderen.
De voor 'Tuin - Onbebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erf- of terreinafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 meter, met dien verstande dat bestaande andere bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde eveneens zijn toegestaan, waarbij de bestaande omvang als maximum geldt.
In afwijking van het bepaalde in 4.2.1 mogen steigers slechts worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Deze gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken ten behoeve van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 1,5 meter.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Het woningbouwprogramma bevat minimaal:
Het uitoefenen van aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten is toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde onder 7.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het creëren van huisvestingsmogelijkheden voor mantelzorg in de vorm van inwoning of een afhankelijke woonruimte, met in acht name van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor, onverminderd het in deze regels bepaalde ten aanzien van de voor deze gronden overige geldende bestemmingen:
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming, met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter mag bedragen. Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming, met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de onderliggende bestemming afwijken van het bepaalde in lid 8.2, mits:
Het in lid 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Waterstaat - Waterloop' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en de bescherming van waterlopen in verband met de waterhuishouding.
In afwijking van het bepaalde in lid 3.2 tot en met lid 7.2 geldt ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden dat - behoudens de bestaande bebouwing - slechts bouwwerken ten dienste van deze bestemming zijn toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen overeenkomstig de regels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en kelders buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 2 meter wordt overschreden.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard (Hoofdstuk 2, paragraaf 5), blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan indien bodemingrepen worden uitgevoerd die dieper gaan dan 1,5 m onder oorspronkelijk maaiveld, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van bestemmings- en aanduidingsvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de gebiedsaanduiding ‘‘veiligheidszone-LPG’ van de verbeelding te verwijderen, dan wel geheel of gedeeltelijk te veranderen, indien en voor zover:
met dien verstande dat het oppervlak niet toe mag nemen, en uit onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de vereisten van plaatsgebonden risico en groepsrisico als bedoeld in de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (Revi) en het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) zoals deze gelden ten tijde van de tervisielegging van dit plan;
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:
de regels van het uitwerkingsplan De Maricken II van de gemeente De Ronde Venen.