direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Plan: Meerlanden, Hollandse kade e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BV002meerlfluitek-va01

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Van de regels zoals bedoeld in hoofdstuk 2 kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken ten behoeve van:

  • a. het verruimen van maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclamedoeleinden tot een hoogte van 7 m binnen vlak 1;
  • c. de bouw van een bouwwerk ten behoeve van openbaar nut tot een oppervlak van 25 m² en een goot- en bouwhoogte van 5 m, respectievelijk 8 m;
  • d. het creëren van huisvestingsmogelijkheden voor mantelzorg in de vorm van inwoning of een afhankelijke woonruimte, met in acht name van de volgende regels:
    • 1. mantelzorg mag, behalve in de vorm van inwoning, alleen plaatsvinden binnen een onzelfstandige woonruimte zijnde een vrijstaand of aangebouwd bijgebouw;
    • 2. de afstand tussen het hoofdgebouw en een vrijstaand bijgebouw mag maximaal 6 meter bedragen;
    • 3. de gebouwen waarin mantelzorg plaatsvindt dienen te voldoen aan de bouwtechnische eisen voor woningen tenzij sprake is van plaatsing van een zogenaamde “portakabin” of stacaravan;
    • 4. de oppervlakte voor mantelzorg mag maximaal 80 m² en de inhoud maximaal 200 m³ bedragen;
    • 5. er moet volledig op eigen terrein worden geparkeerd;
    • 6. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen mogen niet in onevenredige mate worden beperkt;
    • 7. aan de afwijking kan een termijn worden verbonden; een afwijking inzake huisvesting ten behoeve van mantelzorg vervalt in ieder geval indien de mantelzorgsituatie ter plaatse eindigt;
    • 8. extra mantelzorgruimte zal niet worden toegestaan indien er op een perceel reeds een tweede woning of tweede zelfstandige woonruimte aanwezig is.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge hoofdstuk 2 gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.