Plan: | Baambrugge, Rijksstraatweg 85 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0736.BPP053Rijksstr85-va01 |
het bestemmingsplan Baambrugge, Rijksstraatweg 85 met identificatienummer NL.IMRO.0736.BPP053Rijksstr85-va01 van de gemeente De Ronde Venen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd, niet zijnde een gestapelde woning.
een plaats gelegen in een watergang, bedoeld voor het ligplaats nemen met schepen c.q. recreatievaartuigen, niet zijnde woonschepen, voor een bepaalde periode.
onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bepaald gebied aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, zonder verdere aanwezigheid van een eigen keuken ter bereiding van verdere maaltijden.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere functie, gerekend op alle bouwlagen, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of half verdiept gelegen) parkeervoorzieningen.
gebouw of onderdeel van een gebouw dat kenmerkend is voor het cultuurhistorische beeld en van cultuurhistorische waarde is vanwege de historische verschijningsvorm, de historische ruimtelijke samenhang en/of historische betekenis.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten en het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover voorkomend in ten hoogste categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is dat deze in een woning en bijbehorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kunnen worden uitgeoefend.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, hetzij met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand, dat door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, met dien verstande dat het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning niet is toegestaan.
het vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een grens van een bouwvlak.
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere functie, gerekend op alle bouwlagen, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of half verdiept gelegen) parkeervoorzieningen.
een overkapping bestemd voor het overdekt stallen van motorvoertuigen.
een gebouw dat op basis van de bestemming voor het wonen of voor verblijfsrecreatie gebruikt kan worden, en wat is uitgevoerd in andere materiaalsoorten dan steen of vergelijkbaar materiaal en dat in zijn geheel of gedeeltelijk verplaatsbaar is.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan.
een ondergeschikte constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt waarbij deze constructie deels, dan wel volledig bij een plat dak, boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) van het dak is (zijn) geplaatst.
een onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een nader in de regels te benoemen onderwerp.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse.
een drijvend object dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het wonen, bedoeld om ter plaatse te functioneren en niet bestemd voor de vaart, gelet op één of meer van de volgende factoren:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en waarvan de bestemming die inrichting niet verbiedt.
een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersonen, die bedrijfsmatig of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, aanbiedt om prostitutie te verrichten, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte worden uitgeoefend (onder andere escortservice en bemiddelingsbureaus).
vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen op gronden die bestemd zijn voor een andere hoofdactiviteit en waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, met twee of meer wanden omsloten ruimte vormt.
een woning in een woongebouw.
binnen een gebied of perceel, dan wel op een gedeelte ervan, gelegen grasvelden, beplantingen, begroeiingen en paden, al dan niet gecombineerd voorkomend.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een gebouw of ander onderkomen welke voor een persoon functioneert als de plaats waar het centrum van zijn sociale en maatschappelijke activiteiten ligt.
het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt hier niet onder verstaan.
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven peil.
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald door de aanwezigheid van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens).
een ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar indien (voor de relevante aspecten) is aangetoond dat:
een onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed, te onderscheiden in:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
het droge gedeelte gelegen langs de grens tussen water en land bij het ter plaatse geldende streefpeil. In ieder geval reikend tot de bovenzijde van het schuine talud plus een strook van minimaal 50 centimeter.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder maaiveld op ten minste 1,50 meter beneden peil.
weg als bedoeld in artikel 1 van, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak en niet meer dan 1 wand, zoals een carport.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen, privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijk te stellen bedrijfstypen.
een drijvend bouwwerk, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot recreatief dag- of nachtverblijf van één of meer personen die zijn/hun hoofdverblijf elders hebben.
een onderkomen dat is bedoeld voor recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden door personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Hieronder wordt o.a. verstaan: een bed & breakfast, een groepsaccommodatie, een hotel, een kampeermiddel, een recreatiewoning, een chalet en een stacaravan.
een gebouw, geen woonkeet en geen caravan/chalet of een ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd voor recreatief verblijf, uitsluitend door één of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders hebben.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, erotische handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
het geheel of gedeeltelijk permanent afbreken van een bouwwerk.
een onderkomen, onder welke benaming dan ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag of nachtverblijf van één of meer personen en dat door de aanwezigheid van wielen wel over korte afstanden naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen.
Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of veranderingen niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemerkt als een stacaravan en daarmee vergelijkbare onderkomens.
een in hoofdzaak uit textiel of daarmee vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nacht verblijf.
een woning, die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd, niet zijnde een gestapelde woning.
een schip dat bestemd is voor de vaart, gelet op de volgende factoren:
het kortdurend recreatief verblijf van één of meerdere personen met of zonder overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarmee in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw. In geval een hoofdgebouw meerdere gevels heeft die aan deze voorwaarden voldoen, betreft de voorgevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de snijlijn, en het denkbeeldige verlengde daarvan, van het voorgevelvlak van een hoofdgebouw en het grondvlak waarop het hoofdgebouw zich bevindt.
een woning waarvan het hoofdgebouw niet aan het hoofdgebouw van een andere woning is gebouwd.
alle dijken, kaden, natuurlijke hoogten en ophogingen, bestemd om in het openbaar belang water te keren, met inbegrip van het gehele lichaam van de dijk en kaden, die als zodanig op de verbeelding zijn aangegeven.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten en infiltratievoorzieningen.
het duurzaam hoofdverblijf houden door een huishouden in een woning of ander daartoe bestemd onderkomen. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
een complex van ruimten dat blijkens de indeling en de inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
eenheid in de vorm van een woning.
een gebouw dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
een varend schip dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het wonen.
een woning die beschikt over een eigen toegang, keuken, badkamer en toilet.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of vergelijkbare dakconstructies bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte van de betreffende gevel, wordt de goothoogte, druiplijnhoogte of boeiboordhoogte van de dakkapel of de daarmee vergelijkbare constructie als goothoogte aangemerkt.
tussen de bovenkant van de afgewerkte begane grond – mits niet hoger dan 10 cm boven aansluitend maaiveld, dan geldt de onderzijde van de begane grondvloer - de buitenzijde van de gevels (en/of hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Bij (bedrijfs)woningen wordt de kelder niet gerekend tot de inhoud.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:
nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken.
Het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden overeenkomstig lid 6.1 is uitsluitend toegestaan als de gronden binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Tuin - Onbebouwd' worden ingericht en in stand worden gehouden overeenkomstig de Landschappelijke kwaliteiten en randvoorwaarden die in Bijlage 1 van de regels zijn opgenomen, waarbij geldt dat de inrichting van het erf en boomgaard binnen één jaar na gereedmelding (als bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012) van de woningen dienen te zijn gerealiseerd.
De voor 'Tuin - Onbebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen geen gebouwen, overkappingen en terreinafscheidingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen, geen overkappingen zijnde en geen terreinafscheidingen zijnde, gelden de volgende regels:
Deze gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden overeenkomstig lid 6.1 is uitsluitend toegestaan als de gronden binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Tuin - Onbebouwd' worden ingericht en in stand worden gehouden overeenkomstig de Landschappelijke kwaliteiten en randvoorwaarden die in Bijlage 1 van de regels zijn opgenomen, waarbij geldt dat de inrichting van het erf en boomgaard binnen één jaar na gereedmelding (als bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012) van de woningen dienen te zijn gerealiseerd.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen bedraagt maximaal 1,5 meter, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:
nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken. Alvorens nadere eisen worden gesteld, dient er vooraf advies ingewonnen te worden bij de waterbeheerder.
Het gebruik van gronden als ligplaats voor recreatie-arken, woonschepen of drijvende woningen is niet toegestaan.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bergingen' mogen bergingen worden gebouwd met een goothoogte van maximaal 3 meter en een bouwhoogte van maximaal 5 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder b om dakopbouwen toe te staan op twee-aaneengebouwde woningen of aaneengebouwde woningen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder a om een erker of entreeportaal buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder a t/m c om het splitsen van een woning in twee of meer woningen toe te staan, met inachtneming van het volgende:
een en ander met dien verstande dat indien als gevolg van de splitsing een woongebouw ontstaat tevens kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 onder a.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden overeenkomstig lid 6.1 is uitsluitend toegestaan als de gronden binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Tuin - Onbebouwd' worden ingericht en in stand worden gehouden overeenkomstig de Landschappelijke kwaliteiten en randvoorwaarden die in Bijlage 1 van de regels zijn opgenomen, waarbij geldt dat de inrichting van het erf en boomgaard binnen één jaar na gereedmelding (als bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012) van de woningen dienen te zijn gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Waarde - Archeologisch waardevol (verwachtings)gebied landbodem categorie 2b' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
zone | dieptemaat | oppervlaktemaat | lengtemaat |
Waarde - Archeologisch waardevol verwachtingsgebied landbodem: | |||
categorie 2b | 30 cm | 100 m2 | n.v.t. |
Het is verboden om op of in de in artikel 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 7.3.1 is niet van toepassing indien de werken en werkzaamheden:
zone | dieptemaat | oppervlaktemaat | lengtemaat |
Waarde - Archeologisch waardevol verwachtingsgebied landbodem: | |||
categorie 2b | 30 cm | 100 m2 | n.v.t. |
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming 'Waarde - Archeologisch waardevol (verwachtings)gebied landbodem categorie 2b' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Baambrugge' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht Baambrugge, zoals omschreven in de toelichting van de aanwijzing zoals opgenomen in bijlage 3.
Voor het bouwen ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt slechts verleend indien de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht Baambrugge zoals genoemd in lid 8.1 niet onevenredig worden aangetast en nadat de Monumentencommissie daarover heeft geadviseerd.
Gevels of gedeelten van gevels van hoofdgebouwen alsmede van aanbouwen en bijgebouwen voor zover deze een vloeroppervlak hebben van meer dan 6 m2, die zichtbaar zijn vanaf de openbare toegankelijk gebied, mogen niet anders dan in verweerbare materialen zoals baksteen, pleisterwerk, hout en natuursteen worden uitgevoerd.
De schuine daken van hoofdgebouwen alsmede van bijgebouwen voor zover deze een vloeroppervlak hebben van meer dan 6 m2, moeten worden afgedekt met gegolfde gebakken pannen of met leien.
In schuine daken mogen dakkapellen worden aangebracht, met dien verstande dat:
Collectoren voor warmteopwekking of panelen voor elektriciteitsopwekking zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Het is niet toegestaan om te bouwen in of op:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het behoud en herstel van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht Baambrugge nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen, de vormgeving, de nokrichting, de kap- en dakvorm, de dakhelling, de gevelindeling en materiaal- en kleurgebruik van bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.5.1 is niet van toepassing indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 8.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht Baambrugge, zoals genoemd in lid 8.1, mede gelet op de te hanteren materialen, niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind en nadat de Monumentencommissie daarover heeft geadviseerd.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 9.2 onder b indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad; hiervoor dient advies te worden ingewonnen bij het Waterschap.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen ruimten gelden de volgende bepalingen:
Voorafgaand aan het bouwen dient te worden onderzocht of het betreffende bouwwerk geen belemmeringen oplevert voor het functioneren en het beheer van kabels en leidingen.
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming.
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bepaalde in lid 12.2, onder b en c, is niet van toepassing op het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken.
De aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand' is opgenomen ter signalering van ter plaatse aangewezen beeldbepalende panden. Hiervoor geldt verder het bepaalde in artikel 11.4. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de gronden mede bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beeldbepalend pand.
Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten in bijlage 2 te wijzigen door het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. In deze behoefte moet voorzien zijn op eigen terrein.
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning voor bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 17.2 en / of artikel 17.3:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Baambrugge, Rijksstraatweg 85.