direct naar inhoud van Toelichting
Plan: 1e herziening Buitengebied-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BP023BgbWestherz-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' van de gemeente De Ronde Venen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0736.BP018BgbWest-va02 is door de gemeenteraad op 21 februari 2019 vastgesteld. Door de provincie is echter geconstateerd dat een deel van het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' niet in lijn was met het provinciaal beleid, zoals weergegeven in de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Daarom heeft de provincie besloten om de gemeenteraad een reactieve aanwijzing te geven waartegen de gemeente De Ronde Venen beroep heeft ingesteld. Daarnaast is tegen enkele onderdelen uit het plan 'Buitengebied-West' beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak op het ingestelde beroep van de gemeente De Ronde Venen tegen de reactieve aanwijzing van de Provincie, de uitspraak van de Afdeling alsmede een aantal kennelijke verschrijvingen in het bestemmingsplan, vormen de aanleiding voor deze herziening.

Reactieve aanwijzing

Het college van gedeputeerde staten heeft de reactieve aanwijzing gegeven, omdat artikel 3, lid 3.7.3, onder e (bestemming "Agrarisch") en 4, lid 4.7.3, onder e (bestemming "Agrarisch met waarden - Natuurwaarden), van de planregels in strijd zijn met artikel 2.1, derde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Provincie Utrecht 2013 (herijking 2016), vastgesteld door provinciale staten bij besluit van 12 december 2016.

Beroepen

Tegen het besluit van de gemeenteraad van 21 februari 2019 zijn elf beroepschriften ingediend bij de Raad van State. Eén van de beroepschriften is ingetrokken tijdens de zitting van 23 november 2020. Op 10 november 2021 en 9 februari 2022 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan op de overige beroepschriften. Een aantal beroepschriften is gegrond verklaard. Voor enkele plandelen is het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' vernietigd en heeft de gemeenteraad de opdracht gekregen hierover een nieuw besluit te nemen.

Kennelijke verschrijvingen

Tenslotte zijn er nog een aantal kennelijke verschrijvingen die de gemeente graag wil aanpassen met deze herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied-West'. Onder kennelijke verschrijvingen worden verstaan:

  • 1. Zaken waarover geen onduidelijkheid bestaat;
  • 2. Reparatie van zaken die niet goed zijn overgenomen uit het voor het bestemmingsplan Buitengebied-West geldende plan en conform het uitgangspunt dat bestaande rechten gerespecteerd worden (de bestaande legale situatie wordt overgenomen) hersteld worden.

Onder kennelijke verschrijving vallen dus niet:

  • 1. Verbeteringen en/of herstel van "fouten", waarvoor een belangenafweging of discussie noodzakelijk is;
  • 2. actualisatie van inmiddels gewijzigde situaties ten opzichte van moment van vaststelling op perceelsniveau.

1.2 Ligging plangebied

De plangrens betreft de plangrens zoals is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied-West. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0736.BP023BgbWestherz-va01_0001.png"

Figuur 1.1 - Ligging plangebied (Bron: Ruimtelijkeplannen.nl)

1.3 Systematiek 1e herziening

Deze bestemmingsplanherziening bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Het betreft een herziening, die in samenhang met het bestemmingsplan Buitengebied-West moet worden gelezen. In hoofdstuk 2 zijn alle wijzigingen waarop deze 1e herziening betrekking heeft beschreven. Het betreft zowel wijzigingen in de regels als op de verbeelding.

Algemeen

Als in de 1e herziening gesproken wordt over het basisplan dan wordt het bestemmingsplan Buitengebied-West zoals vastgesteld op 21 februari 2019 bedoeld. De verwijzing naar artikelen is digitaal.

Toelichting

De toelichting van het basisplan maakt geen integraal onderdeel uit van deze 1e herziening. Deze herziening wordt voorzien van een op de herziening toegespitste toelichting.

Regels

De onderdelen van de regels die deel uit maken van deze 1e herziening zijn in de planregels gearceerd. Hierbij zijn zaken die verwijderd worden ten opzichte van het basisplan groen gearceerd en voorzien van een doorhaling (' regel '). Toevoegingen ten opzichte van de regels van het basisplan worden geel gearceerd('regel'). De niet gearceerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het basisplan. Van belang is dat de niet gearceerde regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkele een informatieve rol in deze herziening vervullen.

Verbeelding

Alleen de percelen waar naar aanleiding van deze herziening een aanpassing plaatsvindt worden op de verbeelding opgenomen. De SVBP2012 biedt de mogelijkheid om uitsluitend die zaken in de herziening op te nemen die wijzigen. Uitgangspunt voor de weergave op de verbeelding is dat alleen het gewijzigde aspect in beeld gebracht wordt. Gebleken is dat niet alle wijzigingen op basis van deze systematiek in beeld gebracht kunnen worden. Hierbij gaat het voornamelijk om zaken die van de verbeelding verwijderd dienen te worden. Denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van een functieaanduiding of het verwijderen van een gedeelte van het bouwvlak (dit is het geval wanneer het bouwvlak verkleind of van vorm veranderd dient te worden).

Om die reden wordt ten aanzien van de verbeelding gebruik gemaakt van 2 systematieken:

  • bij wijzigingen in de enkelbestemmingen wordt de gehele enkelbestemming opgenomen;
  • bij wijzigingen in dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen wordt alleen deze aanduiding weergegeven.

Om een compleet beeld te krijgen van de nieuwe situatie dient deze herziening derhalve in samenhang met het basisplan geraadpleegd te worden.

Voor de percelen in de herziening waar een andere enkelbestemming wordt toegekend of een aanduiding wordt gewijzigd, kunnen de regels uit het basisplan en de herziening met betrekking tot deze enkelbestemming of aanduiding ter discussie worden gesteld.

1.4 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk komen de verschillende aanpassingen aan bod, met een motivering waarom de aanpassingen zijn opgenomen. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aan bod.

Hoofdstuk 2 Beschrijving onderdelen 1e herziening

In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de reactieve aanwijzing, de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de gewenste verbeteringen en kleine initiatieven beschreven en kort gemotiveerd.

2.1 Reactieve aanwijzing

Op 21 februari 2019 heeft de gemeenteraad van De Ronde Venen het bestemmingsplan Buitengebied-West vastgesteld. Door GS van de provincie Utrecht is een reactieve aanwijzing op het bestemmingsplan Buitengebied-West gegeven. Met de reactieve aanwijzing heeft de provincie een deel van het vastgestelde gemeentelijk bestemmingsplan buiten werking gesteld omdat het bang is dat het bestemmingsplan omschakeling naar niet grondgebonden agrarische bedrijven mogelijk maakt. De gemeente is van mening dat het voorkomen hiervan voldoende geborgd is in het vastgestelde plan en tekent beroep aan tegen de reactieve aanwijzing van de Provincie. Tijdens de zitting werd duidelijk dat zowel GS als de gemeente hetzelfde beogen, maar de redactie ongelukkig is. De Afdeling heeft beide partijen gevraagd te komen tot een aanvaardbare alternatieve redactie waarna beide partijen een overeenstemming bereiken over een herformulering (zie Bijlage 1). De Afdeling concludeert dat zij anders dan op de zitting is medegedeeld, niet zelf in de zaak kan voorzien. De Afdeling doet een suggestie om de herformulering alsnog in het bestemmingsplan op te nemen.

Herformulering

De gemeente en provincie zijn naar aanleiding van de zitting van de Raad van State ambtelijk met elkaar in overleg getreden. Dit heeft geleid tot de volgende herformulering van de betreffende bepaling die tegemoet komt aan de wens van beide partijen:

e. de voorwaarde onder d kan buiten beschouwing gelaten worden indien het bedrijf niet voldoet aan het maximum van 2,5 GVE per hectare maar:

    • 1. het bedrijf kan aantonen dat sprake is van een grondgebonden veehouderij en het bedrijf op alternatieve wijze een kwalitatieve bijdrage levert aan de karakteristiek en duurzaamheid van het buitengebied, of
    • 2. het bedrijf met een bedrijfsplan aantoont dat het bedrijf binnen redelijke termijn door aankoop of pachten van grond naar maximaal 2,5 GVE per ha toegroeit

Raadsbehandeling bestemmingsplan 1e Herziening Buitengebied-West

De herformulering is ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad is van mening dat deze regeling feitelijk de omschakeling van een grondgebonden veehouderij in een niet-grondgebonden veehouderij mogelijk maakt. De afspraak met de provincie over creatieve duurzaamheidsmaatregelen doet hier niets aan af. Een omschakeling van grondgebonden naar niet-grondgebonden veehouderij is vanuit zowel de Interim Omgevingsverordening Provincie Utrecht als het bestemmingsplan niet toegestaan.

Daarbij is de raad van mening dat de creatieve duurzaamheidsmaatregelen niet precies zijn gedefinieerd en dat dit ruimte zou geven voor subjectieve interpretatie. Dit zorgt voor een ongewenst grijs gebied.

De raad heeft daarom besloten bovengenoemde regel niet op te nemen in het bestemmingsplan en het bestemmingsplan voor dit onderdeel ongewijzigd te laten ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied-West dat in 2019 na het geven van de reactieve aanwijzing van de provincie Utrecht in werking is getreden.

2.2 Beroepen

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 10 november 2019 uitspraak gedaan inzake het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' zoals vastgesteld op 21 februari 2019 (zie de volledige uitspraak in Bijlage 2). Naar aanleiding van de ingediende beroepen zijn een aantal onderdelen van het bestemmingsplan vernietigd. Hieronder wordt per adres de uitspraak van de Afdeling samengevat en welke wijziging in de planregels en de verbeelding dat oplevert.

2.2.1 A.C. Verhoefweg 2a, Mijdrecht

Uitspraak Afdeling (overwegingsnummer 7 tot en met 14)

Aan de A.C. Verhoefweg 2a is een woning gelegen die voor het vaststellen van het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' aangeduid was als bedrijfswoning. Met het vaststellen van het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' heeft de raad ingestemd met het planologisch aanduiden van de betreffende woning als 'Plattelandswoning'. De eigenaar van A.C. Verhoefweg 2 is eigenaar van een fok- en melkveebedrijf dat gevestigd is op hetzelfde perceel. De eigenaar vreest dat zijn bedrijfsvoering wordt beperkt als de woning aan de A.C. Verhoefweg 2a aangeduid wordt als plattelandswoning.

Het beroep richt zich op de bij het nemen van een besluit te trachten zorgvuldigheid. De ruimtelijke onderbouwing die ten grondslag ligt aan het bestreden plandeel, is opgesteld in opdracht van de eigenaar van de woning A.C. Verhoefweg 2a. De gemeenteraad heeft deze onderbouwing, na eigen beoordeling, overgenomen en ten grondslag gelegd aan het bestreden plandeel. Diegene die deze onderbouwing heeft opgesteld is ook in opdracht van de gemeente structureel betrokken geweest bij het voorbereiden van het bestemmingsplan 'Buitengebied-West' als extern adviseur. Diegene die de ruimtelijke onderbouwing heeft opgesteld, heeft dus materieel bezien de ruimtelijke onderbouwing beoordeeld in opdracht van de gemeente.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de ruimtelijke onderbouwing die ten grondslag is gelegd aan het bestreden plandeel is opgesteld in opdracht van initiatiefnemer, niet leidt tot het oordeel dat de gemeenteraad onzorgvuldig heeft gehandeld door deze onderbouwing ten grondslag te leggen aan het standpunt dat een plattelandswoning op het perceel A.C. Verhoefweg 2a te Mijdrecht ruimtelijk aanvaardbaar is. De handelwijze waarbij initiatiefnemer zelf de ruimtelijke onderbouwing aanlevert, is niet ongebruikelijk en laat onverlet dat de raad een eigen verantwoordelijkheid heeft de aanvaardbaarheid van de ruimtelijke gevolgen van de plattelandswoning te beoordelen.

Wel staat vast dat degene die in opdracht van de eigenaar van de woning aan de A.C. Verhoefweg 2a de notitie heeft opgesteld, ook in opdracht van de gemeente structureel betrokken is geweest bij het voorbereiden van het bestemmingsplan in het algemeen en de beoordeling van de zienswijzen in het bijzonder. Een dergelijke handelwijze is naar het oordeel van de Afdeling in strijd met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid omdat sprake kan zijn van belangenverstrengeling. Om deze reden slaagt het betoog.

Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond verklaard. De aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' voor het perceel A.C. Verhoefweg 2a in Mijdrecht is vernietigd. De Afdeling draagt de gemeenteraad wel op om het verzoek om planologische medewerking te verlenen voor het omzetten van de bedrijfswoning naar plattelandswoning opnieuw te beoordelen en indien de raad tot de conclusie komt dat een plattelandswoning aanvaardbaar is, de woning als zodanig te bestemmen.

Overwegingen

De initiatiefnemer heeft een nieuwe ruimtelijke onderbouwing laten opstellen om te toetsen of de plattelandswoning aanvaardbaar is en daarmee alsnog de aanduiding 'Specifieke vorm van wonen - Plattelandswoning' toegekend kan worden aan de woning. De betreffende ruimtelijke onderbouwing is bijgevoegd in Bijlage 3.

Uit deze ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er vanuit een goede ruimtelijke ordening geen belemmeringen zijn voor het toestaan van een plattelandswoning en dat er ter plaatse van de woning sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat zoals dat uitgangspunt is bij de toepassing van de Wet plattelandswoning. Daarnaast wordt ook voldaan aan de voorwaarden van de afwijkingsbevoegdheid die voor het toekennen van plattelandswoningen in het bestemmingsplan is opgenomen. De ruimtelijke onderbouwing is beoordeeld door de gemeente De Ronde Venen en door de Omgevingsdienst Utrecht.

Op basis hiervan wordt medewerking verleend aan het toestaan van het gebruik van de woning A.C. Verhoefweg 2a als plattelandswoning.

Wijziging in planregels

Er zijn geen aanpassingen in de planregels noodzakelijk.

Wijziging in de verbeelding

Op de verbeelding wordt op de locatie A.C. Verhoefweg 2a de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' opgenomen.

2.2.2 De Hoef Oostzijde 22, De Hoef

Uitspraak Afdeling (overwegingsnummer 15 tot en met 22)

Er is beroep ingesteld door een eigenaar van de gronden in de nabijheid van de ligplaats van het historisch schip aan De Hoef Oostzijde 22 in De Hoef. Degene die beroep ingesteld heeft kan zich niet verenigen met de aanduiding 'specifieke vorm van water - historisch schip' voor de gronden met de bestemming 'Water' nabij De Hoef Oostzijde 22. Er is onvoldoende uitgesloten dat uiteindelijk een ander schip ter plaatse ligplaats neemt terwijl de raad wel heeft toegelicht dat voorzien is in de bestreden ligplaats vanwege de cultuurhistorische waarde van dit betreffende schip of een schip dat een directe relatie heeft met het agrarisch verleden van De Hoef of de gemeente De Ronde Venen.

Uit artikel 24, onder 24.1, aanhef en onder e, van de planregels, bezien in samenhang met artikel 1, lid 1.54, volgt dat ieder schip dat geregistreerd is in het FVEN-register ligplaats mag nemen ter plaatse van de aanduiding, ongeacht of er een historische relatie is met het gebied. Niet is gebleken dat de raad dit heeft beoogd. Gelet hierop is het plan in zoverre vastgesteld in strijd met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en dient het besluit van de raad op dit punt te worden vernietigd.

Gelet op het voorgaande wordt de gemeenteraad opgedragen om voor de beoogde locatie van de ligplaats met inachtneming van wat is overwogen een nieuw plan vast te stellen. Er is een voorlopige voorziening getroffen waardoor de planologische situatie ongewijzigd blijft tot er een nieuw plan vastgesteld is.

Overwegingen

De locatie De Hoef Oostzijde 22 in de Hoef is bedoeld als ligplaats voor een historisch schip. Dat moet wel een historisch schip zijn met een binding met het agrarische verleden van de Hoef of de gemeente. Het schip wat er nu ligt is toegestaan, maar dat mag ook een ander schip zijn dat aan deze voorwaarden voldoet. Om dat te borgen wordt voor het betreffende historisch schip een eigen begripsbepaling opgenomen en wordt voor deze locatie ook specifiek aangeduid op de verbeelding.

Wijziging in planregels

Hoofdstuk 1

Er wordt een nieuwe begripsbepaling toegevoegd in artikel 1.55 genaamd 'historisch schip - De Hoef'. Dit artikel zal bestaan uit de bestaande begripsbepaling voor een historisch schip en aangevuld worden met de noodzaak om een relatie te hebben met het agrarisch verleden van De Hoef of gemeente De Ronde Venen. Het artikel luidt dan als volgt:

Artikel 1.55 historisch schip - De Hoef

een (gewezen) vaartuig dat als varend monument hetzij als historisch casco is ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland van de Federatie Varend Erfgoed Nederland en een directe relatie heeft met het agrarisch verleden van De Hoef of de gemeente De Ronde Venen;

Hoofdstuk 2

Aan artikel 24.1 wordt het volgende lid toegevoegd:

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - historisch schip - De Hoef': een ligplaats voor historisch schip - De Hoef;

Wijziging in de verbeelding

De aanduiding 'Specifieke vorm van water - Historisch schip' voor deze locatie wordt vervangen door 'specifieke vorm van water - historisch schip - De Hoef'.

2.2.3 Amstelkade 118, Amstelhoek

Uitspraak Afdeling (overwegingsnummer 23 tot en met 30)

Er is beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan door Ton Transport & Handel B.V. en Amstelkring Wilnis B.V. gevestigd op het bedrijventerrein Amstelhoek. Het beroep is ingesteld tegen (onder andere) de planregeling voor het deel van de gronden met de bestemming "Verkeer" (overwegingnummer 27). Deze gronden worden onder meer gebruikt als laad- en loskade. Aan de vorige eigenaar van het perceel is bij besluit van 17 juni 2003 een bouwvergunning (thans: omgevingsvergunning) verleend voor het oprichten van een portaalkraan. Het gebruik van de gronden als loswal was gekoppeld aan het gebruik van de portaalkraan. De portaalkraan is tot op heden echter niet gerealiseerd.

In het verleden werd de laad- en loskade echter ook zonder portaalkraan gebruikt. Toen de eigenaresse van de gronden eigenaar werd, was het gebruik van de laad- en loskade al langer dan drie jaar gestaakt. Het bedrijf kan zich hierdoor niet beroepen op de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht van het vorige bestemmingsplan.

De betreffende vergunning voor de portaalkraan is verleend met een ontheffing (vrijstelling artikel 19, eerste lid WRO) van het destijds geldende bestemmingsplan “Landelijk Gebied”. Deze vergunning is aan de orde geweest in een uitspraak van de Afdeling van 19 september 2007 in relatie tot het op 22 september 2005 vastgestelde bestemmingsplan “Buitengebied De Ronde Venen”. De gemeenteraad had naar aanleiding van deze uitspraak een nieuw bestemmingsplan moeten vaststellen waarin de rechten van de vergunning vastgelegd zouden zijn of de vergunning zou ingetrokken moeten worden. Op moment van vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied-West is geen van beiden gebeurd.

De Afdeling wijst erop dat aan bestaande rechten in beginsel niet voorbij kan worden gegaan, maar dat de raad ook andere relevante belangen moet betrekken. Dit heeft de gemeenteraad getracht door in het bestemmingsplan Buitengebied-West te motiveren dat het bedrijf in de toekomst geen gebruik zal of kan maken van de bouwvergunning uit 2003, maar dit is naar oordeel van de Afdeling niet deugdelijk onderbouwd.

Voor het vernietigde plandeel met de bestemming 'Verkeer', met de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied loswal', voor het perceel Amstelkade 118 dient een nieuw besluit genomen te worden.

Overwegingen

Op 10 november 2020 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente De Ronde Venen besloten om de vergunning van de portaalkraan in te trekken (zie Bijlage 4). De redenen hiervoor waren dat er tot op heden geen portaalkraan gerealiseerd en in gebruik genomen is, geen milieuvergunning is voor gebruik van de loswal, er geen overgangsrecht geldt voor deze situatie en er is geen ruimtelijke onderbouwing aangeleverd waaruit blijkt dat laden en lossen ruimtelijk aanvaardbaar is. Echter is het perceel nu nog wel (illegaal) in gebruik als laad- en loswal.

Op basis van voorgaande wordt het percel voorzien van de bestemming 'Verkeer'. Om tegemoet te komen aan de wens van appellanten om in de toekomst te kunnen laden en lossen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in artikel 23.3.1. Wanneer appellanten aan kunnen tonen dat aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, is het mogelijk om de betreffende bestemming te wijzigen naar de bestemming Bedrijf ten behoeve van een loswal.

Wijziging in de verbeelding

Op het perceel Amstelkade 118 waar de bestemming Verkeer was vernietigd wordt de bestemming Verkeer weer opgenomen. De gebiedsaanduiding 'Wetgevingszone - Wijzigingsgebied loswal' wordt opnieuw toegekend.

2.2.4 De Hoef Westzijde 5b, De Hoef

Uitspraak Afdeling (overwegingsnummer 43 tot en met 45)

Aan De Hoef Westzijde 5b is een woonschip gelegen. De voormalig eigenaresse heeft toen zij nog eigenaresse was van het woonschip beroep ingesteld tegen het vaststellen van het bestemmingsplan. Volgens haar was het woonschip ten onrechte niet voorzien van een bouwvlak. De nieuwe eigenaar heeft het beroep voortgezet.

In de uitspraak van de Afdeling wordt geoordeeld dat het beroep van de voormalig eigenaresse gegrond is. De gemeenteraad heeft voor de afmeerlocatie van het woonschip niet voorzien in een planregeling die ter plaatse een gebouw toelaat, terwijl uit de uitspraak blijkt dat er wel sprake is van een gebouw omdat het schip niet gebruikt wordt voor de vaart. Het feit dat het schip incidenteel naar een helling vaart, betekent niet dat het schip gebruikt wordt voor de vaart. Hierdoor heeft de gemeenteraad gehandeld met artikel 3:2 van de Awb.

Uit de uitspraak volgt dat de gemeenteraad een planregeling moet vaststellen voor de (voormalige) afmeerlocatie van het woonschip, die het mogelijk maakt dat een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend voor het woonschip of een daarmee in omvang gelijk woonschip.

Overwegingen

Door de gemeente is beoogd dat conform de uitspraak een specifieke regeling wordt opgenomen voor een woonschip ter plaatse. Gelet op de bijzondere omstandigheden van de locatie kan in de toekomst met een afwijking het woonschip vervangen worden (getoetst aan zorgvuldig ontwerp en landschappelijke inpassing). In lijn met de uitspraak wordt dit met het toevoegen van bouwregels in het bestemmingsplan opgenomen.

Wijziging in de planregels

Hoofdstuk 2

Aan artikel 25.1 wordt aan lid b het volgende in geel gemarkeerd toegevoegd aan het bestaande lid:

ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - drijvende woning' en 'specifieke vorm van wonen - drijvende woning 1': het wonen, uitsluitend in een drijvende woning;

Aan artikel 25.2.2 wordt het volgende lid toegevoegd onder m:

in afwijking van het bepaalde onder sub c, d en e is ter plaatse van 'specifieke vorm van wonen - drijvende woning 1' de aanwezige maatvoering van de bestaande bebouwing toegestaan.

Artikel 25.3.8 wordt toegevoegd voor het afwijken van de toegestane maatvoering voor drijvende woningen. In dit artikel wordt het volgende opgenomen:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.2 onder m een grotere maatvoering toestaan voor drijvende woningen, mits aangetoond wordt dat dit vanuit landschappelijk en stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.

Wijziging in de verbeelding

De functieaanduiding 'Woonschepenligplaats' binnen de bestemming 'Wonen' op de locatie De Hoef Westzijde 5b komt te vervallen. Hiervoor in de plaats wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - drijvende woning 1' toegevoegd. Het gehele bestemmingsvlak 'Wonen' wordt voorzien van een bouwvlak.

2.3 Reparatie van kennelijke verschrijvingen

Lijst met kennelijke verschrijvingen
Wijzigingen in eerste herziening

Verbeelding

  • 1. Provinciale Weg 13, Vinkeveen

Ter plaatse van dit adres gold voor vaststelling van het basisplan het geconsolideerde bestemmingsplan Marickenland (vastgesteld op 12 juli 2011). De verbeelding die nu opgenomen is in het basisplan is overgenomen uit het bestemmingsplan Buitengebied De Ronde Venen. Deze komt niet overeen met die uit het geconsolideerde bestemmingsplan Marickenland waardoor de onjuiste verbeelding is overgenomen in het basisplan. In deze herziening van het basisplan wordt het bouwvlak aangepast overeenkomstig het voorheen geldende geconsolideerde bestemmingsplan Marickenland.

  • 2. Ten noordwesten De Hoef Oostzijde 119

Ter plaatse geldt in het basisplan de enkelbestemming 'Recreatie - Dagrecreatie dagrecreatieve voorziening' en op het naastgelegen perceel geldt 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden'. Deze bestemmingen zijn in een voorgaand bestemmingsplan omgewisseld. Om de feitelijke situatie te bestemmen komt de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie dagrecreatieve voorziening' te vervallen en wordt deze toegekend op het naastgelegen perceel. Op dit perceel was de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden' toegekend en die komt nu te vervallen. Deze bestemming wordt toegekend aan het naastgelegen perceel waar voorheen de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie dagrecreatieve voorziening' gold.

Planregels

  • 1. Regeling beroep/bedrijf aan huis

In deze herziening is in de volgende artikelen het woord 'vloeroppervlakte' vervangen door 'gebruiksvloeroppervlakte' ter verduidelijking van het artikel.

Artikel   Artikelnummer waarin wijzigingen hebben plaatsgevonden  
Agrarisch   Artikel 3.4 onder i, 1 en 4  
Agrarisch met waarden   Artikel 4.4 onder i, 1 en 4  
Bedrijf   Artikel 5.4.2 onder a, 1 en 4  
Detailhandel   Artikel 8.4 onder b, 1 en 4  
Horeca   Artikel 10.4 onder a, 1 en 4  
Maatschappelijk   Artikel 11.4 onder a, 1 en 4  
Recreatie - Verblijfsrecreatie appartement   Artikel 15.4 onder b, 1 en 4  
Recreatie - Verblijfsrecreatie caravanpark   Artikel 16.4.2 onder a, 1 en 4  
Recreatie - Verblijfsrecreatie kampeerterrein   Artikel 17.4 onder b, 1 en 4  
Recreatie - Verblijfsrecreatie recreatiewoning   Artikel 18.4.2 onder a, 1 en 4  
Sport - Manege   Artikel 20.4 onder a, 1 en4  
Wonen   Artikel 25.4.1 onder a, 1 en 4  
Wonen - Bebouwingsconcentraties   Artikel 26.4.1 onder a, 1  

  • 2. Artikel 25.2.3 - Stacaravans en chalets

In de aanhef van dit artikel is in het basisplan een verwijzing opgenomen naar artikel 25.1 onder c. De verwijzing naar sub c wordt met deze herziening vervangen door een verwijzing naar sub e van hetzelfde artikel.

  • 3. Artikel 25.3.4 onder a en art 26.3.4 onder a

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen voor het realiseren van een extra woning. In deze artikelen is onder a toegevoegd dat het gaat om de sloop van alle (voormalige) bedrijfsgebouwen.

  • 4. Reparatie van zaken die niet goed zijn overgenomen uit het oude plan conform het uitgangspunt dat bestaande rechten gerespecteerd worden (de bestaande legale situatie wordt overgenomen)

Binnenplanse vrijstelling uit oude plan (art 19 lid 21 d) om binnen de bestemming wonen af te wijken van eis om 2.5 meter van de perceelsgrens te bouwen is niet overgenomen in het basisplan. In artikel 25.3.7 en 26.3.6 is de vrijstelling opnieuw opgenomen om binnen 2.5 meter van de perceelsgrens te bouwen indien voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.

In artikel 34.4 zijn afwijkende maatvoeringen voor steigers opgenomen. In artikel 34.4 lid b is een foute verwijzing naar het bepaalde onder b opgenomen. Dit moet een verwijzing zijn naar het bepaalde onder a zijn in plaats van b.

In artikel 26.3.3 is een bepaling opgenomen voor het met een omgevingsvergunning toestaan van een grotere oppervlakte voor bijgebouwen. In lid 1 is onder a, b en c drie keer verwezen naar een bedrijfsgebouw, maar dit moet bijgebouw zijn.

  • 7. Kleinschalig kamperen bij de boer

In artikel 3.1 sub f en in artikel 4.1 sub g is nummer 5 toegevoegd. Hierin wordt geregeld dat binnen de betreffende bestemming een kampeerterrein van ten hoogste 15 kampeermiddelen voor de locaties zoals opgenomen in Bijlage 11 van de regels is toegestaan als nevengebruik.

  • 8. Begripsbepaling 'peil'

In het woord peil vervangen door waterpeil

9. Begripsbepaling 'bestaand'

De begripsbepaling voor bestaand is vervangen door:

  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • b. bij gebruik: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. "

10. Begripsbepaling 'Internetwinkel'

De begripsbepaling internetwinkel is aangevuld met dat er geen sprake mag zijn van een voor publiek toegankelijke winkelruimte, showroom of afhaalpunt. De begripsbepaling luidt na aanpassing als volgt: een specifieke vorm van detailhandel, waarbij het aanbieden en verkopen van goederen uitsluitend via het internet gebeurt en er geen sprake is van een voor publiek toegankelijke winkelruimte, showroom of afhaalpunt.

11. Begripsbepaling 'Permanente bewoning'

De begripsbepaling voor permanente bewoning is gewijzigd in:

het gebruiken van een verblijf als hoofdverblijf.

12. Begripsbepaling 'Hoofdverblijf'

De begripsbepaling voor Hoofdverblijf is toegevoegd aan de begripsbepalingen en luidt als volgt: een gebouw of ander onderkomen welke voor een persoon functioneert als de plaats waar het centrum van zijn sociale en maatschappelijke activiteiten ligt.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg

In het kader van het overleg artikel 3.1.1. Bro is het ontwerpwijzigingsplan toegestuurd aan vooroverlegpartners. Er zijn geen overlegreacties ontvangen.

Zienswijzen

Vanaf 10 september 2022 heeft het ontwerpbestemmingsplan 1e herziening Buitengebied-West gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Een ieder heeft de mogelijkheid gekregen om in de periode dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage lag een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad in te dienen. Hierop zijn 3 zienswijzen binnengekomen. Als gevolg van de zienswijzen is het ontwerpbestemmingsplan op onderdelen gewijzigd. Daarnaast zijn nog enkele ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. De volledige beantwoording van de zienswijzen en de ambtshalve aanpassingen zijn terug te vinden in Bijlage 5.