direct naar inhoud van Planregels
Plan: Partiële herziening van De Winkelbuurt 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BP013herzwinkelbu-va01

Planregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het bestemmingsplan 'Partiële herziening van De Winkelbuurt 2011' met identificatienummer NL.IMRO.0736.BP013herzwinkelbu-va01 van de gemeente De Ronde Venen bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.2 bestemmingsplan:

Het bestemmingsplan 'De Winkelbuurt 2011' van de gemeente De Ronde Venen zoals vastgesteld op 22 december 2011.

1.3 bijzondere bouwlaag:

kelders, souterrains, dakopbouwen en kap;

1.4 gewone bouwlaag:

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van een bijzondere bouwlaag;

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de regels voor de wijze van meten wordt verwezen naar de planregels van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Herziening artikel 6 bestemmingsplan

  • a. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.1 sub d toe: ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - maximum bouwhoogte 10 m' en 'overige zone - maximum bouwhoogte 11 m' mag de bovenkant van de onafgewerkte vloer van de hoogste (gewone of bijzondere) bouwlaag waarin zich verblijfsruimten in de zin van het bouwbesluit bevinden, niet hoger zijn gelegen dan 6 meter;
  • b. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.2 sub e toe: ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - maximum bouwhoogte 10 m' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 meter;
  • c. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.2 sub f toe: ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - maximum bouwhoogte 11 m' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 meter;
  • d. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.2 sub g toe: ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - maximum bouwhoogte 9,5 m' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 9,5 meter.
  • e. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.2 sub h toe: indien de bouwhoogte hoger is dan 9 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - maximum bouwhoogte 10 m' en 'overige zone - maximum bouwhoogte 11 m' geldt de volgende voorwaarde:
    • 1. het hoofdgebouw dient schuin afgedekt te worden, met een kap die in hoofdzaak bestaat uit een tweetal schuine dakvlakken met (vrijwel) in het midden, op het hoogste punt, een nok waarin de schuine dakvlakken bij elkaar komen. De schuine dakvlakken mogen een bolling of knik bevatten, waarbij bovenop of bovenin de kapconstructie geen plat dak mag worden gerealiseerd.
  • f. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.2.2 sub i toe: ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - maximum bouwhoogte 10 m' en 'overige zone - maximum bouwhoogte 11 m' mag de goothoogte niet meer bedragen dan 6 meter
  • g. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.4 sub f toe: het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.2 sub a een omgevingsvergunning verlenen om hoofdgebouwen op een afstand van minimaal 1 meter tot de zijdelingse en/of achterste bouwperceelgrens te realiseren, mits
    • 1. het gaat om de roze percelen zoals aangeven op de kaart in bijlage 1 en de zijde betreft zoals op deze kaart is aangeduid;
    • 2. de aanpassing door het bevoegd gezag stedenbouwkundig aanvaardbaar wordt bevonden.
  • h. deze partiële herziening voegt aan artikel 6 het volgende lid 6.4 sub g toe: het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.2 sub a een omgevingsvergunning verlenen om hoofdgebouwen op een afstand minder dan 1 meter tot de zijdelingse en/of achterste bouwperceelgrens te realiseren, mits
    • 1. het gaat om de gele percelen zoals aangeven op de kaart in bijlage 1 en de zijde betreft zoals op deze kaart is aangeduid;
    • 2. de aanpassing door het bevoegd gezag stedenbouwkundig aanvaardbaar wordt bevonden.

Voor het overige blijven de regels behorende bij het bestemmingsplan ongewijzigd en onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 5.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Lid 5.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 5.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid 5.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

6.1 Citeerregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening van De Winkelbuurt 2011'