Bedrijventerreinen

4.4 Natuur

In Nederland wordt de natuur beschermd op basis van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

4.4.1 Gebiedsbescherming

De volgende natuurgebieden kunnen van invloed zijn op een ruimtelijke plan:

• Natura 2000;
• beschermde natuurmonumenten;
• Ecologische Hoofdstructuur.

Bedrijventerreinen maken gezien de intensieve functies en ruimtelijke opzet (een verzamellocatie voor bedrijvigheid) onderdeel uit van het stedelijke gebied. De vijf bedrijventerreinen die deel uitmaken van dit bestemmingsplan zijn in de meeste gevallen op enige afstand van de woonkern gelegen en worden omringd door meerdere beschermde natuurgebieden.

Het landelijk gebied van de gemeente Lingewaal, waar de bedrijventerreinen aan grenzen, maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie. Daarnaast liggen de bedrijventerreinen Veersteeg en Koornwaard in de nabijheid van de Nationale Landschappen het Rivierengebied en het Groene Hart. Bovendien liggen deze beide bedrijventerreinen aan het Beschermde Natuurmonument Oeverland Linge en het Natura 2000-gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid.

Het bedrijventerrein Waaloever ligt nabij het Natura 2000-gebied Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem.

afbeelding - ligging plangebied ten opzichte van Natura 2000-gebieden

Natura 2000-gebieden bestaan uit een aanwijzing als Vogelrichtlijngebied en/of aanmelding als Habitatrichtlijngebied. Middels een aanwijzing als Natura 2000-gebied met een Natura 2000-aanwijzingsbesluit vervalt de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied. Natura 2000-gebieden die in ontwerp zijn, liggen terinzage met een ontwerp-aanwijzingsbesluit. Op basis van inspraakreacties kunnen de grenzen van het in ontwerp zijnde Natura 2000-gebied nog wijzigen. Als de Natura 2000-aanwijzing nog niet in procedure is zijn er vooralsnog alleen concept-gebiedendocument en concept-ontwerpkaarten opgesteld. De grenzen van het Natura 2000-gebied in de documenten die uiteindelijk in procedure gebracht worden kunnen afwijken van de concept-documenten.

Tot slot maken de Linge, Waal en belangrijke groengebieden binnen de gemeente Lingewaal deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De bedrijventerreinen Koornwaard, Veersteeg, Zeiving en Waaloever grenzen direct aan gronden met de status van EHS.

afbeelding - ligging plangebied ten opzichte van EHS

Doorwerking in het bestemmingsplan Bedrijventerreinen
Het voorliggende bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard. Behalve de mogelijke herinrichting van het bedrijventerrein de Koornwaard staat het bestemmingsplan geen activiteiten toe die negatieve gevolgen hebben voor de in de omgeving van de bedrijventerreinen Koornwaard, Veersteeg en Waaloever aanwezige beschermde Natura 2000-gebieden. Daarnaast hebben Beschermde Natuurmonumenten en de EHS geen externe werking. De ligging van het plangebied grenzend aan deze natuurgebieden heeft derhalve geen invloed op dit bestemmingsplan.

Ontwikkeling de Koornwaard
In verband met het voornemen om het bedrijventerrein de Koornwaard ecologisch en duurzaam in te richten is in het kader van de natuurwetgeving een voortoets uitgevoerd. De voortoets is in april 2012 uitgevoerd door Nieuwland Advies (zie Bijlage 3).

Uit de voortoets blijkt dat bij de herinrichting van de Koornwaard geen significante negatieve effecten optreden voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Lingedijk & Diefdijk. Daarnaast zullen als gevolg van de voorgenomen activiteiten geen wezenlijke kenmerken van de EHS worden aangetast. Tot slot kunnen de voorgenomen natuurbouwmaatregelen op het terrein de Koornwaard een positief effect hebben op habitattypen en habitatrichtlijnsoorten van het Natura 2000-gebied en op andere gebiedseigen natuurwaarden van het Lingegebied.

4.4.2 Soortenbescherming

De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt bepaalde handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen).

Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.

Doorwerking in het bestemmingsplan Bedrijventerreinen
Het voorliggende bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard. Behalve de mogelijke herinrichting van het bedrijventerrein de Koornwaard staat het bestemmingsplan geen activiteiten toe die naar verwachting negatieve gevolgen hebben voor de flora en fauna in het plangebied.