Plan: | Fort Vuren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0733.BPfortVuren-VA01 |
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 5.2.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.2.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de cultuurhistorische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in van de monumentencommissie en van adviseurs van Rijk en Provincie, omtrent de vraag, of door het verlenen van de vergunning de cultuurhistorische waarden niet blijvend onevenredig worden geschaad en of, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de op de in lid 5.1 bedoelde gronden aanwezige bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 5.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.3.1 mag alleen worden verleend indien door de sloopwerkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in van de monumentencommissie en van adviseurs van Rijk en Provincie, omtrent de vraag, of door het verlenen van de vergunning de cultuurhistorische waarden niet blijvend onevenredig worden geschaad en of, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.