direct naar inhoud van Regels
Plan: Souburg-Noord, Hof Vlugtenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.BPOS04-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

plan

het bestemmingsplan Souburg-Noord, Hof Vlugtenburgmet identificatienummer NL.IMRO.0718.BPOS04-VG01 van de gemeente Vlissingen.

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.

aanduidingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.

aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

  • a. en beroep op medisch of therapeutisch gebied, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt;
  • b. een bedrijf, gericht op zakelijke, administratieve, juridische, kunstzinnige, ontwerp-technische, maatschappelijke of lichaamsverzorgende dienstverlening of op het aanbieden van bed & breakfast, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft, die in overeenstemming is met de woonfunctie.

afhankelijke woonruimte

een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

archeologische waarden

de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bed & breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie of ruimte in een woning, gericht op het aanbieden van een toeristisch en kortdurend recreatief verblijf met het serveren van ontbijt.

begane grond

de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt via het straatniveau.

bestaande maten

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften.

bestaand (bebouwing en gebruik)

  • a. bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan dan wel, zoals die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  • b. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bevoegd gezag

bestuursorgaan, dat bevoegd is tot het nemen van een besluit op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak.

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane grond) en met uitsluiting van kelder, onderbouw/souterrain, kap of dakopbouw.

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

culturele activiteiten

een locatie waar activiteiten plaatsvinden op het gebied van kunst, muziek en cultuur.

deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop (bijvoorbeeld een showroom), het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

dove gevel

Een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering - conform NEN5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

internetverkoop

een vorm van detailhandel die toelegt op de verkoop via internet en zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.

kap

de volledige, of nagenoeg volledige, afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van ten minste 40 en ten hoogste 60 graden.

kantoor(ruimte)

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.

mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen.

nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van openbaar en algemeen nut.

ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van) een bouwwerk, dat gelegen is opeen diepte van meer dan 2 meter beneden peil.

overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

peil

de gemiddelde hoogte van het, op het moment van inwerkingtreding van het plan, aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse.

voorgevel

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

wonen

de zelfstandige, of nagenoeg zelfstandige, dan wel onder geringe, ambulante of vrijblijvende begeleiding en/of zorgverlening plaatsvindende, huisvesting van personen.

woning

een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van personen en, ondergeschikt daaraan, de uitoefening van een huisverbonden beroep.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.

 

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; indien de antennedrager aan de gevel van een bouwwerk wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt, waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager.

 

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

2.4 breedte, lengte of diepte van een bouwwerk

tussen de bovengrondse buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.

 

2.5 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.

 

2.6 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

2.7 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, daaronder begrepen een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met een maximum van 15 woningen, waarbij het aantal woningen binnen de bestemming Wonen wordt meegeteld;
  • b. kantoor;
  • c. dienstverlening;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': tevens een geluidwal;
  • f. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, groen-, verkeer-, nuts- en parkeervoorzieningen, water en andere bij het wonen behorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt in de op de verbeelding aangegeven 'gevellijn' gebouwd;
  • c. hoofdgebouwen worden voorzien van een kap;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten minste de met de aanduiding 'minimum goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte' aangegeven goothoogte.

3.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een woning, bedraagt - voor zover gelegen buiten het bouwvlak - ten hoogste 50 m2;
  • c. de goothoogte van een aan het hoofdgebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste 5,5 m;

3.2.3 Overige bouwwerken

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen, bedraagt ten hoogste 4 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 omschreven bestemmingen is, voor zover dit geluidgevoelige functies zijn zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, slechts toegestaan indien ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' binnen de bestemmingen Groen en Gemengd een geluidwal met een hoogte van 7 m is aangelegd en deze instandgehouden wordt;
  • b. in aanvulling op het bepaalde onder a, zijn binnen het bouwvlak op de 3e bouwlaag geen geluidgevoelige functies toegestaan als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • c. de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit mag uitsluitend plaatsvinden door de hoofdbewoner(s) en mag geen grotere oppervlakte beslaan dan 30% van de gezamenlijke bewoonbare vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en van de niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m2 en er mag geen detailhandel en internetverkoop plaatsvinden;
  • d. het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken is niet toegestaan;
  • e. het gebruik van de bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning is niet toegestaan;
  • f. het gebruik en/of (ver)bouwen van bijbehorende bouwwerken tot afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg is toegestaan;
  • g. het gebruik als dakterras is uitsluitend toegestaan op een hoofdgebouw en de aan een hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
  • h. het gebruik van gronden of bouwwerken, zoals bedoeld in lid 3.1, is uitsluitend toegestaan indien op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd en in stand gehouden overeenkomstig de kencijfers parkeren van de CROW.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3 onder h, en toestaan dat:

  • a. parkeergelegenheid niet (volledig) op eigen terrein bij de ontwikkeling wordt gerealiseerd, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse en wordt voldaan aan de kencijfers parkeren van de CROW;
  • b. met maximaal 10% wordt afgeweken van de toe te passen parkeernorm in gevallen waarin de toepassing van de parkeernormering conform de kencijfers parkeren van de CROW naar hun oordeel in individuele gevallen tot niet bedoelde en onaanvaardbare normen leidt.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, parken en tuinen;
  • b. water;
  • c. speel- en sportvoorzieningen en ontmoetingsplaatsen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ´cultuur en ontspanning´: tevens culturele activiteiten;
  • e. voet- en rijwielpaden, parkeerplaatsen en erftoegangswegen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': een geluidwal;
  • g. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

4.2 Bouwregels

Voor de bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning' mag ten hoogste één gebouw worden gebouwd, met een oppervlakte van ten hoogste 80 m2 en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
  • b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, met uitzondering van terreinafscheidingen, bedraagt ten hoogste 10 m.

 

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen en voet- en rijwielpaden;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. bermen, beplanting, groenvoorzieningen, waterpartijen, waterlopen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. andere bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals abri's, verlichting, straatmeubilair, verkeersborden, geluidwerende voorzieningen, verwijzingsborden en verkeersregelinstallaties;
  • e. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen, kunstobjecten en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, met uitzondering van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterpartijen-, lopen- en wegen;
  • b. water ten behoeve van waterberging en de waterhuishouding;
  • c. oevers, bermen, vijvers, groen en beplanting;
  • d. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals duikers, bruggen, sluizen en verwijzingsborden;
  • e. aan de bestemming ondergeschikte nutsvoorzieningen, kunstobjecten en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

6.2 Bouwregels

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, met uitzondering van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, daaronder begrepen een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met een maximum van 15 woningen, waarbij het aantal woningen binnen de bestemming Gemengd wordt meegeteld;
  • b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, groen-, verkeer-, nuts- en parkeervoorzieningen, water en andere bij het wonen behorende voorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt in de op de verbeelding aangegeven 'gevellijn' gebouwd, met dien verstande dat wanneer voor een bouwvlak twee gevellijnen zijn aangeduid de voorgevel van het hoofdgebouw in één van beide gevellijnen wordt gebouwd;
  • c. hoofdgebouwen worden voorzien van een kap;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten minste de met de aanduiding 'minimum goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte' aangegeven goothoogte.

7.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een woning, bedraagt - voor zover gelegen buiten het bouwvlak - ten hoogste 50 m2;
  • c. de goothoogte van een aan het hoofdgebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, bedraagt ten hoogste 5,5 m;

7.2.3 Overige bouwwerken

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen, bedraagt ten hoogste 4 m.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 7.1 omschreven bestemmingen is slechts toegestaan, indien ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' binnen de bestemmingen Groen en Gemengd een geluidwal met een hoogte van 7 m is aangelegd en deze instandgehouden wordt;
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit mag uitsluitend plaatsvinden door de hoofdbewoner(s) en mag geen grotere oppervlakte beslaan dan 30% van de gezamenlijke bewoonbare vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en van de niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m2 en er mag geen detailhandel en internetverkoop plaatsvinden;
  • c. het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken is niet toegestaan;
  • d. het gebruik van de bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning is niet toegestaan;
  • e. het gebruik en/of (ver)bouwen van bijbehorende bouwwerken tot afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg is toegestaan;
  • f. het gebruik als dakterras is uitsluitend toegestaan op een hoofdgebouw en de aan een hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
  • g. het gebruik van gronden of bouwwerken, zoals bedoeld in lid 7.1, is uitsluitend toegestaan indien op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd en in stand gehouden overeenkomstig de kencijfers parkeren van de CROW.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3 onder g, en toestaan dat:

  • a. parkeergelegenheid niet (volledig) op eigen terrein bij de ontwikkeling wordt gerealiseerd, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse en wordt voldaan aan de kencijfers parkeren van de CROW;
  • b. met maximaal 10% wordt afgeweken van de toe te passen parkeernorm in gevallen waarin de toepassing van de parkeernormering conform de kencijfers parkeren van de CROW naar hun oordeel in individuele gevallen tot niet bedoelde en onaanvaardbare normen leidt.

Artikel 8 Leiding - Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een transportwaterleiding.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de waterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

8.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 8.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 8.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

8.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Bestaande afstanden en andere maten
  • a. voor een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande maten afwijken van de maatvoeringsregels in de bouwregels van de desbetreffende bestemming, gelden die afwijkende maten als regels voor de maatvoering, met dien verstande dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. in geval van herbouw is lid a, onder 1 en 2, uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
  • c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken niet van toepassing.

10.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen mogen worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, erkers, balkons, entreeportalen, veranda’s alsmede andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.

 

10.3 Ondergronds bouwen

De bouwregels in dit plan zijn van overeenkomstige toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat:

  • 1. uitsluitend ondergronds mag worden gebouwd tussen peil en 3,5 meter onder peil;
  • 2. ondergrondse bouwwerken niet mogen worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;
  • 3. ondergrondse bouwwerken uitsluitend toegankelijk mogen zijn vanuit bovengronds gelegen bouwwerken.

 

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

11.1 Geringe afwijkingen en antennes

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. het afwijken van de in deze regels voorgeschreven breedte- en dieptematen, oppervlakten, afmetingen en bebouwingspercentages en/of de uitkomst daarvan, met uitzondering van de hoogteregels, tot ten hoogste 10%;
  • b. het afwijken tot ten hoogste 5 meter van bouwgrenzen, ten behoeve van:
    • 1. een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde situering van bouwwerken;
    • 2. een aanpassing van de bij uitmeting van een terrein blijkende werkelijke toestand.

Artikel 12 Overige regels

De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden, zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag, waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

13.2 Overgangsrecht gebruik

Voor het gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

 

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de naam “regels van het bestemmingsplan Souburg-Noord, Hof Vlugtenburg van de Gemeente Vlissingen”.