direct naar inhoud van 4.7 Cultuurhistorie
Plan: Slabbecoornpolder-Welgelegen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01

4.7 Cultuurhistorie

4.7.1 Beleid en normstelling

Modernisering Monumentenzorg (MoMo)

De gemeente onderschrijft het belang van het borgen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen. Dit is ook een wettelijke verplichting. Per 1 juli 2011 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van MoMo wijzigt het Bro (artikel 3.6.1. lid 2). De volgende regel is dan van kracht:

  • In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Dit betekent dat voor gemeenten er de verantwoordelijkheid komt om cultuurhistorische waarden te betrekken bij de bestemmingsplannen en hierover verantwoording af te leggen in het bestemmingsplan. Dat kan op verschillende manieren en kan van het wettelijk verplichte minimum tot en met uitgebreid eigen beleid.

4.7.2 Onderzoek
4.7.2.1 Beschermde monumenten

In het plangebied bevindt zich één beschermd rijksmonument: het betreft een historische boerderij 'De laatste Stuiver', Oud Vossemeersedijk 6. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een tweede rijksmonument 'Welgelegen', Oud Vossemeersedijk 4.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.BPwelgelegenTH-VG01_0009.png"

Figuur 4.4 De historische boerderij 'De laatste Stuiver' (www.rijksmonumenten.nl)

Bescherming van het rijksmonument vindt plaats via het monumentenbeleid en de Monumentenwet 1988. Bescherming van het monument is in het bestemmingsplan dan ook niet nodig.

4.7.2.2 Beschermingswaardige binnendijken

In de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle binnendijken planologisch beschermd. In het voorliggende bestemmingsplan geldt als uitgangspunt dat deze niet mogen worden afgegraven of aangetast. De wijze waarop de bescherming is geregeld, is beschreven in paragraaf 3.3).

4.7.2.3 Molens en molenbiotopen

In en nabij het plangebied zijn geen historische molens aanwezig.

Er zijn daarom geen beperkingen nodig ten aanzien van de hoogte van obstakels (bebouwing en beplanting), die de windvang onevenredig negatief beïnvloeden. Het opnemen van een gebied waarbinnen deze hoogtebeperkingen gelden, molenbiotoop of molenbeschermingszone genoemd, is dan ook niet nodig.

4.7.2.4 Overige cultuurhistorische waardevolle objecten

De in het plangebied aanwezige cultuurhistorische objecten (zowel gebouwde objecten als om landschappelijke objecten) zijn door de provincie Zeeland geïnventariseerd en weergegeven in een gedetailleerd overzicht, dat is te raadplegen op de website van de provincie Zeeland. Voor het voorliggende bestemmingsplan zijn naast de hiervoor genoemde objecten van belang:

  • dijkbeplanting langs de N656;
  • landschapstype: nieuwland.
4.7.3 Conclusie

Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. De bestaande structuren worden vastgelegd in de daarop toegespitste bestemmingen.

  • Rijksmonumenten zijn reeds via wettelijke regelingen beschermd.
  • De bijzondere waarde van de binnendijken is gewaarborgd door de bestemming Waarde - Beschermde dijk.
  • Molens en molenbeschermingszones zijn niet aan de orde.
  • Overige cultuurhistorische waarden vragen niet om een aanvullende regeling.

De relevante cultuurhistorische waardevolle elementen van het plangebied worden door de voorgestelde juridisch-planologische regeling behouden en gewaarborgd.