direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Axel - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BVAXLZ-VG99

Artikel 10 Recreatie - Dagrecreatie

10.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Recreatie - Dagrecreatie gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

10.2 Aanvulling op lid 9.1 ten aanzien van het GEBRUIK
10.2.1 Besluitvlak Recreatie - Dagrecreatie

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor:

  • a. ter plaatse van:
    • 1. het besluitvlak Recreatie - Dagrecreatie: niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken
    • 2. besluitsubvlak golfterrein: tevens een 18-holes golfterrein;
    • 3. besluitsubvlak motorcrossterrein: tevens een gezoneerd terrein ten behoeve van de auto- en motorsport;
    • 4. besluitvlak zweefvliegterrein: tevens de zweefvliegsport;
  • b. verhardingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de functie;
  • c. recreatie en productiebos met daarbij behorende voorzieningen;
  • d. ondergeschikte horeca-activiteiten uitsluitend ten dienste van deze functie.

10.2.2 Logiesaccommodatie

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.1 en 10.2.1 is het toegestaan gronden en gebouwen ter plaatse van het besluitsubvlak zweefvliegterrein te gebruiken voor een bij het zweefvliegterrein behorend kampeerterrein met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het aantal standplaatsen met de daarbij behorende bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 57, met dien verstande dat:
    • 1. het aantal permanente standplaatsen niet meer dan 22 mag bedragen;
    • 2. het aantal niet-permanente standplaatsen niet meer dan 35 mag bedragen.

10.3 Aanvulling op lid 9.1 ten aanzien van het BOUWEN
10.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ten aanzien van het golfterrein, het motorcrossterrein en het zweefvliegterrein:
    • 1. van het bouwperceel mag ten hoogste 150 m² worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
    • 2. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
    • 3. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
  • b. ten aanzien van de logiesaccommodatie:
    • 1. ter plaatse van een permanente standplaats mag een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf worden gebouwd;
    • 2. de oppervlakte van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf mag niet meer bedragen dan 70 m²;
    • 3. de bouwhoogte van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. lichtmasten: 9 m;
    • 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 2 m.

10.4 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
10.4.1 Hoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1 en lid 10.3.1 voor een hogere hoogte, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.