direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Plan: Partiële Herziening Buitengebied, Bordenweg 3, 4 en 6 te Meerkerk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPMKKBordenweg346-VA01

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Verbod

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige voorschriften.

10.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van de gronden als opslagplaats voor bagger en grondspecie;
  • b. gebruik van de gronden als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
  • c. gebruik van de gronden als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- of verblijfsmiddelen.
10.3 Afwijking gebruiksverbod

Onder strijdig gebruik, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt niet verstaan:

  • a. vormen van gebruik zoals bedoeld in artikel 10.2 die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en/of de overige voorschriften mag worden gebruikt;
  • b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
  • c. het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de voorschriften is toegestaan;
  • d. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep in een gedeelte van de woning en de daarbij behorende gebouwen, voor zover en indien de woonfunctie wordt behouden;
  • e. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende grond;
  • f. het gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober plaatsen of geplaatst houden van ten hoogste 10 kampeermiddelen binnen bouwvlakken voor agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
    • 1. binnen deze periode gedurende de weken van Hemelvaart tot en met Pinksteren en gedurende de vakantieperiode van de Zederikse basisscholen ten hoogste 15 kampeermiddelen mogen worden geplaatst;
    • 2. eventueel aanwezige kleine landschapselementen (zie bijlage 2 van het bestemmingsplan “Buitengebied” van gemeente Zederik) niet mogen worden geschaad.
10.4 Overige verboden

Het is verboden de gronden:

  • a. met de nadere aanduiding '(z)' en andere onbebouwde gronden te gebruiken voor een opslag met een hoogte van meer dan 4 meter;
  • b. vóór de voorgevellijn van hoofdgebouwen te gebruiken voor opslag, met dien verstande dat te allen tijde de afstand van de opslag tot de weg ten minste 10 meter moet bedragen;
10.5 Voorwaarden voor afwijking

Burgemeester en Wethouders wijken bij omgevingsvergunning af van het bepaalde in artikel 10.1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.