direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Dorpshuislocatie Lexmond
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPLXMdorpshuisloca-VA01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in grondgebonden woningen alsmede gestapelde woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. gemeenschappelijke tuin;
  • c. tuinen en erven,

alsmede voor toegangswegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en waterlopen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. de hoofdgebouwen worden voorzien van een kap;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 2,6 m bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 60% van het dakvlak bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • e. de diepte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 13 m;
  • f. ten minste 40% van de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de naar de weg gekeerde of het openbaar gebied gekeerde bouwgrens of binnen een zone van 3 m daarachter te worden gebouwd.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 1' en 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 2', waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 2' zelfstandige bergingen eveneens zijn toegestaan;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 1' en 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 2' de goothoogte ten hoogste 3,5 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, waarbij de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 1' en 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen - 2' alsmede het bouwvlak niet worden meegeteld, met dien verstande dat ten hoogste 75 m² aan bijgebouwen, aan- en uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag worden gebouwd indien de oppervlakte van het zij- en achtererf groter is dan 150 m².

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevel van hoofdgebouwen of het verlengde daarvan, bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder 4.2.1 sub a voor het toestaan van het bouwen van een hoofdgebouw buiten het bouwvlak waarbij de maximaal toegestane diepte van het hoofdgebouw niet wordt overschreden, onder de voorwaarde dat zulks van belang is voor een technisch betere realisering van de bestemming of bouwwerken, dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan onder die voorwaarden dat:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de woning in gebruik is voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd bij het beroep of bedrijf behorende en daaraan ondergeschikte detailhandel;
  • d. de activiteiten in ieder geval worden uitgevoerd door een bewoner van de woning, naast eventuele andere medewerkers.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - afwijkingsgebied' toestaan van centrumvoorzieningen waaronder wordt verstaan:

  • detailhandelsbedrijven en dienstverlenende bedrijven;
  • kantoren;
  • maatschappelijke voorzieningen;
  • bedrijven van categorie 1 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van bedrijven';
  • horecabedrijven van categorie 1 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van horeca-bedrijven',

onder de voorwaarden dat:

  • a. de centrumvoorzieningen worden uitgevoerd op de begane grond;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.