direct naar inhoud van Artikel 10 Waterstaat - Waterlopen
Plan: voormalig tuincentrum Ameide
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPAMDTIENDWEG17-VA01

Artikel 10 Waterstaat - Waterlopen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in artikel 10.1 genoemde bestemming bedraagt maximaal 3m.

10.2.2 Bouwverbod

In afwijking van (mogelijk) toegelaten gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde, in een of meerdere andere bestemmingen als opgenomen in deze regels, is het verboden deze te bouwen.

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Opheffen bouwverbod

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bouwverbod uit artikel 10.2.2 voor het realiseren van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde.

3.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 10.3.1 kan slechts mits:

  • a. de bouwregels uit de desbetreffende bestemming in acht worden genomen;
  • b. advies is verkregen van de beheerder van de Waterkering;
  • c. de volgende bepalingen in acht worden genomen:
    • 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
    • 4. de afwijking voorziet wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
10.4 Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Vergunningplicht

Voor de gronden als bedoeld in artikel 10.1 is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig voor het verrichten van een bodemingreep.

10.4.2 Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wordt verleend als is gebleken dat de bodemingreep geen directe of indirecte gevolgen heeft welke niet leidt tot een verstoring van het belang van de waterkering dan wel dat deze verstoring redelijk is in relatie tot het belang van de bodemingreep en dat het belang van de waterkering daarbij voldoende is gewaarborgd.

10.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

Het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.2 kan slechts mits:

  • a. de regels uit de desbetreffende bestemming in acht worden genomen;
  • b. advies is verkregen van de beheerder van de Waterkering;
  • c. de volgende bepalingen in acht worden genomen:
    • 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
    • 4. de afwijking voorziet wordt van een ruimtelijke onderbouwing.