direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Grote Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.GSBTBP-va01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens het wonen in een woning al dan niet met aan-huis-gebonden-beroepen en / of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - detailhandel volumineus tuin en dierbenodigdheden': tevens detailhandel in volumineuze tuin- en dierbenodigdheden;
  • f. detailhandel in volumineuze goederen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - schaal- en schelpdierverwerkende industrie': uitsluitend detailhandel in schaal- en schelpdieren en vis;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag van schaal- en schelpdieren': uitsluitend opslag van schaal en schelpdieren;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg, met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'water': uitsluitend water ter plaatse waarvan activiteiten mogen plaatsvinden gerelateerd aan de visserij- en visteeltbedrijven en schaal- en schelpdierverwerkende industrie;
  • m. opslag en distributie voor internetverkoop;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schaal- en schelpdierverwerkende industrie': uitsluitend bedrijven ten behoeve van de schaal- en schelpdierverwerkende industrie;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting': tevens een risicovolle inrichting, waarvan de plaatsgebonden risicocontour 10 -6 per jaar binnen en/of buiten de inrichting is gelegen;
  • q. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
    • 1. erftoegangswegen;
    • 2. groen;
    • 3. keerwanden;
    • 4. laad- en losvoorzieningen;
    • 5. nutsvoorzieningen;
    • 6. parkeervoorzieningen;
    • 7. toegangs- en achterpaden;
    • 8. water.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan- en / of uitbouwen en bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de goothoogte en / of boeibordhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. hoofdgebouwen: de aangegeven goothoogte, indien geen goothoogte is aangegeven de bouwhoogte;
    • 2. aan- en / of uitbouwen en bijgebouwen: de aangegeven goothoogte, indien geen goothoogte is aangegeven de bouwhoogte;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 6 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. hoofdgebouwen: de aangegeven bouwhoogte;
    • 2. aan- en / of uitbouwen en bijgebouwen: de aangegeven bouwhoogte;
    • 3. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
    • 4. procesinstallaties en silo's: 12 m;
    • 5. reclame-uitingen en zonnecollectoren op of aan luifels en hoofdgebouwen: niet meer dan 2 m hoger dan de bouwhoogte van de luifel of het hoofdgebouw;
    • 6. vrijstaande reclame-uitingen: 5 m;
    • 7. schoorstenen ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - schoorsteen': 25 m;
    • 8. vrijstaande antennes: 10 m;
    • 9. zendmast: 57 m;
    • 10. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 6 m;
  • d. de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel.

5.2.2 Buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
    • 2. vrijstaande antennes: 10 m;
    • 3. vrijstaande reclame-uitingen: 5 m;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 6 m.

 

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen voor de situering en afmeting van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en parkeervoorzieningen voor zover noodzakelijk is, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ter voorkoming van onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid.

5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Algemene afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte dan wel bouwhoogte, de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens, de maximaal toelaatbare oppervlakte en het aangegeven bebouwingspercentage, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4.2 Verkleinen bebouwingsafstand

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder d voor het verkleinen van de aangegeven afstand, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afwijking is noodzakelijk uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • b. door het verkleinen van de afstand kan nog steeds worden voldaan aan de eisen van brandveiligheid; alvorens vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover advies aan de gemeentelijke brandweer;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast.

5.4.3 Hogere bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c.10 ten aanzien van de bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 8 m;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4.4 Kleine windturbines

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van kleine windturbines, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het bedrijfsperceel heeft een oppervlakte van ten minste 1.000 m2;
  • b. een kleine windturbine met wieken is vrijstaand toegestaan; andere kleine windturbines zijn op platte daken van gebouwen of vrijstaand op een mast toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van een kleine windturbine, inclusief de tip van de rotor, bedraagt niet meer dan 15 m; van een kleine windturbine met verticale as bedraagt de ashoogte van de rotor niet meer dan 5 m; van een niet-wiekturbine bedraagt de rotordiameter niet meer dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van een kleine windturbine op een gebouw lager dan 10 m bedraagt niet meer dan de helft van de bouwhoogte van het gebouw; bij hogere gebouwen bedraagt de bouwhoogte van een kleine windturbine niet meer dan een derde van de bouwhoogte van een gebouw;
  • e. de afstand van een kleine windturbine tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 15 m;
  • f. formaat, type en hoogte worden afgestemd op het voorkomen van mogelijke hinder voor de omgeving;
  • g. een kleine windturbine is niet toegestaan ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'risicovolle inrichting' of aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • h. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4.5 Silo's

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c sub 4 ten behoeve van de realisering van een silo, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een silo bedraagt niet meer dan 25 m;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4.6 Afhankelijke woonruimte

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.6.3 en worden toegestaan dat voor afhankelijke woonruimte een grotere oppervlakte wordt gerealiseerd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de maximum oppervlakte voor aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag inclusief bijgebouwen in gebruik als afhankelijke woonruimte, niet meer bedragen dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak tot een maximum van 100 m² per perceel;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4.7 Tijdelijke woongelegenheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 ten aanzien van de plaatsing van een tijdelijke woongelegenheid ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning' met in achtneming van de volgende regels:

  • a. omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt alleen verleend bij ingrijpende bouwwerkzaamheden of vervangende nieuwbouw van een bestaande woning en realisering van een nieuwe woning;
  • b. de tijdelijke woongelegenheid wordt geplaatst binnen het bouwvlak of binnen een straal van 30 meter achter de naar de weg gerichte grens van het bouwvlak;
  • c. de afstand van een tijdelijke woongelegenheid tot de openbare weg bedraagt niet minder dan 3 meter;
  • d. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de bereikbaarheid voor hulpverlenende instanties;
  • e. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de situering van de tijdelijke woongelegenheid in verband met de ruimtelijke uitstraling voor de omgeving;
  • f. het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de aansluiting van de tijdelijke woongelegenheid op de nutsvoorzieningen in verband met de bestaande situatie inzake nutsvoorzieningen en de duur van de plaatsing;
  • g. de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat dit niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • h. de tijdelijke woongelegenheid is zodanig gesitueerd dat bouwmaterialen en bouwafval op het eigen perceel kunnen worden geplaatst;
  • i. het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor de plaatsing van een tijdelijke woongelegenheid voor de duur van de werkzaamheden tot een maximum van 3 jaar;
  • j. omgevingsvergunning voor een tijdelijke woongelegenheid wordt niet verleend indien sprake is van grootschalige herstructurering van woningen;
  • k. het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning tot afwijken in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van tijdelijke huisvesting niet meer aanwezig is.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. geluidhinderlijke inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan ter plaatse van de bedrijventerreinen Nishoek en De Poort zolang de plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar volgens Bevi buiten de inrichting is gelegen, met uitzondering van:
    • 1. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg';
    • 2. een risicovolle inrichting, waarvan de plaatsgebonden risicocontour 10-6 per jaar volgens Bevi binnen en buiten de inrichting is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting';
  • c. risicovolle inrichtingen op bedrijventerrein Olzendepolder en Korringaweg zijn niet toegestaan, met uitzondering van:
    • 1. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg';
  • d. voorzieningen voor ontspanning en sport zijn niet toegestaan;
  • e. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" wordt ten hoogste één bedrijfswoning gebouwd; de inhoud mag, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, niet meer bedragen dan 750 m³;

5.5.2 Kantoren

Met betrekking tot kantoren gelden de volgende regels:

  • a. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • b. kantoorvloeroppervlakte van niet-zelfstandige kantoren die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum oppervlakte van 200 m² per bedrijf, is niet toegestaan;

5.5.3 Opslag van goederen

Met betrekking tot opslag van goederen gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. opslag van goederen buiten gebouwen is toegestaan tot een stapelhoogte van 6 m.

5.5.4 Detailhandel, detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel

Met betrekking tot detailhandel, detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel is niet toegestaan;
  • b. detailhandel in volumineuze goederen is toegestaan op bedrijventerrein Nishoek, Olzendepolder en De Poort;
  • c. detailhandel in volumineuze tuin - en dierbenodigdheden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - detailhandel volumineus - tuin en dierbenodigdheden' is toegestaan;
  • d. grootschalige detailhandel is niet toegestaan;
  • e. ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de ondergeschikte detailhandel is uitsluitend binnen de bestaande bebouwing toegestaan;
    • 2. het vloeroppervlak in gebruik voor de ondergeschikte detailhandelsactiviteiten bedraagt niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 100 m²;
    • 3. de ondergeschikte detailhandelsactiviteiten worden door het bedrijf zelf uitgevoerd.

5.5.5 Opslag en distributie voor internetverkoop

Met betrekking tot opslag en distributie voor internetverkoop gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel vindt in hoofdzaak via internet plaats;
  • b. ter plaatse van opslag en distributie voor internetverkoop vindt in overwegende mate opslag en distributie van goederen plaats;
  • c. de vloeroppervlakte voor het afhalen, afrekenen en uitstallen van producten bedraagt niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het gebouw, met een maximum van 100 m²;
  • d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte.

5.5.6 Ondergeschikte detailhandel en horeca

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schaal- en schelpdierverwerkende industrie' zijn ondergeschikte detailhandels- en horeca-activiteiten toegestaan, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de ondergeschikte horeca-activiteiten hebben uitsluitend betrekking op het ter plaatse laten proeven onder het genot van een hapje en een drankje van uitsluitend eigen, aan de gevestigde bedrijven verbonden producten;
  • b. de ondergeschikte detailhandelsactiviteiten hebben uitsluitend betrekking op detailhandel van eigen, aan de gevestigde bedrijven verbonden producten;
  • c. de ondergeschikte detailhandels- en horeca-activiteiten zijn uitsluitend binnen de bestaande bebouwing toegestaan;
  • d. het vloeroppervlak in gebruik voor deze ondergeschikte detailhandels- en horeca-activiteiten bedraagt niet meer dan 100 m² per bedrijf;
  • e. de ondergeschikte detailhandels- en horeca-activiteiten worden door het bedrijf zelf uitgeoefend.

5.5.7 Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Met betrekking tot aan-huis-gebonden beroepen en / of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels:

  • a. aan-huis-gebonden beroepen en / of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning;
  • b. de woonfunctie wordt in overwegende mate behouden;
  • c. de vloeroppervlakte ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is niet groter dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 30 m²;
  • d. aan-huis-gebonden beroepen en / of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw;
  • e. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • f. de activiteit is milieuhygiënisch inpasbaar in de woonomgeving;
  • g. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Afwijken Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1:

  • a. om bedrijven toe te laten twee categorieën hoger dan in lid 5.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;
  • c. om ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schaal- en schelpdierverwerkende industrie' tevens visserij-, visverwerking- en visteeltbedrijven toe te laten, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met de ter plaatse aanwezige schaal- en schelpdierverwerkende industrie.

5.6.2 Dienstverlening

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid  5.1 voor de uitoefening van dienstverlening in de bedrijfswoning en/of aan- of uitbouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woonfunctie van de bedrijfswoning blijft in overwegende mate behouden;
  • b. de oppervlakte in gebruik voor dienstverlening is niet groter dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 30 m²;
  • c. dienstverlening is niet toegestaan in een bijgebouw;
  • d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.6.3 Afhankelijke woonruimte

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.5.1 onder e voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de afhankelijk woonruimte wordt binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m2;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • d. het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning tot afwijken in, indien de bij het afwijken van de gebruiksregels bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Beëindiging detailhandel 'specifitieke vorm van bedrijf - voluminueze tuin- en dierbenodigdheden'

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - detailhandel volumineus tuin - en dierbenodigdheden' schrappen, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
  • b. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.

5.7.2 Wijzigingsbevoegdheid grootschalige detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'detailhandel grootschalig' ten einde de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan op bedrijventerrein Nishoek en Olzendepolder;
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat:
    • 1. de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente (geen ontwrichting);
    • 2. geen geschikte locatie beschikbaar is op het bedrijventerrein Marconi in Goes of op een andere geschikte locatie in Goes;
    • 3. dat de nieuwvestiging een binding heeft met de gemeente Reimerswaal, zoals blijkt uit de herkomst van het bedrijf, medewerkers en (toekomstig) klantenbestand;
  • c. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien het aantal grootschalige detailhandelsbedrijven per genoemd bedrijventerrein niet meer bedraagt dan 3;
  • d. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de oppervlakte van een grootschalig detailhandelsbedrijf niet minder bedraagt dan 1.500 m²;
  • e. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • f. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt op de openbare ruimte;
  • g. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • h. planwijziging is niet toegestaan indien de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • i. vóóraf wordt inzicht gegeven in de risico's ten aanzien van externe veiligheid;
  • j. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • k. in het wijzigingsplan worden de volgende bepalingen opgenomen:
    “Artikel A Bestemmingsomschrijving
    Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig': tevens grootschalige detailhandel.
    Artikel B Specifieke gebruiksregel
    Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
    de oppervlakte van een grootschalig detailhandelsbedrijf bedraagt niet minder dan 1.500 m².”

5.7.3 Beëindiging grootschalige detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'detailhandel grootschalig' schrappen, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
  • b. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.

5.7.4 Voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - voorziening voor dienstverlening, ontspanning en sport' teneinde de vestiging van voorzieningen voor dienstverlening, ontspanning en sport mogelijk te maken, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan op de bedrijventerreinen Nishoek en Olzendepolder;
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een onderzoek blijkt dat geen geschikte vestigingslocaties in het stedelijk gebied beschikbaar zijn, in verband met:
    • 1. de omvang;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking;
    • 3. de parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • c. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de voorziening heeft een binding met de gemeente Reimerswaal, zoals blijkt uit de herkomst van het bedrijf, medewerkers en (toekomstig) klantenbestand;
  • d. het aantal voorzieningen per genoemd bedrijventerrein bedraagt niet meer dan 2;
  • e. de vestiging van een voorziening heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • g. planwijziging is niet toegestaan indien de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • h. vóóraf wordt inzicht gegeven in de risico's ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • j. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
  • k. in het wijzigingsplan worden de volgende bepalingen opgenomen:
    “Artikel A Bestemmingsomschrijving
    Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - voorziening voor dienstverlening, ontspanning en sport': tevens een voorziening voor dienstverlening, ontspanning en sport."

5.7.5 Nieuwe risicovolle bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming bedrijf met de aanduiding 'risicovolle inrichting -2' teneinde de vestiging van een risicovol bedrijf met een plaatsgebonden risicocontour 10 -6 binnen de inrichting mogelijk te maken, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan op het bedrijventerrein Olzendepolder;
  • b. de maatgevende risicocontour van het plaatsgebonden risico (contour met kans 10-6 per jaar) is gelegen binnen het bestemmingsvlak van het risicovol bedrijf.
  • c. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting;
  • d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • e. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.