direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie
Plan: Havens Yerseke
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.07YeBPHavens-vg01

Artikel 7 Recreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': een jachthaven met daaraan verbonden voorzieningen voor:
    • 1. beheer en onderhoud van de jachthaven;
    • 2. sanitaire voorzieningen;
    • 3. dienstverlening van overheidswege;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beroepsvaart': tevens voor de beroepsvaart en visserij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - havenkraaninstallatie - 2': tevens een havenkraaninstallatie;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
    • 1. ontsluitingswegen;
    • 2. parkeervoorzieningen;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. nutsvoorzieningen;
    • 5. vaar- en waterwegen;
    • 6. water;
    • 7. waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de goothoogte en / of boeibordhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. gebouwen: de aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. gebouwen: de aangegeven bouwhoogte;
    • 2. aan- en / of uitbouwen en bijgebouwen: 7 m;
    • 3. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
    • 4. vlaggenmasten: 8 m;
    • 5. vrijstaande antennes: 10 m;
    • 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m;
  • d. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten minste 1 meter;
  • e. de afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 meter;
  • f. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 1 meter;
  • g. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 meter;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel.

7.2.2 Buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
    • 2. vlaggenmasten: 8 m;
    • 3. vrijstaande antennes: 10 m;
    • 4. havenkranen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - havenkraaninstallatie - 2': 10 m;
    • 5. haveninstallaties: 10 m;
    • 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Uitbreiden bouwvlak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximum oppervlakte van het bouwvlak, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. het bouwvlak mag uitsluitend aan de achterzijde worden vergroot;
  • b. de oppervlakte van het bouwvlak wordt met niet meer dan 20% vergroot;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.3.2 Algemene afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte dan wel bouwhoogte, de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens, de maximaal toelaatbare oppervlakte en het aangegeven bebouwingspercentage, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. niet toegestaan zijn:
    • 1. het wonen;
    • 2. detailhandel;
    • 3. horeca;
    • 4. de opslag van pleziervaartuigen;
  • b. het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart bedraagt niet meer dan 312.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beroepsvaart' van de verbeelding te verwijderen en het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart met maximaal 60 ligplaatsen te verhogen met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de verhoging van het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. planwijziging mag meer dan 1 keer worden toegepast, met dien verstande dat het maximum aantal ligplaatsen voor de pleziervaart binnen de bestemming Recreatie niet meer dan 372 mag bedragen;
  • d. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • e. vóóraf wordt inzicht gegeven in:
    • 1. de milieuhygiëne;
    • 2. de bodemkwaliteit;
    • 3. de archeologische waarden;
    • 4. de externe veiligheid;
    • 5. de luchtkwaliteit;
    • 6. de ecologische waarden.