1.1 plan
het bestemmingsplan Hontestraat - Ouwerdingestraat, Rilland met identificatienummer
NL.IMRO.0703.05RiBPHontestr-va01
van de gemeente Reimerswaal.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende
bijlagen.
1.3 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw (aanbouw) of een functioneel deel van een
hoofdgebouw (uitbouw), dat daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig opzicht wel
herkenbaar blijft als een afzonderlijke uiterlijk ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.
1.4 aan-huis-gebonden beroep
een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten
op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of vastgesteld-technisch gebied, dat in een
woning, aan- of uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij
de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling
heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hiertoe worden in ieder geval gerekend
de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Activiteiten.
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden.
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een
gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in
een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.10 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.11 arbeidsmigrant
economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven in een
immigratieland, op eigen initiatief en op vrijwillige basis.
1.12 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning
beschikt.
1.13 archeologisch vooronderzoek
archeologisch vooronderzoek kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek,
geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De
verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd
volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op
basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning voor bouwen kan worden
verleend.
1.14 archeologische verwachting
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van
archeologische sporen en relicten.
1.15 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige
archeologische sporen en relicten.
1.16 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.17 bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen
van goederen.
1.19 bedrijfsvloeroppervlak
de oppervlakte op vloerniveau van een kantoor, winkel of bedrijf volgens NEN 2580, met
inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.20 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van
het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde
bij of krachtens de Woningwet.
1.21 bestaande bebouwing
bebouwing zoals die bestond ten tijde van de tervisielegging van het vastgesteld van het
bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning
mag worden gebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.
1.22 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.23 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.27 bewoonbaar vloeroppervlak
de gebruiksoppervlakte van de leefruimten in een gebouw volgens NEN 2580. Vloeroppervlak
waarboven minder dan 1,5 m hoogte aanwezig is wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
1.28 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op
hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.29 bijzondere woonvormen
een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is
van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de
bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of
therapie ter plaatse of in de directe omgeving.
1.30 bodemingrepen
werken en werkzaamheden, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief
kunnen aantasten.
1.31 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en
het vergroten van een standplaats.
1.32 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.33 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten.
1.34 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.35 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.36 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct
hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.38 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een
dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de
constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.39 dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij
deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok kan uitkomen en de onderzijden van de
constructie in één of beide dakvlakken zijn geplaatst.
1.40 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en
leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.41 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt
gestaan en geholpen. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd
in de Staat van Activiteiten.
1.42 erkende partij
een dienst, bedrijf of instelling, erkend door Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en
werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.44 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt.
1.46 hobbymatig houden van dieren
het op kleine schaal houden van paarden, pony's of ander daarmee naar aard en omvang
gelijk te stellen vee.
1.47 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan
wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.49 huisdierenverblijf
een bijgebouw bedoeld voor het niet beroeps- of bedrijfsmatig huisvesten van door de mens
ter wille van nut en gezelligheid gehouden tamme dieren, niet zijnde paarden, pony's, en
daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen ander vee.
1.50 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel,
architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek
niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.51 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid of daarmee
vergelijkbare activiteiten, geheel of overwegend door handwerk, die door de beperkte omvang
en de aan het wonen ondergeschikte ruimtelijke uitstraling in een woning en de aan- of
uitbouwen kunnen worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden
en herkenbaar blijft. Hiertoe worden in ieder geval gerekend activiteiten zoals genoemd in de
Staat van Activiteiten.
1.52 logies
het (bedrijfsmatig)(nacht) verblijf aanbieden, waarbij de betreffende personen het hoofdverblijf
elders hebben.
1.53 logies met of zonder ontbijt
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot
een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het eventueel serveren van ontbijt,
ondergeschikt aan de (woon)bestemming.
1.56 mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke,
psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.58 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het
moment van vaststelling van het plan.
1.59 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,
gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,
telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur
voor telecommunicatie.
1.60 ondergeschikt
in aard en omvang of functioneel, ruimtelijke en/of architectonisch opzicht ten dienste van een
hoofdfunctie/gebouw. In geval er onduidelijkheid is over ondergeschikt zijn van een activiteit
kan een externe deskundige hierover advies geven.
1.61 opslag en distributie voor internet verkoop
detailhandel via internet en andere media, waar een elektronische transactie tot stand komt, al
dan niet met:
- opslag- en verzendfunctie;
- beperkte mogelijkheid tot afhalen en afrekenen;
- beperkte mogelijkheid goederen ter plaatse te bekijken.
1.62 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.63 peil
- voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
- wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouders een peil aanwijzen;
- in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
- wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouders een peil aanwijzen.
1.64 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten
op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch
of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.69 tijdelijke woongelegenheid
een tijdelijk bouwwerk in één bouwlaag, bedoeld voor de tijdelijke huisvesting van een
huishouden.
1.70 tweede woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat bedoeld is om uitsluitend door een
huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft,
te gebruiken.
1.71 uitwendig karakter van een gebouw in bestaande toestand
de op het tijdstip van terinzagelegging van het vastgesteldbestemmingsplan bestaande totaliteit
van:
- bouwmassa, naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen;
- dakvorm, nokrichting en dakhelling;
- de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers;
- dakoverstekken, goot- en daklijsten;
- stoepen, plinten, pilasters en gevellijsten;
- materiaalgebruik.
1.72 verkoopvloeroppervlak
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
1.73 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of 'uitstraling' als
belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.74 voorgevelrooilijn
de naar de openbare weg gekeerde grens van het bouwvlak, of indien het een bouwvlak
betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grenzen, die grens die kennelijk als zodanig
moet worden aangemerkt.
1.75 vuurwerk
voorwerpen gevuld met ontplofbare of brandbare lichtgevende mengsels.
1.78 windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van
bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
1.79 woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één
afzonderlijk huishouden.
1.80 zorgafhankelijk wonen
woning voor mensen die 24 uur per dag van zorg afhankelijk zijn of zorg op afroep nodig
hebben.