| Plan: | Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.00BTParaplu1-va01 |
Deze 'Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen' voorziet allereerst in het opnemen van een parkeerregeling in de geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in de gemeente Reimerswaal. Tevens worden door middel van deze herziening enkele verbeteringen aangebracht in de regeling van de geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen. Het gaat om de volgende aanpassingen:
Deze parapluherziening heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in de gemeente Reimerswaal:
| Plannaam | Plannummer | Vastgesteld |
| Hansweert | 01HaBPKom | 10 november 2011 |
| Schoolstraat, Hansweert | 01HaBPSchoolstraat | 27 september 2016 |
| Krabbendijke | 02KrBPKom | 25 juni 2013 |
| Krabbendijke, 1e herziening | 02KrBPKom1H | 23 september 2014 |
| Achterwegje Volkstuinen | 03KnBPAchterwegje | 25 februari 2014 |
| De Uitkijk Kruiningen | 03KnBPDeUitkijk | 3 maart 2015 |
| Kruiningen | 03KnBPKom | 23 april 2013 |
| Slagveldstraat Aldi | 03KnBPSlagveldAldi | 11 maart 2014 |
| Slagveldstraat Knop | 03KnBPSlagveldKnop | 26 mei 2015 |
| Oostdijk | 04OoBPKom | 3 maart 2015 |
| Klooster van Rilland | 05RiBPKloostervRLD | 14 juli 2015 |
| Rilland | 05RiBPKom | 23 september 2014 |
| Vliedbergstraat Rilland | 05RiBPVliedberg | 27 mei 2014 |
| Werfkampen | 05RiBPWerfkampen | 25 juni 2013 |
| Waarde | 06WaBPKom | 25 juni 2013 |
| Waarde, 1e herziening | 06WaBPKom1H | 2 september 2014 |
| Burenpolder | 07YeBPBurenpolder | 23 april 2013 |
| Grintweg 60, Yerseke | 07YeBPGrintweg60 | 27 september 2016 |
| Havens Yerseke | 07YeBPHavens | 28 mei 2013 |
| Kijkuit | 07YeBPKijkuit | 29 mei 2012 |
| Yerseke | 07YeBPKom | 27 januari 2015 |
| Yerseke, gedeelte De Viskeete | 07YeBPKomGU | 22 maart 2016 |
| Molenpolder | 07YeBPMolenpolder | 28 mei 2013 |
| Bedrijventerrein De Poort, LPG-tankstations | BTDP | 25 juni 2013 |
| Grote bedrijventerreinen | GSBTBP | 25 juni 2013 |
| Grote bedrijventerreinen, 1e herziening | GSBTBP1H | 23 september 2014 |
In hoofdstuk 2 leest u de toelichting op de parkeerregeling. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de wijzigingsbevoegdheid van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen'. Hoofdstuk 4 beschrijft de regeling voor de toegestane overschrijding van bestemmingsgrenzen en bouwvlakken. In hoofdstuk 5 leest u meer over de regeling voor archeologie. In hoofdstuk 6 wordt de aanpassing van de bouwregels voor hoofdgebouwen binnen de bestemming 'Wonen' beschreven. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 aandacht besteed aan de maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.
Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Hiermee is de grondslag uit de Woningwet voor het opnemen van stedenbouwkundige aspecten in de Bouwverordening Reimerswaal (hierna: bouwverordening) verdwenen. Dit houdt in dat bij de toetsing van een initiatief onder andere de parkeernormen niet meer toegepast kunnen worden op basis van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening. Daarom moet de waarborging van de (verwijzing naar de) parkeernormen op een andere wijze geregeld worden om ervoor te zorgen dat de parkeernormen als beoordelingscriterium bij met name een aanvraag om omgevingsvergunning gelden. Dit kan op grond van artikel 3.1.2, lid 2, onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) via het bestemmingsplan. Het niet regelen van het aspect parkeren kan tot onwenselijke situaties leiden, omdat (bouw)plannen dan niet meer op het aspect parkeren kunnen worden getoetst en dus bij het ontbreken van voldoende parkeergelegenheid op grond daarvan niet kunnen worden afgewezen.
Bestemmingsplannen die voor 29 november 2014 zijn vastgesteld, vallen onder het overgangsrecht. Voor deze bestemmingsplannen zijn de parkeernormen uit de bouwverordening tot 1 juli 2018 nog steeds van toepassing, zoals bepaald in artikel 133, lid 1, van de Woningwet. De bestemmingsplannen die na 29 november 2014 zijn vastgesteld, vallen niet onder het overgangsrecht waardoor de eerdergenoemde problemen kunnen ontstaan.
Omdat de bepalingen met betrekking tot parkeren in de bouwverordening zijn vervallen, is het noodzakelijk dat parkeren voortaan in de bestemmingsplannen wordt geregeld. Door onderhavige parapluherziening wordt onderstaand artikel toegevoegd aan alle geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in Reimerswaal zoals opgenomen in paragraaf 1.2:
'Algemene gebruiksregels'
Er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn, waarbij voldaan moet worden aan het bepaalde in de Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal.
Op 25 juli 2016 is besloten tot vaststelling van de 'Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal 2016'. Op 3 augustus 2016 is deze nota (met de status van een beleidsregel) officieel bekend gemaakt (Gemeenteblad, nr. 107682), waarmee deze op 11 augustus 2016 (op basis van artikel 142 van de Gemeentewet) in werking is getreden.
Daar waar in de vigerende bestemmingsplannen reeds een regeling is opgenomen voor het parkeren, komt deze met deze parapluherziening te vervallen en treedt bovenstaande algemene gebruiksregel daarvoor in de plaats.
In de huidige bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen zijn binnen de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' wijzigingsbevoegdheden opgenomen die het mogelijk maken de desbetreffende bestemmingen onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. In de praktijk is gebleken dat deze wijzigingsbevoegdheid te beperkt is geformuleerd. In een groot deel van de bestemmingsplannen kan namelijk uitsluitend in de bestemming 'Wonen' worden gewijzigd, terwijl bij ontwikkelingen waarbij een dergelijke wijziging aan de orde is, het vaak ook wenselijk is gebruik te kunnen maken van de bestemmingen 'Tuin', 'Groen' en 'Verkeer'. Bij enkele van de vigerende bestemmingsplannen is al een iets ruimere wijzigingsbevoegdheid opgenomen, maar ook in die gevallen is de regeling nog te beperkt geformuleerd.
Om een uniforme wijzigingsregeling mogelijk te maken voorziet onderhavige parapluherziening in een verruimde wijzigingsbevoegdheid van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' in de bestemmingen ‘Wonen’, ‘Tuin’, ‘Groen' en ‘Verkeer’. Tevens worden de in de vigerende bestemmingsplannen bij deze wijzigingsbevoegdheid opgenomen wijzigingsregels geüniformeerd.
Overschrijding van bestemmingsgrenzen
De huidige bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen bieden door middel van een wijzigingsbevoegdheid flexibiliteit voor wat betreft de overschrijding van bestemmingsgrenzen. Deze wijzigingsbevoegdheid is een relatief zware procedure voor een ingreep met slechts beperkte ruimtelijke gevolgen. Bovendien is deze bevoegdheid op dit moment alleen toepasbaar wanneer dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.
Met deze parapluherziening wordt de wijzigingsbevoegdheid vervangen door een afwijkingsbevoegdheid, zodat een eenvoudiger procedure gevolgd kan worden. Tevens wordt de toepasbaarheid van de afwijkingsmogelijkheid verbreed door toe te voegen dat eveneens van deze afwijking gebruik kan worden gemaakt wanneer dit uit esthetisch en/of stedenbouwkundig oogpunt bezien de voorkeur heeft. Bovendien vindt door deze toevoeging een betere inhoudelijke toetsing plaats. De algemene afwijkingsregel wordt als volgt geformuleerd:
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken, of wanneer dit uit esthetisch en/of stedenbouwkundig oogpunt bezien wenselijk is, danwel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag niet meer dan 3 m bedragen en de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag per bouwperceel met niet meer dan 10% worden overschreden.
Overschrijding van het bouwvlak
Binnen de bouwregels van de bestemmingen 'Centrum', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor', 'Maatschappelijk', 'Recreatie', 'Sport' en 'Wonen' bestaat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor het overschrijden van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:
De praktijk heeft uitgewezen dat er behoefte bestaat aan enige verruiming van deze bepaling. In bepaalde omstandigheden is het wenselijk om een overschrijding van het bouwvlak aan de zijkant mogelijk te maken. Aangezien de ruimtelijke gevolgen van een dergelijke overschrijding groter zijn dan een overschrijding aan de achterzijde van het bouwvlak geniet het wel de voorkeur deze overschrijding te beperken tot niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak met een maximum van 3 meter. Bovendien dient toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid geen afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.
Binnen de hiervoor genoemde bestemmingen wordt het sublid 'Overschrijding bouwvlak' binnen het lid 'Afwijken van de bouwregels' door middel van deze parapluherziening vervangen door onderstaande bepaling:
Overschrijding bouwvlak
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het overschrijden van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:
In de praktijk is gebleken dat de eenduidigheid van de bepalingen met betrekking tot archeologie in de vigerende bestemmingsplannen te wensen overlaat. Om de regeling te uniformeren is het wenselijk de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4' op enkele onderdelen aan te passen. Met deze parapluherziening wordt de regeling voor archeologie geüniformeerd.
De inhoud van de bepalingen is voor het overgrote deel ongewijzigd gebleven. Op één onderdeel is een inhoudelijke wijziging doorgevoerd. Onder het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' is een bepaling opgenomen die het ophogen van gronden met meer dan 0,4 meter verbiedt zonder omgevingsvergunning. Als landelijk geaccepteerde regel geldt echter dat niet bij 0,4 meter maar pas bij 2 meter ophoging verstoring op kan treden van de archeologische resten in de bodem. Mede daardoor is het dan ook pas vanaf 2 meter noodzakelijk om beschermende maatregelen te treffen. Bovenstaande regel wordt nog steeds landelijk geaccepteerd maar dient zeker voor de Zeeuwse bodem genuanceerd te worden. Zo blijkt niet alleen de dikte van het ophoogpakket van belang te zijn maar ook de wijze van ophogen. Dit dient laagsgewijs en gelijkmatig over het hele op te hogen oppervlak te gebeuren. Hierdoor blijft de archeologische context van eventueel aanwezige archeologische complexen zoveel mogelijk gespaard en zullen zo min mogelijk archeologische waarden verloren gaan.
Bovenstaande conclusie over het ophogen van gronden in de Zeeuwse situatie wordt vertaald in een aanpassing in de regeling voor archeologie voor de kernen en bedrijventerreinen. Door middel van onderstaande bepalingen wordt het ophogen van gronden tot 2 meter, onder voorwaarden, gevrijwaard van de vergunningsplicht.
Binnen de hiervoor genoemde dubbelbestemmingen wordt het bepaalde onder e. binnen het sublid 'Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning' binnen het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden', door middel van deze parapluherziening vervangen door onderstaande bepaling:
e. het ophogen van gronden.
Aan het sublid 'Uitzondering op het uitvoeringsverbod' binnen het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden', wordt door middel van deze parapluherziening onderstaande bepaling toegevoegd:
h. het ophogen van gronden tot 2 m betreffen, indien dit ophogen laagsgewijs gebeurt in lagen van ten hoogste 1 m die het volledige terrein betreffen.
Door demografische ontwikkelingen en de wettelijke scheiding van wonen en zorg zullen ouderen en mensen met een zorgvraag langer zelfstandig in hun eigen woning blijven wonen. Dit betekent dat de woningvoorraad in de kernen op de korte en middellange termijn zodanig zal moeten veranderen dat het, voor mensen die hiermee te maken krijgen, mogelijk is om comfortabel en veilig te kunnen (blijven) wonen. Het is daarom belangrijk dat in nieuwbouwprojecten woningen worden gerealiseerd die voorzien in de bijbehorende behoeften. Het gaat om zogenaamde 'levensloopbestendige woningen' waarbij het volledige woonprogramma zich op één bouwlaag bevindt en die rolstoeltoegankelijk en drempelvrij zijn. In de huidige woningvoorraad van Reimerswaal zijn dergelijke woningen nog maar beperkt aanwezig. Het is dan ook essentieel om deze woningen in nieuwbouwplannen op te nemen en vast te leggen dat deze woningen in een gemengd woningbouwprogramma zullen worden geïntegreerd.
In de praktijk blijkt dat initiatiefnemers niet snel geneigd zijn dergelijke woningen te realiseren. Er moet meer moeite worden gedaan om de woningen te verkopen, terwijl reeds gerealiseerde projecten laten zien dat er wel degelijk behoefte is aan dergelijke (nieuwbouw)woningen. Om die reden is het wenselijk om in toekomstige wijzigingsplannen (naar de bestemming 'Wonen') de mogelijkheid te scheppen om de realisatie van levensloopbestendige woningen planologisch te regelen. Binnen de huidige regeling is de realisatie van dit type woningen niet planologisch afdwingbaar. Voor de gemeente is dit wel wenselijk om vraag naar en aanbod van verschillende woningtypen dichter bij elkaar te kunnen brengen.
Binnen de bouwregels van de bestemming 'Wonen' bestaat momenteel voor het bouwen van hoofdgebouwen de mogelijkheid een nadere aanduiding voor verschillende woningtypen op te nemen, zoals 'gestapeld', 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd'.
Op grond van bovenstaande overwegingen wordt binnen de bestemming 'Wonen' de mogelijkheid toegevoegd om een nadere aanduiding 'levensloopbestendig' op de verbeelding op te nemen.
Aan de begripsbepalingen wordt het begrip 'levensloopbestendig' toegevoegd:
de elementaire ruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer en toilet) zijn op dezelfde bouwlaag aanwezig en zijn rolstoeltoegankelijk en drempelvrij.
Aan de bestaande rechten en plichten die gelden op grond van de vigerende bestemmingsplannen wijzigt door het toevoegen van deze regeling niets.
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen' is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel 3.1.1., lid 1, van het Besluit Ruimtelijke ordening toegezonden aan de provincie Zeeland en het waterschap Scheldestromen. Van deze overlegpartners zijn geen inhoudelijke reacties ontvangen.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 16 maart 2017 tot en met 26 april 2017 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is aan een ieder gelegenheid gegeven een zienswijze over het ontwerp kenbaar te maken aan de gemeenteraad. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Binnen de bouwregels van de bestemming 'Wonen' is de mogelijkheid gecreëerd om een aanduiding 'levensloopbestendig' op de verbeelding op te nemen. Tevens is aan de begripsbepalingen het begrip 'levensloopbestendig' toegevoegd. Voor de inhoudelijke overwegingen die hieraan ten grondslag liggen wordt verwezen naar hoofdstuk 6.