direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
onherroepelijk
NL.IMRO.0693.PBPostkade171GDA-OH01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven;
  • b. detailhandel en dienstverlening;
  • c. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca- activiteiten;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. cultuur en ontspanning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': een bedrijf uit ten hoogste categorie A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op deze gronden mogen gebouwen en overkappingen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de afstand tot de erfgrens bedraagt ten minste 2 m;
  • c. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 4 m;
  • d. het gezamenlijk grondoppervlak bedraagt ten hoogste het op de verbeelding aangegeven percentage;
  • e. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goothoogte;
  • f. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) van de woning gebouwd;
  • g. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • h. nutsvoorzieningen zijn toegestaan indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, maximaal 3 m bedraagt en de bruto-oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
  • i. ondergrondse bebouwing is uitsluitend ter plaatse van gebouwen toegestaan, met dien verstande dat geen inbreuk mag worden gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak van het perceel.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel en/of het verlengde daarvan en de openbare weg niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van de navolgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. overkappingen 3 m;
    • 2. lichtmasten 6 m;
    • 3. overig straatmeubilair 4 m;
    • 4. speelwerktuigen 4 m;
    • 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

3.2.3 Waterlopen

In verband met het toezicht en onderhoud van (hoofd)watergangen mag geen bebouwing worden geprojecteerd:

  • a. bij hoofdwatergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 5 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds;
  • b. bij alle andere watergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 2 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds;


3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan en uitbouwen met een maximum van 60 m²;
  • c. het is toegestaan om in een woning kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten uit te oefenen;
  • d. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • f. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.