Plan: | Vrije kavels Brandwijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0693.BPvrijekavelsBW-OH01 |
De in 1844 gebouwde Kerkmolen betreft een maalvaardige ronde stenen poldermolen. De molen behoort tot het type van grondzeilers en staat aan de Molenhoek 24. De molen dient voor het (op vrijwillige basis) bemalen van de Polder Giessen-Oudebenedenkerk en Molenaarsgraaf. De molen heeft een Oudhollandse wiekenvorm met een vlucht van 26,35 meter en is voorzien van een rieten kap. De landschappelijke waarde van de molen is betrekkelijk gering omdat de molen door de dorpsbebouwing ingesloten is geraakt. De nieuw te bouwen woningen zijn geprojecteerd op een afstand van circa 200 meter.
Om in het geval van een maalvaardige molen voldoende windvang te kunnen garanderen worden er door middel van de molenbiotoop en de biotoopformule voorwaarden gesteld aan de inrichting van de omgeving. Enerzijds moet sprake zijn van voldoende windvang, anderzijds van het tegengaan van turbulentie in de directe nabijheid van de molen. Met betrekking tot de windvang van molens zijn molenbeschermingszones ingesteld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in molenbeschermingszones in stedelijke gebieden, buitengebieden en in combinaties daarvan.
Omdat de molen binnen bebouwd dorpsgebied staat en de vrije windvang en het zicht reeds door de aanwezige bebouwing worden beperkt kan voor de die vrijstaande woningen worden uitgegaan van de 1:30-regel. Deze stelt dat binnen een gebied met een straal van 100 tot 400 meter gerekend vanuit het middelpunt van de molen, de uitbreiding niet hoger mag zijn het 1/30 deel van de afstand tussen de uitbreiding en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. Omdat de woningen worden gebouwd op een afstand van circa 200 meter bedraagt de maximaal toegestane bouwhoogte 6 meter gerekend vanaf de laagste verticale stand van de molenwiek. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het verschil in het maaiveldniveau van de molen en de te bouwen woningen. Daarnaast is bij de aanwezigheid van tussenliggende bestaande bebouwing afwijking van deze regel mogelijk. In het tussen de geplande woningen en de molen gelegen dorpsgebied staan woningen die gebouwd zijn in één en twee lagen onder kap (maximale goothoogte volgens bestemmingsplan 6 meter). De hoogte van de nieuw te bouwen woningen is afgestemd op de omliggende bestaande woonbebouwing en zal daardoor niet van betekenis zijn voor de vrije windvang en het zicht op de molen. Omdat de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door de bestaande bebouwing staat de molenbiotoop de ontwikkeling van het plangebied niet in de weg.