direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene aanduidingsregels
Plan: Vrije kavels Brandwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPvrijekavelsBW-OH01

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Vrijwaringzone - molenbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element de volgende regels:

6.1.1 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van nieuw op te richten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de maximale hoogte niet meer bedragen dan op basis van de 1 op 30 regel (de maximale hoogte niet meer bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en het middelpunt van die molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek) in het direct aansluitende stedelijk gebied is toegestaan.

6.1.2 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.1teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige.

6.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.1.3.1 Vergunningplichtig

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, de in het schema onder lid 6.1.3.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren.

6.1.3.2 Uitzonderingen

Het onder lid 6.1.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsverguning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden betreffen.

6.1.3.3 Verlening

De in lid 6.1.3.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan het in lid 6.1.3.2 opgenomen criterium.

6.1.3.4 Schema omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
a. het aanbrengen van bovengrondse indien en voor zover constructies, installaties of apparatuur hoger dan de ingevolge lid 6.1.1 toegestane bouwhoogte voor gebouwen;

b. het hebben of aanleggen van beplantingen die hoger wordt dan de bouwhoogte die ingevolge lid 6.1.1 voor bouwwerken is toegestaan;

c. het ophogen van gronden.  
Indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige.