direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene bouwregels
Plan: Wijngaarden-West, eerste fase
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPWGDwestfase1-OH01

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Hoogteaanduidingen

9.1.1. De goothoogte en de inhoudsmaat van een hoofdgebouw, mogen - anders dan door het plaatsen van dakkapellen - niet worden vergroot, tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximale goothoogte' anders is vermeld. Bedoelde hoogte mag ook worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen.

9.1.3. De maximaal toelaatbare bouwhoogte van de navolgende bouwwerken, mag ten hoogste bedragen:

a. van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel en/of het verlengde daarvan en de openbare weg  
1 m;  
b. van erf- en terreinafscheidingen elders   2 m;  
c. van overkappingen   3 m;  
d. van lichtmasten   6 m;  
e. van overig straatmeubilair   4 m;  
f. van speelwerktuigen   4 m;  
g. van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   3 m.  

9.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
  • b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

9.3 Nutsvoorzieningen

Nutsvoorzieningen zijn, voor zover genoemd in de bestemmingsomschrijving, toegestaan indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, maximaal 3 m bedraagt en de bruto-oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m².

9.4 Ondergronds bouwen

Ondergrondse bebouwing is uitsluitend ter plaatse van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat geen inbreuk mag worden gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak van het perceel.

9.5 Afstand tot waterlopen
  • a. in verband met het toezicht en onderhoud van (hoofd)watergangen mag geen bebouwing worden geprojecteerd:
    • 1. bij A-watergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 5 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds;
    • 2. bij alle andere watergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 1 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds;
  • b. het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde onder a teneinde een kleinere afstand toe te laten, na overleg met de waterbeheerder.