direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Bovenkerkseweg 66A-68 Giessenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8009-vast

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (hobbymatig) agrarisch gebruik, met name het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
  • b. het behoud en de versterking van landschapswaarden;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, water en groen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd.

3.3 Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbod

Ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' geldt dat het verboden is om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm (zoals diepploegen) en ontginnen;
  • b. graven en dempen van sloten ,afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanleggen van drainage;
  • c. omzetten van grasland naar bouwland (excl. maïs);
  • d. aanbrengen van opgaande beplanting;
  • e. aanleg van verhardingen (zoals verharde wandel- of fietspaden, niet zijnde kavelpaden);

zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.

3.3.2 Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 3.3.1 wordt verleend, indien is gebleken dat de werken of werkzaamheden geen directe of indirecte gevolgen heeft welke niet zal leiden tot een onevenredige verstoring van de landschapswaarden dan wel dat de verstoring ervan redelijk is in relatie tot het belang van de bodemingreep en de landschapswaarden daarbij voldoende is gewaarborgd.

3.3.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3.1 wordt pas verleend nadat:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad in relatie tot de aanwezige landschapswaarden;
  • b. de vergunning voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
3.3.4 Afwijking

In afwijking van het hiervoor bepaalde is geen vergunning nodig voor werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.