direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Fietspad Vlietskade F277
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8002-vast

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Wettelijk vooroverleg

Het voorontwerpbestemmingsplan 'Fietspad Vlietskade F277' is in het kader van het vooroverleg ex. artikel 3.1.1. Bro aan de wettelijke overlegpartners toegezonden. Van onderstaande instanties is een reactie ontvangen.

  • 1. Provincie Zuid-Holland;
  • 2. Vrom-inspectie;
  • 3. Waterschap Rivierenland;
  • 4. Stedin;
  • 5. Oasen N.V.;
  • 6. Nederlandse Gasunie N.V.

De overlegpartners onder 1, 2, en 4 hebben aangeven geen opmerkingen te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan. De overige vooroverlegreacties (3, 5 en 6) zijn hieronder samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie.

Inspraak

Naast de genoemde overlegreacties is tevens een inspraakreactie ontvangen. Deze wordt behandeld onder volgnummer 7.

Volgnummer : 3

Naam : Waterschap Rivierenland

Datum : 17 januari 2011

Samenvatting overlegreactie

Het Waterschap Rivierenland heeft de volgende opmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan:

  • Op de verbeelding is de bestaande rioolwaterpersleiding van het waterschap niet opgenomen. Deze rioolwaterpersleiding dient de (dubbel)bestemming 'Leiding - Riool' te krijgen en ligt nabij de gasleiding die al op de verbeelding is aangegeven;
  • Voor de bovengenoemde (dubbel)bestemming dienen bestemmingsregels opgenomen te worden. Het modelvoorschrift is als bijlage bij de overlegreactie gevoegd;
  • In artikel 7 zijn regels voor de (dubbel)bestemming 'Waterstaat - Waterkering' vastgelegd. Lid 7.2.c gaat in op de mogelijke herbouw of vervanging van bouwwerken. Het geen hier staat komt niet overeen met de (beleids)regels in de Keur van het waterschap. Op basis van de keur is herbouw op dezelfde locatie en/of fundering in de kern- en beschermingszone lang niet altijd mogelijk. Er wordt dan ook verzocht dit lid weg te laten om tegenstrijdigheid en verwarring te voorkomen. Verder is er het verzoek dat aan lid 7.3 wordt toegevoegd dat er schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder alvorens hierover een beslissing wordt genomen;
  • Bij de algemene bouwregels is in artikel 9.2 'afstand tot waterlopen' in lid a.2 voor overige watergangen een afstand van 2 m opgenomen. Vanuit de keur van het waterschap kan deze afstand terug worden gebracht naar 1 m;
  • Gezien de berekening die is bijgevoegd in de waterparagraaf (paragraaf 4.3) kan worden opgemerkt dat een toename van 6.405 m2 nieuw verhard oppervlak inderdaad zorgt voor een waterbergingsopgave van 214 m3 en dit leidt tot benodigde uitbreiding van open water van 1.070 m2 en niet tot de genoemde 1.128 m2 in het rapport. Omdat de slootdempingen ter grootte van 58 m2 ook gecompenseerd moeten worden, resulteert dit in een totale wateropgave van 1.128 m2;
  • In de waterparagraaf wordt gesteld dat er circa 1.403 m2 oppervlaktewater zal worden gerealiseerd en dat daarmee ruim aan de compensatieplicht wordt voldaan. Uitgangspunt moet inderdaad zijn dat er wordt voorzien in voldoende compenserend open water, maar volgens informatie van het waterschap is/zijn de exacte locatie(s) voor watercompensatie nog niet helemaal bekend. Daarom stelt het waterschap voor om in de waterparagraaf op te nemen, dat er voor voldoende watercompensatie zal worden gezorgd en dat bij het aanvragen van de benodigde watervergunning voor realisatie van het fietspad de precieze invulling van de watercompensatie bekend en verder uitgewerkt zal zijn.

Reactie gemeente

Zowel de toelichting, regels als de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is naar aanleiding van de verzoeken van het waterschap aangepast. Hierbij is de in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen bestemming 'Leiding - Water' vervangen door 'Leiding - Riool'. De dubbelbestemming 'Leiding - Water' was abusievelijk opgenomen in plaats van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'.

Volgnummer : 5

Naam : Oasen N.V.

Datum : 28 januari 2011

Samenvatting overlegreactie

In de overlegreactie wordt aangegeven dat er een watertransportleiding met een doorsnede van 500 mm in het gebied ligt. Deze leiding is niet opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Het verzoek is deze alsnog op te nemen.

Reactie gemeente

De in de overlegreactie aangegeven leiding is gelegen in de gemeente Gorinchem en valt buiten het plangebied. De leiding is hierdoor niet relevant voor het bestemmingsplan. De overlegreactie leidt dan ook niet tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan.

Volgnummer : 6

Naam : Nederlandse Gasunie N.V.

Datum : 28 december 2010

Samenvatting overlegreactie

Het verzoek is de planregels (artikel 4.3 en 4.4.5) dusdanig aan te vullen dat het afwijken van de bouw- /gebruiksregels slechts toelaatbaar is indien er goedkeuring van de leidingbeheerder (Gasunie) is verkregen.

Reactie gemeente

De planregels zijn conform het verzoek van de Gasunie aangevuld.

Volgnummer : 7

Naam : bewoonster Vlietskade

Datum : 4 januari 2011

Samenvatting inspraakreactie

In de inspraakreactie wordt bezwaar gemaakt tegen het bestemmingsplan op grond van persoonlijke en algemene belangen. Ter onderbouwing van de persoonlijke belangen wordt aangevoerd dat:

  • 1. de toegankelijkheid van de grond van de inspreekster zowel voor privé-, zakelijk- als agrarisch gebruik sterk verminderd wordt;
  • 2. de aanleg van het fietspad een grote inbreuk zal maken op de privacy en het gebruik van de woning en bijgebouwen en de daarbijbehorende gronden;
  • 3. de waarde van het onroerend goed aanzienlijk zal dalen;
  • 4. de bestaande begroeiing deels zal moeten verdwijnen;
  • 5. de parkeergelegenheid op het erf zal verminderen;
  • 6. de aanleg van het fietspad schade zal veroorzaken aan het onroerend goed.

Ter onderbouwing van de algemene belangen wordt aangevoerd dat:

  • 1. er reeds een veilig en goed verlicht fietspad aan de oostkant van het Merwedekanaal gelegen is;
  • 2. dit bestaande fietspad in het zuiden aansluit op de toekomstige weg voor langzaam verkeer, de Haarweg;
  • 3. dit bestaande fietspad in het noorden aansluit op de veilige verkeerssituatie ten oosten van het Merwedekanaal richting Meerkerk met zijwegen naar onder andere Leerbroek en Leerdam;
  • 4. deze bestaande route aanmerkelijk korter is dan de in het plan voorgestelde route;
  • 5. de in het plan voorgestelde route ook een aantal gevaarlijke knelpunten kent, te weten:
    • a. de oversteek vanaf de Vlietkade (nieuwe fietspad) naar de Parallelweg;
    • b. de Parallelweg zelf, omdat deze weg veelvuldig in gebruik is door landbouwvoertuigen ten behoeve van het naastgelegen agrarisch gebied;
    • c. de oversteek van de Parallelweg naar de Stationsweg;
    • d. de vervolgroute over de Bazeldijk, deze is gevaarlijk door de veelheid aan vracht- en busverkeer en de smalle dijk met bebouwing langs de weg;
    • e. het fietspad langs de Vlietskade, ook regelmatig gebruikt zal moeten worden door landbouwvoertuigen voor agrarische activiteiten, zoals plegen van onderhoud aan de weilanden, het vervoeren van vee en het uitbaggeren van sloten en watergangen.

In het plan wordt veronderstelt dat de verhouding fietsende scholieren / recreanten respectievelijk 80% / 20% is. De inspreker is op basis van eigen dagelijkse waarnemingen van mening dat recreanten nauwelijks gebruik maken van de Vlietskade als fietsroute, maar het fietspad langs het Merwedekanaal verkiezen.

Reactie gemeente

De nut en noodzaak wordt door de inspreekster in twijfel getrokken op basis van persoonlijke en algemene belangen.

Persoonlijke bezwaren:

Om aan de persoonlijke bezwaren tegemoet te komen zijn er reeds in een vroeg stadium van de planvorming, als ook op basis van bovenstaande inspraakreactie overleg gevoerd met de inspreekster. Hierbij is tevens een aanbod tot aankoop van gronden gedaan met als bedoeling te komen tot overeenstemming. Hierbij is aangegeven dat de aankoop van gronden voor de aanleg van het fietspad noodzakelijk is. Deze gesprekken, waarin de genoemde bezwaren zijn besproken, hebben tot op heden niet tot het gewenste resultaat geleid. Dit heeft ertoe geleid dat het niet zeker is of er gronden aangekocht kunnen gaan worden. Als gevolg van de gesprekken heeft de inspreekster een ter zake deskundig adviseur in de armen genomen. De gesprekken zijn in het bijzijn van deze adviseur voortgezet. Tijdens deze gesprekken, waarin is ingegaan op de aangegeven persoonlijke bezwaren is op 8 juli 2011 een aantal afspraken gemaakt tijdens een gezamenlijk overleg met waterschap, gemeente en inspreekster en diens adviseur. In dit overleg heeft de inspreekster duidelijk gemaakt dat het fietspad er wat de inspreekster betreft niet had hoeven komen, maar dat er een aantal vragen en wensen zijn over de aanleg. Hieronder zijn deze vragen en afspraken kort samengevat:

1. Hekwerk:

Inspreekster ziet graag een hekwerk als afscheiding tussen haar perceel en het nieuw aan te leggen fietspad. De wens is een hekwerk van 1,5 m hoog hetgeen binnen het huidige bestemmingsplan niet is toegestaan. De vraag om een tijdelijk hek tijdens de werkzaamheden voor het aanleggen van het fietspad is mogelijk niet nodig als gelijk het definitieve hek kan worden geplaatst;

2. Parkeerplaatsen:

Inspreekster ziet graag 2 parkeerplaatsen gerealiseerd hebben naast het bijgebouw (gastenverblijf) op haar perceel. Op grond van het huidige bestemmingsplan is het niet mogelijk om deze parkeerplaatsen te realiseren.

Bovenstaande wensen zijn opgelost door wijzigingen op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan voor het fietspad. Hierdoor kan er een hekwerk van 1,5 m geplaatst worden langs het perceel aan het fietspad en door het perceel van de inspreekster in het plangebied te betrekken en het bouwvlak te verschuiven kunnen de parkeerplaatsen gerealiseerd worden.

3. Lichtmasten:

Tevens is tijdens dit overleg gesproken over lichtmasten voor de woning van de inspreekster. Afgesproken is dat de inspreekster inspraak heeft als het gaat over een lichtmast voor haar perceel. Uitgangspunt van de gemeente is dat er evenwicht is tussen verkeersveiligheid en verlichte wegen/fietspaden. Vooral kruisingen worden in het licht gezet, maar op rechte stukken zijn lichtmasten om de 15 m (op dergelijke wegen/fietspaden) niet altijd noodzakelijk. Afgesproken is om net als bij de Kanaaldijk lichtmasten om de 40 m te plaatsen, zodat altijd een locatie kan worden gevonden waar alle partijen mee tevreden zijn;

4. Riolering:

Inspreekster heeft aangegeven graag te worden aangesloten op de riolering in plaats van de IBA. Inspreekster geeft aan dat door de werkzaamheden aan het fietspad de bodem toch open gaat en er gelijk een riolering ingelegd kan worden. Door de aanwezige gasleiding is het echter niet mogelijk om een riolering in dit tracé te leggen. Hierdoor is het erg kostbaar voor de gemeente om nieuwe riolering (richting Gorinchem) aan te leggen. Hierover is ook geen bestuurlijke consensus. Inspreekster heeft aangegeven dit te begrijpen.

Algemene bezwaren:

De Vlietskade wordt intensief gebruikt door fietsverkeer van Meerkerk, via Arkel naar Gorinchem. Een groot aandeel van de fietsers bestaat uit schoolgaande jeugd. Naast schoolgaande jeugd maakt recreatief en woon-werkgerelateerd fietsverkeer beperkt gebruik van de Vlietskade. Aangezien hier geen vrijliggende fietsvoorzieningen aanwezig zijn dient gebruik te worden gemaakt van de rijbaan waarbij een gemengde verkeersafwikkeling plaatsvindt. Vanwege de relatief hoge verkeersintensiteiten en fietsintensiteiten is een vrijliggende fietsvoorziening gewenst om zo de verkeersveiligheid te verbeteren. In het provinciale fietsnetwerk is daarnaast sprake van een ontbrekende schakel in het snelle verbindende netwerk van fietspaden tussen Arkel en Gorinchem, aan de westzijde van het Merwedekanaal. Op de Vlietskade hebben zich in de periode 2000-2004 in totaal 19 ongevallen voorgedaan, waarvan 4 met ziekenhuisslachtoffers. Over de periode 2005-2009 vond er 6 keer een ongeval plaats op de Vlietskade (waarvan 1 met ziekenhuisslachtoffer). Uit het ongevallenbeeld blijkt dat het aantal fietsers dat betrokken was bij een ongeval op de Vlietskade hoog was. Aanleg van het fietspad F277 levert naast een verbetering van de bereikbaarheid een belangrijke bijdrage aan verbetering van de verkeersveiligheid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0689.BP8002-vast_0013.png"

Foto: Vlietskade huidige situatie met fietsende schooljeugd

Voor het opstellen van het Fietsplan 2008 heeft de provincie Zuid-Holland een inventarisatie uitgevoerd voor de te realiseren fietspaden. De F277 behoort daartoe. Goudappel Coffeng heeft in 2011 nader onderzoek verricht naar het nut en de noodzaak van deze geplande fietsverbinding parallel aan de Vlietskade en via de Parallelweg, tussen Arkel en Gorinchem. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat het op grond van de kwaliteit van de Vlietskade (en beoogde regionale verbinding) en de verkeersveiligheidssituatie nodig is langs de Vlietskade een vrijliggend fietspad te realiseren.

De oversteeklocaties van de Vlietskade en Stationsweg ter hoogte van de Parallelweg, zullen conform de inrichtingseisen van Duurzaam Veilig worden uitgevoerd zodat de verkeersveiligheid gewaarborgd is. Ter hoogte van het spoor steken de fietsers van het fietspad over naar de Parallelweg. Op deze kruising dienen de fietsers voorrang te verlenen aan het overige verkeer. De aansluiting biedt voldoende overzicht op het overige verkeer. Het fietspad wordt haaks op de Parallelweg gerealiseerd waardoor deze als verkeersveilig kan worden beschouwd. De huidige voorrangssituatie van de kruising Parallelweg-Stationsweg blijft niet bestaan. Er komt een punaise op de kruising Parallelweg-Stationsweg en langs de Stationsweg wordt een trottoir aangelegd. Het zal een gelijkwaardige kruising worden waarbij de rijbaan op de Parallelweg wordt versmald.

Het profiel van de Parallelweg is breed genoeg om een fietsstraat te realiseren. De hoeveelheid verkeer op deze weg is beperkt. Hiermee wordt de huidige infrastructuur optimaal benut en hoeven geen aanvullende voorzieningen getroffen te worden. Derhalve is een ingreep tot aan de komgrens in de bestaande infrastructuur en aankoop van gronden niet noodzakelijk. Met uitsluitend de aanleg van een nieuwe toplaag kan de fietsstraat worden vormgegeven. Doordat de Parallelweg wordt ingericht als een fietsstraat, wordt aan fietsers prioriteit gegeven op de kruising tussen de Stationsweg en de Parallelweg, waarbij automobilisten zich moeten aanpassen aan de fietsers. Het principe van de fietsstraat wordt doorgetrokken van de komgrens tot de kruising met de Stationsweg. Het gebruik van de Parallelweg door landbouwvoertuigen voor agrarische activiteiten zal slechts incidenteel zijn. Gezien het karakter van de vorm te geven fietsstraat zal het landbouwverkeer zich hierbij dienen aan te passen aan de fietsers. De parallelweg zal aan een zijde afgesloten worden voor al het gemotoriseerd verkeer. Hierdoor verbetert de verkeersveiligheid op de parallelweg.

6.2.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Fietspad Vlietskade F277' heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Binnen de termijn zijn twee zienswijzen ingediend. Onderstaande paragraaf geeft een samenvatting van de ingediende zienswijzen en een gemeentelijke reactie.

Zienswijze nr. : 1

Naam : Waterschap Rivierenland

Datum : 11 januari 2012

Samenvatting zienswijze

Het plan geeft het Waterschap geen aanleiding tot het indienen van een zienswijze. Het plan is conform de eisen van het waterschap, maar in de waterparagraaf is de benodigde wateropgave niet juist berekend. Een toename van 6.405 m2 nieuw verhard oppervlak zorgt inderdaad voor een waterbergingsopgave van 214 m3 en dit leidt tot een benodigde uitbreiding van open water van 1.070 m2 en niet tot de genoemde 1.128 m2 in het rapport. Omdat de slootdemping ter grootte van 58 m2 ook gecompenseerd moeten worden, resulteert dit in een totale wateropgave van (1.070+58=) 1.128 m2 en niet tot de genoemde 1.186 m2 uit het rapport.

Reactie gemeente

De in de zienswijze genoemde aanpassingen zijn aangepast in de waterparagraaf.

Zienswijze nr. : 2

Naam : bewoonster Vlietskade

Datum : 11 januari 2012

Samenvatting zienswijze

In de zienswijze wordt aangegeven dat de mening over de aanleg van het fietspad, na beantwoording van de inspraakrecatie (volgnummer 7) onveranderd is gebleven. Ter onderbouwing wordt aangegeven dat:

Onder volgnummer 7, onder persoonlijke bezwaren wordt gemeld: "Deze gesprekken, waarin de genoemde bezwaren zijn besproken, hebben tot op heden niet tot het gewenste resultaat geleid. Dit heeft er toe geleid dat het niet zeker is of er gronden aangekocht kunnen gaan worden."

Aangegeven wordt dat dit een verkeerde voorstelling van zaken is: er is in mei 2010 een mondeling aanbod gedaan door de heer P.E. Bakker (verwerver namens het Waterschap), bestaande uit een aankoopbedrag van de gronden. Er is geen rekening gehouden met overige aanpassingen voor het verdere gebruik van het eigendom. Ook werd er niets genoemd over de schadeloosstelling voor de gedaalde waarde van het onroerend goed. Verder is de ter zake kundige adviseur op advies van P.E. Bakker in juli 2010 gevraagd.

Er is een schadeloosstellingsrapport ingediend bij de heer P.E. Bakker op 24 september 2011. Over het bedrag wordt nog onderhandeld en betrokkene hoopt op korte termijn tot overeenstemming te komen.

De getrokken conclusie is dus niet de juiste. Afsluitend wordt de vraag gesteld om de mogelijkheid tot aanleg van riolering in overweging te nemen.

Reactie gemeente

Voor een beantwoording op de inspraakreactie waarnaar betrokkene verwijst wordt verwezen naar paragraaf 6.2.1. In de beantwoording van de inspraakreactie – en als reactie op de ingediende zienswijze - wordt aangegeven dat overleg gevoerd is door het Waterschap met de betrokkene over de noodzakelijke aankoop van gronden in verband met de aanleg van het fietspad. Hierbij is/wordt aangegeven dat deze gesprekken tot op heden nog niet tot het gewenste resultaat geleid hebben. Gezien de gezette stappen c.q. de overleggen die gedurende de afgelopen periode hebben plaatsgevonden gaat ook de gemeente ervan uit dat naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn overeenstemming zal worden bereikt. In de periode 2009 tot heden hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden. In deze periode is een mondelijk aanbod gedaan. Begin 2012 wordt een schriftelijk schadeloosstellingsvoorstel gedaan.

Ten aanzien van de aanleg van riolering.

Door de aanwezige gasleiding ter hoogte van het perceel van betrokkene is het niet mogelijk/wenselijk om riolering aan te leggen die inbreuk zal maken op dit tracé vanuit zowel veiligheidsoverwegingen als financiële overwegingen. Hierover is dan ook geen bestuurlijke consensus.

De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

6.2.3 Ambtshalve wijziging

Op de verbeelding is aan de bestaande rioolleiding, die is gelegen nabij de gasleiding, een dubbelbestemming toegevoegd.