direct naar inhoud van 4.3 Omgevingsaspecten
Plan: Rijksweg N57
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BVRKWN57-VG99

4.3 Omgevingsaspecten

Voorafgaand aan de keuze voor de inzet van de beheersverordening Rijksweg N57 heeft een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening is gericht op consolidatie van de bestaande planologisch-juridische situatie. Het onderzoek richtte zich erop te bepalen of in het gebied vanuit milieu, geluid, water, natuur, externe veiligheid of cultuurhistorie aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen of het stellen van regels. Hiervoor is een toets uitgevoerd of voldaan wordt of kan worden voldaan aan wet- en regelgeving.

4.3.1 Water

Een deel van het gebied van de beheersverordening omvat het waterstaatswerk langs (en onderdoor) het Kanaal door Walcheren en de daarbij behorende beschermingszone A. Voor deze waterkeringen wordt de regeling uit het bestemmingsplan N57 gecontinueerd. Verwezen wordt naar bijlage 1 en 2 van de regels.

Omdat de bestaande situatie wordt gehandhaafd behoeven andere wateraspecten geen nadere toelichting.

4.3.2 Externe veiligheid

Inrichtingen

In het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven gevestigd. Ook buiten het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven gevestigd waarvan de plaatsgebonden risicocontour tot in het plangebied reikt. Hiermee vormt dit aspect geen belemmering voor de beheersverordening.

Transport gevaarlijke stoffen

In het beheersverordeningsgebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Conform het basisnet voor de weg blijkt dat deze weg niet beschikt over een veiligheidszone en een Plasbrandaandachtsgebied (PAG). De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het groepsrisico zal daarom niet toenemen en onder de oriëntatiewaarde blijven. Een verantwoording van het groepsrisico is niet noodzakelijk. Het aspect vormt daarom ook geen belemmering voor de beheersverordening.

4.3.3 Archeologie

Ten tijde van voorbereiding van de aanleg van de N57 heeft uitgebreid archeologisch vooronderzoek in het plangebied plaatsgevonden. Uit dat vooronderzoek, bleken een aantal vindplaatsen naar voren te komen, die mogelijk interessant waren op het gebied van archeologie. Deze vindplaatsen zijn destijds onderzocht en gearchiveerd.

Met dit vooronderzoek en nader onderzoek van een aantal specifieke locaties, heeft voldoende onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke archeologische waarden in het gebied. In het gebied zijn nu geen gebieden meer, waar nog een archeologische verwachtingswaarde op rust, zodat het opnemen van een archeologische bepaling in de verordening niet noodzakelijk is.

4.3.4 Ecologie

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.

De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden in de omgeving van het verordeningsgebied zijn:

  • De Manteling van Walcheren;
  • het Veerse meer;
  • op grotere afstand de Westerschelde en Saeftinghe.

Dit betreft reeds bestaande natuur. Aangezien in de beheersverordening geen ontwikkelingen zijn voorzien en geen zware stikstof uitstotende bedrijven toestaat staan de Flora- en faunawet, de natuurbeschermingswet 1998 deze verordening niet in de weg.

4.3.5 Milieu

De voorliggende beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. De geluidszone van de N57 bedraagt 400 m. Indien een geluidsgevoelige ontwikkeling in de nabijheid van de N57 plaatsvindt dan wordt hiervoor een afzonderlijke procedure gevolgd. Hiervoor wordt dan een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd.

4.3.6 Molenbiotoop

Ter bescherming van de molenbiotoop van de molen Buiten Verwachting aan de Molenweg in Nieuw- en Sint Joosland en molen De Koning aan de Veerseweg is voor de aangrenzende gronden voor zover nodig de medebestemming Molenbeschermingszone opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Hierin is ook een aanlegvergunningplicht opgenomen ten gunste van het behoud van de windvang van de molen. Deze geldende bestemmingsregeling is ontleend aan overleg met de Vereniging De Zeeuwse Molen. In de beheersverordening wordt deze geldende planologische regeling gecontinueerd, door het opnemen ervan in bijlage 1 en 2. Hiermee wordt recht gedaan aan de Verordening Ruimte van de Provincie Zeeland, waarin onder bestaand wordt verstaan dat dit omvat het gebruik en bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Ruimte krachtens een bestemmingsplan is toegelaten.

4.3.7 Leidingen en telecomverbindingen

In het plangebied zijn een planologisch relevante rioolleiding, hoogspanningsleiding en gasleiding aanwezig. Deze worden conform het bestemmingsplan N57 voorzien van een passende regeling. Als zodanig zijn deze ook op de kaart in bijlage 1 bij de regels en in bijlage 2 bij de regels bevestigd.