Plan: | Rittenburg Fase III |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPSTRRITF3-VG01 |
het bestemmingsplan Rittenburg Fase III met identificatienummer NL.IMRO.0687.BPSTRRITF3-VG01 van de gemeente Middelburg.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een woning die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan twee zijden aan de op de aangrenzende bouwpercelen gelegen hoofdgebouwen is gebouwd, met uitzondering van hoekwoningen.
één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
een beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van detailhandel.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijde van de constructie in één of beide dakvlak(ken) zijn geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps – of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse.
een vaste groep van personen tussen wie een band bestaat die het enkel gezamenlijk bewonen van bepaalde woonruimte te boven gaat en die de bedoeling heeft om bestendig voor onbepaalde tijd een huishouden te vormen. Er is sprake van een economisch-consumptieve eenheid en bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, de bestemming ingevolge het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een geluidscherm of geluidwal die naast een weg of spoorlijn wordt geplaatst om de geluidhinder te beperken voor mensen die erachter wonen of verblijven.
woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijbehorend bouwwerken met elkaar zijn verbonden en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd met uitzondering van hoekwoningen.
een woning deel uitmakende van een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat, of waarbij (een deel van) de eerste bouwlaag van het gebouw voor andere met de betreffende bestemming in overeenstemming zijnde doeleinden wordt gebruikt.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een alleenstaande of twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding (willen) voeren.
constructie van een of meer hellende dakvlakken.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
Bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-) voorzieningen zoals:
een woning die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw of het bijbehorend bouwwerk aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw of het bijbehorend bouwwerk is gebouwd.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
een woning die los staat van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.
de huisvesting van personen die zelfstandig, of nagenoeg zelfstandig dan wel onder geringe en vrijblijvende begeleiding plaatsvindt.
een complex van ruimten, dat uitsluitend is bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | nutsvoorzieningen | - | 3 m | 15 m² | |||
b. | lichtmasten | - | 9 m | - | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | erfafscheidingen | - | 1 m | - | |||
b. | lichtmasten | - | 9 m | - | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 om een bouwwerk, zijnde een erker of een portaal, te kunnen toestaan behorende bij een hoofdgebouw op de aangrenzende bestemming Wonen zoals geregeld in artikel 7 met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | nutsvoorzieningen | - | 3 m | 15 m² | |||
b. | lichtmasten | - | 9 m | - | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 9 m | - |
-
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
De bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte | |||||
1. | hoofdgebouwen | zie maatvoerings aanduiding | zie maatvoerings aanduiding | 100% van het bouwvlak | ||||
2. |
bijbehorend
bouwwerken, en overkappingen |
3 m |
4,5 m | per bouwperceel ten hoogste 40% van de betreffende gronden buiten een bouwvlak met een maximum van 40 m² | ||||
3. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m |
- | ||||
4. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - | ||||
5. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | 10 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goothoogte van een bijgebouw, indien de afstand tot de grens van het bouwperceel over een lengte van meer dan 2,5 m minder dan 1 m bedraagt, om te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en / of in de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende bebouwing, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 7.2.3 onder a sublid 1 bedoelde goot(- of boeibord)hoogte en/of bouwhoogte, teneinde dakopbouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 onder a sublid 2 inzake de bouwhoogte van bijbehorend bouwwerk teneinde een hogere bouwhoogte te kunnen toestaan, met in achtneming van de volgende regels :
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 onder a sublid 3 ten einde een hogere erfafscheiding grenzend aan het openbaar gebied toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.1 onder f voor het realiseren van een 'bed and breakfast' met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels uitsluitend worden overschreden door:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen bedragen echter niet meer dan 3 m en het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 10% vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor wonen is slechts toegestaan indien voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn binnen het plangebied die duurzaam in stand worden gehouden. Onder voldoende parkeerplaatsen wordt verstaan
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen omtrent de situering en maatvoering van een parkeervoorziening, ten behoeve van een samenhangend straatbeeld, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Openbare verlichting dient zodanig te worden afgesteld nabij de watergang en de aangrenzende groenzone dat deze vleermuisvriendelijk is.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Rittenburg Fase III'.