direct naar inhoud van 3.1 Waterparagraaf
Plan: Sint Laurens
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPSTL-OH99

3.1 Waterparagraaf

Algemeen

Het thans vigerende bestemmingsplan dateert van enige decennia geleden. De actualisatie van het bestemmingsplan Sint Laurens geeft gelegenheid tot het invoegen van een waterparagraaf in dit bestemmingsplan en dus de mogelijkheid tot het aandragen van waterinformatie en wateraandachtspunten. Het proces wordt samengevat onder de naam Watertoets.

De watertoets omvat het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten, geconcretiseerd in termen van vasthouden, bergen en afvoeren van water. De watertoets is een belangrijk instrument om te verzekeren dat de waterhuishouding in een bestemmingsplan integraal deel uitmaakt van de besluitvorming.

De Commissie Waterbeheer 21e eeuw heeft het instrument van de watertoets geïntroduceerd.

De Watertoets wordt verankerd in de Wet en het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro), in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en in streek- en bestemmingsplannen.

De watertoets is een beoordeling van de invloed, die de ontwikkeling of het beheer van een plangebied heeft - in dit geval de bestaande woonkern Sint Laurens - op het watersysteem in dat gebied. Het is noodzakelijk de gevolgen van de beoogde ontwikkeling voor de waterhuishoudkunde en het watersysteem in kaart te brengen.

Het watersysteem bevindt zich in het beheersgebied van het Waterschap Scheldestromen. Het Waterschap is dan ook geraadpleegd over de waterkwantitatieve en waterkwalitatieve aspecten. Het plangebied wordt globaal begrensd door de bebouwing die gelegen is langs de Noordweg, tussen de Golsteinseweg en de Van 't Hoffweg.

Toetsing

Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn gemeenten verplicht om bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van de betrokken waterbeheerders (art. 1.3.1 Bro). Het waterschap heeft het wateradvies afgegeven in het kader van het overleg 1.3.1. Bro. Het bestemmingsplan “Sint Laurens” is voornamelijk een consoliderend bestemmingsplan.

Het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer worden binnen het plangebied gevoerd door het Waterschap Scheldestromen. Conform de watertoets heeft vroegtijdig overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder over de ruimtelijke ontwikkelingen die in het voorliggende bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Het plan legt voornamelijk de bestaande situatie vast.

Algemeen

Het oudland van Walcheren wordt gekenmerkt door de afwisseling van kreekruggen en poelgebieden. De kreekruggen zijn de oude inbraakgeulen die door omkering van het reliëf hoger liggen dan de omgeving. De poelgebieden zijn laaggelegen terreinen in de vorm van grote, open graslandgebieden. De lage ligging is veroorzaakt door inklinking en vergraving van veenlagen in de ondergrond. Bebouwing ontbreekt daardoor vrijwel geheel in de poelgebieden.

Kenmerkend voor het plangebied is de lintbebouwing langs de Noordweg en het ontbreken van oppervlaktewater in de oude kern. Vanouds werden vroeger kreekruggen voor bebouwing benut. Het is dan ook geen toeval dat een belangrijke Walcherse kreekrug zich onder de Noordweg bevindt. Dit verklaart ook de afwezigheid van oppervlaktewater in de oude kern en de aanwezigheid van oppervlaktewater in de aangrenzende poelgebieden.

Ontwikkeling

De kern Sint Laurens heeft de afgelopen 50 jaar aan de zuid-west en noord-west zijde enige kleine uitbreidingen gekend. In de meest recente uitbreiding is een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd. De nieuwe grootschalige uitbreidingen die voorzien zijn zullen eveneens een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel krijgen.

Veiligheid

Het plan ligt buiten de invloedssfeer van waterkeringen.

Hydrologie en bodem

Kenmerkend is het ontbreken van waterlopen in het woongebied. In het plangebied zijn enkel langs de randen van de bebouwing waterlopen aanwezig. Er zijn geen mogelijkheden om waterlopen in de kern te introduceren. Ondanks de afwezigheid van oppervlaktewater zijn er geen klachten over grondwater. De overtollige neerslag uit de omgeving kan goed in de kreekruggen infiltreren. Er vindt geen grondwateronttrekking plaats. Verder ligt het plangebied niet in een grondwaterbeschermingsgebied, of hydrologische bufferzone.

Riolering

Het plangebied is grotendeels voorzien van een gemengd rioleringsstelsel. Het hemelwater wordt samen met het huishoudelijk afvalwater afgevoerd naar de riolering. Via een gemaal en persleiding wordt dit via onderbemalingsgebieden afgevoerd naar het gemaal Grenadier aan de Electraweg op Arnestein en van hieruit naar de rioolwaterzuivering in Ritthem. Bij langdurige neerslag vult het rioleringssysteem zich geheel en voert een deel van het overtollige rioolwater dan via riooloverstorten af op het oppervlaktewater dat langs de rand van het plangebied aanwezig is. De riooloverstorten leveren geen waterkwaliteitsproblemen op. Het gebied voldoet aan de basisinspanning. Bij toekomstige wegreconstructies en of vervangingen van rioleringen worden schoonwaterriolen aangelegd.

Waterkwaliteit

De water(bodem)kwaliteit in het plangebied is over het algemeen matig. In het plangebied komt geen zoetwater in de bodem voor.

Waterkwantiteit

In het plangebied voeren sloten die aan de westkant van de Noordweg gelegen via de hoofdwatergang (Sint Laurenswatergang) overtollig water af naar het gemaal Boreel en de sloten aan de oostkant van de Noordweg voeren hun water af via de hoofdwatergang (Veerse watergang) naar het gemaal Poppekinderen.

Infiltratie

Ten aanzien van de infiltratie kan worden opgemerkt dat het gebied zich bodemkundig mag rekenen tot de kreekruggen. Deze kenmerken zich door een zanderige bodemopbouw. In principe is infiltratie van hemelwater mogelijk. Het gebied bevindt zich niet in de omgeving van een infiltratiegebied voor natuur- of drinkwatervoorzieningen.

Zettingsgevoeligheid

De zettinggevoeligheid is over het algemeen matig.

Polderpeil en Wateroverlast

Het grootste deel (circa 95%) van het plangebied bevindt zich in peilgebied GPG435. In dit peilgebied is een peilbesluit van toepassing met een zomerpeil van normaal NAP- 1,85 m en nat NAP – 2,00 m en een winterpeil van normaal NAP- 2,15 m en nat NAP-2,00 m. Dit peilgebied watert via de Sint Laurenswatergang af naar het gemaal Boreel. Het deel van het plangebied dat zich aan de oostzijde van de Noordweg bevindt ligt in het peilgebied GPG427. De zomer- en winterpeilen in beide peilgebieden komen met elkaar overeen. Het laatst genoemde peilgebied watert via de Veerse watergang af op het gemaal Poppekinderen. Er zijn geen plannen bekend om het bestaande peilbesluit te wijzigen. De maaiveldhoogte in het plangebied varieert van NAP + 0,71 m tot NAP - 0,59 m. Toetsing aan de TW norm (toetsing regionale watersysteem en watergangen) is niet aan de orde. In het verleden is gebleken dat het plangebied niet inundatiegevoelig is. Omdat het een consoliderend plan betreft zal ook het totale verhardingsoppervlak niet wijzigen en daarmee geen toename van hemelwater op de riolering veroorzaken.

Volksgezondheid

Door de aanleg van riolering worden watergerelateerde ziekten geminimaliseerd.

Bodemdaling

De bodemdaling is hier niet van toepassing.

Grondwateroverlast

Bij de gemeente zijn geen klachten bekend die verband houden met het grondwater.

Grondwaterkwaliteit

De grondwaterkwaliteit wordt niet negatief beïnvloed.

Oppervlaktewaterkwaliteit

Het oppervlaktewater langs de randen van het bestemmingsplan is permanent waterhoudend. Het water is voedselrijk en vergelijkbaar met het overige polderwater. Het ecologische ambitieniveau is laag. Het onderhoud aan de waterlopen vindt plaats vanaf de bestaande wegen of anders vanaf de aanwezige onderhoudsstroken. Er zijn geen knelpunten bekend in de afwatering of waterkwaliteit.

Verdroging

Verdroging is hier niet aan de orde.

Waterschapswegen

Een aantal wegen in het plangebied grenst aan waterschapswegen. Er zijn geen verkeersonveilige situaties bekend op de grensgebieden.