direct naar inhoud van 2.2 Uitgangspunten en randvoorwaarden
Plan: Sint Laurens
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPSTL-OH99

2.2 Uitgangspunten en randvoorwaarden

Consolideren inclusief verandering / ontwikkeling

Consolidatie van de huidige ruimtelijk-functionele situatie in het plangebied houdt enerzijds in het vastleggen van bijvoorbeeld voorkomende woningtypologieën, functies en waarden (voor zover relevant) en betekent anderzijds continuering van de reeds toegestane en / of aanvaardbare planologische mogelijkheden voor verandering en ontwikkeling van aanwezige gebruiksvormen. Deze mogelijkheden blijven beperkt door potentiële conflicten met ruimtelijke en / of milieukwaliteiten, strijdigheden en onverenigbaarheid met gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.

Voorts vindt daarbij voor de planologische regeling zoveel mogelijk afstemming plaats op recente andere bestemmingsplannen van de gemeente.

Behouden functiemenging

Het algemene gemeentelijk beleid gericht op behoud van functiemenging in kernen (ten behoeve van waarborging en bevordering van de leefbaarheid in de kern en binnen randvoorwaarden voor milieu- en woonkwaliteit) wordt voortgezet. De aanwezigheid van de niet-woonfuncties, voor zover deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving, is dan ook gewenst. Hiervoor is een flexibele bestemmingsregeling van belang voor maatschappelijke en commerciële voorzieningen, aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten vanuit een woning. Het toelatingsbeleid en de bestemmingsregeling zijn afgestemd op het tegengaan van milieuhinder om zo de milieu- en woonkwaliteit te waarborgen. In paragraaf 3.2 wordt nader ingegaan op het reguleren van bestaande en toelaten van eventueel nieuwe (bedrijfs)activiteiten.

In relatie tot zorgvuldig ruimtegebruik is het echter goed denkbaar dat eventueel vrijkomende bedrijfslocaties worden benut voor woningen of voor niet-hinderlijke andere functies. Dit wordt per situatie beoordeeld en zo mogelijk wordt hieraan onder voorwaarden medewerking verleend via een afzonderlijke planologische procedure.

Hiermee kan na beëindiging van de bedrijfsmatige activiteiten het gebruik van het perceel voor wonen (door de voormalige ondernemer of diens rechtmatige opvolger) worden gecontinueerd of mogelijk worden gemaakt. Overigens wordt een toename van het aantal woningen niet mogelijk gemaakt binnen dit bestemmingsplan.

Continueren/afstemmen beleid Nieuwe Economische Dragers (NED's)

Ter plaatse van voormalige agrarische bedrijven zijn beleidsmatig kleinschalige nevenactiviteiten (NED's) gewenst en planologisch mogelijk geacht. Dit kan gaan om een bestaande NED waarbij het agrarisch bedrijf is beëindigd of om een nieuwe NED bij een voormalig agrarisch bedrijf. In dit bestemmingsplan wordt hiermee aangesloten op het actuele beleid zoals dat is vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied (2009) en het Omgevingsplan 2006-2012.

In het Omgevingsplan is het beleid NED (Nieuw economische dragers) opgenomen. De gemeente wordt de afwegingsruimte geboden om functies als NED voor wat betreft aard en invloed toe te staan in voormalige agrarische bedrijven. Voor het toelaten van NED's gelden de volgende criteria:

  • kleinschaligheid functies;
  • milieunormen van de Wet milieubeheer;
  • voorwaarden waterbeheerder aan afvalwaterlozingen;
  • geen onevenredige schadelijke gevolgen voor natuur en landschap;
  • geen belemmeringen voor de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
  • geen onevenredige toename van de automobiliteit.

Regelmatig worden bij de gemeente initiatieven ingediend betreffende NED-ontwikkelingen. In navolging van het bestemmingsplan Buitengebied is gekozen om ook voor de voormalige agrarische bedrijven in voorliggend plangebied hierop aan te sluiten door ter plaatse NED-ontwikkelingen toe te staan.

Het gemeentebestuur neemt het provinciale beleid met betrekking tot de NED's over. Dit beleid wordt in de bestemmingsregeling vertaald. Gelet op de oppervlakte agrarische bedrijfsgebouwen op sommige agrarische bedrijven kan het toelaten van NED-functies binnen de bestaande gebouwen leiden tot relatief grootschalige bedrijfsvestigingen. In het bestemmingsplan wordt daarom de voorwaarde van kleinschaligheid opgenomen en uitgewerkt door middel van een aantal criteria.

In het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Middelburg is ook een gebiedszonering opgenomen. Deze zonering wordt ook voor voorliggend bestemmingsplan gehanteerd.

Boskavels Noordweg 437 en 439

Voor de bouw van de woningen aan de Noordweg 437 en 439 is in 2005 een vrijstellingsprocedure gevoerd. Uitgangspunt bij het voeren van deze vrijstellingsprocedure was de sloop van de (oude) agrarische bedrijfswoning aan de Noordweg. Deze woning dient te worden gesloopt vanwege de hoge geluidsbelasting op de gevel.

De provincie Zeeland heeft ingestemd met de bouw van twee woningen ter vervanging van de voormalige agrarische bedrijfswoning. Als voorwaarde is hierbij gesteld dat uiteindelijk slechts twee woningen op de percelen in stand worden gehouden.

De gemeente is er tevens vanuit gegaan dat de oude agrarische bedrijfswoning werd gesloopt. Hierdoor is het huisnummer van de voormalige agrarische bedrijfswoning toegekend aan één van de nieuw gebouwde woningen.

Behouden van cultuurhistorische waarden

Behoud en versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden in het plangebied wordt van belang geacht. Essentiële cultuurhistorische gegevens en kwaliteiten worden daarom zoveel mogelijk vastgelegd in het bestemmingsplan.

Voor kern Sint Laurens is in dit verband het behouden van het archeologisch erfgoed en aanwezige monumenten van belang.

Rekening houden met archeologische waarden

In aansluiting op het Verdrag van Valletta (Malta, 1992), het provinciaal archeologiebeleid en overeenkomstig het gemeentelijk archeologie beleid (zie bijlage 1) wordt in dit bestemmingsplan de bescherming van het archeologisch erfgoed vastgelegd.

In een aantal delen van het plangebied is juridisch-planologische bescherming van eventueel aanwezige archeologisch waarden (waarmee bij ruimtelijke afwegingen moet rekening worden gehouden) aan de orde. Daarbij wordt opgemerkt dat binnen de IKAW-gebieden conform de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren in vergelijking met de Wet Archeologische Monumentenzorg minder strengere ontheffingsregels gelden gezien het indicatieve karakter van de IKAW.

Rijksmonumenten

In het plangebied bevinden zich de in tabel 2.1 aangegeven beschermde rijksmonumenten. Bescherming van deze rijksmonumenten vindt plaats via het monumentenbeleid en de Monumentenwet 1988. Bescherming van deze monumenten is in het bestemmingsplan dan ook niet nodig.

Tabel 2.1. Overzicht rijksmonumenten in Sint Laurens

aard/naam   adres   omschrijving   rijksmonument nr:  
Molenromp 'De Hoop'   Noordweg 482   Windmolen uit 1721, ronde zware gebouwde stellingmolen, voormalige korenmolen   522578  
Woonhuis   Noordweg 491   Woonhuis beschermd vanwege architectuur/ bouwkundige aspecten en de constructie   508326  
Maatschappelijk voorziening   Noordweg 493   Voormalig gemeentehuis dat in Interbellum-architectuur is gebouwd   508325  
Woonhuis   Noordweg 497   Voormalige burgemeesterswoning   508327  
Kerk   Van Citterstraat 69   Kerkje, in hoofdvorm daterend uit 1644   29734  

Molen

Voor de in 2002 als rijksmonument aangewezen molen(romp) 'De Hoop' is in voorliggend bestemmingsplan ook geen bescherming nodig in de vorm van een molenbiotoop(regeling). Er zijn geen concrete plannen bekend om deze volledig te herstellen en weer als volwaardige molen in bedrijf te nemen.

Behouden en versterken van groen- en watervoorzieningen

Bestaande groen- en waterelementen in het plangebied worden gewaarborgd voor zover die van belang zijn voor de ruimtelijke structurering en inpassing van en/of als bufferelement tussen in het plangebied aanwezige functies en elementen en/of van belang zijn voor de waterhuishouding.

Duurzaam bouwen

Gestreefd wordt naar een structurele toepassing van de duurzaamheidsuitgangspunten in de bouw en stedelijke ontwikkeling zodat tot een optimale leefbare woonomgeving wordt gekomen. Daarnaast dient op een zodanige wijze te worden gebouwd dat aan de huidige vraag wordt voldaan, zonder dat daarbij de mogelijkheden van anderen en toekomstige generaties worden beperkt. De volgende maatregelen worden doorgevoerd.

  • er worden prestatiecontracten gesloten met energieprestatie-eisen voor nieuwbouw en renovatie van woningen;
  • omgevingsvergunningen voor bouwen worden getoetst aan duurzaamheidsmaatregelen;
  • subsidieverlening voor woningverbetering worden getoetst aan duurzaamheidsmaatregelen;
  • beperking van uitloging van bouwmaterialen.