direct naar inhoud van 3.5 Milieuaspecten
Plan: Nieuw Middelburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPNWM-VG99

3.5 Milieuaspecten

3.5.1 Milieuaspecten gevestigde bedrijven en voorzieningen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de milieuaspecten van de in het plangebied aanwezige bedrijven. Onderscheid wordt gemaakt in (agrarische) bedrijven en horeca.

Toelaatbaarheid bedrijven

Voor de bestemmingregeling van bedrijfslocaties en horecavestigingen hanteert de gemeente een Staat van Bedrijfsactiviteiten respectievelijk een Staat van Horeca-activiteiten. Voor een nadere toelichting op deze staten wordt verwezen naar de bijlagen 3 en 5. Deze staten zijn gekoppeld aan de planregels van bestemmingsplannen en zijn een eerste globaal toetsingskader voor de toelaatbaarheid van bedrijven. In een concrete situatie is milieuwetgeving bepalend. Omdat het plangebied overwegend een woongebied is, worden in het bestemmingsplan stringente eisen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijven.

Om inzicht te krijgen in de mate van milieubelasting van de gevestigde bedrijven in het plangebied is in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging". Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën zijn gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de categorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie kan worden vertaald naar een minimaal aan te houden richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies in de omgeving. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om indicatieve afstanden. In een concrete situatie dient de werkelijk aan te houden afstand nader te worden bepaald.

Milieuzonering

Ten aanzien van bedrijfslocaties waarvoor bedrijfsbestemmingen nodig zijn, geldt dat vanuit milieuhygiënisch oogpunt bedrijven uit ten hoogste categorie B1 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten toelaatbaar zijn. In bijlage 4 zijn de bedrijven voor de wijk Nieuw Middelburg opgenomen.

Inschaling van bedrijven

In het plangebied zijn 10 bedrijven gevestigd. Deze bedrijven zijn ingeschaald in de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Uit de inschaling blijkt dat alle bedrijven tot categorie B1 behoren. Categorie B1-bedrijven kunnen gezien de aard en invloed op de omgeving tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing worden gesitueerd, echter in het algemeen in gebieden met gemengde functies. In de hiervoor genoemde VNG-brochure wordt voor bedrijven uit categorie B1 een richtafstand van 30 m gehanteerd.

Klachten over bedrijven

Bij de gemeente zijn uit voorgaande jaren geen klachten bekend over een bedrijf in de wijk.

Horeca

In het plangebied is een horecavestiging aanwezig. In de Zacharias Jansenstraat bevindt zich een chinees restaurant met afhaalfunctie. Doordat er sprake is van afhaal gelegenheid valt het bedrijf in categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten. Omdat er geen andere horecavestigingen in het plangebied zijn wordt in dit specifieke geval Categorie 1c toelaatbaar geacht. Normaal is Categorie 1b algemeen toelaatbaar in gemengd gebied.

Ontwikkeling Veerseweg Zuid

De ontwikkeling van het woongebied aan de Veerseweg Zuid ligt in een gemengd gebied. In de directe omgeving liggen twee bedrijven aan de Veerseweg. Deze bedrijven kunnen qua aard en uitstraling echter direct naast woonbebouwing plaatsvinden. Ze behoren namelijk tot categorie B1 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging". Ook levert de bouw van de woningen geen beperkingen voor deze bedrijven op.

3.5.2 Bodemonderzoek

Het beleid van de provincie Zeeland gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit.

Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren). Bij nieuwe ontwikkelingen dient vooraf inzicht te zijn verkregen in de bodemhygiëne.

Voor de ontwikkeling aan de Veerseweg Zuid is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Witteveen & Bos2. De conclusies uit dit onderzoek zijn als volgt. Er is binnen het plangebied een bodemverontreiniging aangetoond tot boven de interventie waarde en/of locale achtergrondgehalte. Deze verhoogde waarden hebben betrekking op de stof arceen en nikkel. De gemeente heeft hierover aangegeven dat arceen in deze omgeving van nature verhoogd voorkomt en dit geen aanleiding geeft tot aanvullend onderzoek. Ook voor de verhoogde concentratie nikkel zal geen aanvullend onderzoek worden uitgevoerd. Voor deze verhoogde waarden bestaat geen saneringsnoodzaak.

Conclusie

De gemeente vindt de conclusies uit het bodemonderzoek aanvaardbaar en vindt dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse.

3.5.3 Externe veiligheid

In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is gekeken naar het aspect externe veiligheid. Binnen het plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig. Buiten het plangebied ligt uitsluitend de risicobron N57 die van invloed kan zijn op het plangebied.

Beoordeling

Voor de N57 is gekeken of het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N57 effect heeft op het voorliggende plangebied. Uit de rapportage van Cauberg-Huygen, nr. 20080382-16, 12 maart 2010 blijkt dat dit zich op te grote afstand bevindt.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid speelt dan ook geen rol bij het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan.

3.5.4 Wegverkeerslawaai

Algemeen

Binnen dit bestemmingsplan worden nieuwe geluidsgevoelige functies (woningen) mogelijk gemaakt. Volgens de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) en op basis van jurisprudentie dienen voor deze nieuwe ontwikkelingen onderzoek gedaan te worden naar wegverkeerslawaai. In bijlage 6 en 7 is het akoestisch onderzoek opgenomen waarvan hierna de conclusie is weergegeven.

Conclusie

Uit de berekeningen blijkt dat de afstand tussen de 48 dB-contour (voorkeursgrenswaarde) en de wegassen van de Oostperkweg, Veerseweg en Dampoortweg minder bedraagt dan de afstanden tussen deze wegen en de beoogde gevels. De geluidsbelasting aan de gevels zal daardoor ten gevolge van het wegverkeerslawaai minder bedragen dan de voorkeursgrenswaarde en voldoet daarmee aan de wettelijke normen uit de Wgh en een goede ruimtelijke ordening.

3.5.5 Luchtkwaliteit

De Wet luchtkwaliteit (Wlk) vormt geen belemmering voor voorliggend bestemmingsplan en het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.

Voor deze ontwikkeling kan namelijk op basis van de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (achtergrondconcentratie geleverd door het Planbureau voor de Leefomgeving; PBL) in combinatie met de afwezigheid van substantiële lokale bronnen worden geconcludeerd dat ter plaatse de concentraties stikstofdioxide en fijn stof onder de betreffende grenswaarden liggen. Ook de prognose voor 2015 en 2021 voorspellen geen overschrijdingen (informatie PBL november 2009). De ontwikkelingsmogelijkheid in dit plan is verder dermate beperkt en kleinschalig dat geen sprake is van een significante toename van het verkeer als gevolg van voorliggend bestemmingsplan. Op basis van het NIBM-tool van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is geconcludeerd dat het project in niet betekende mate (NIBM) bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Berekeningen zijn gelet op het voorgaande en het gegeven dat de grootschalige concentraties ver onder de grenswaarden liggen, achterwege gelaten.

3.5.6 Leidingen en telecommunicatieverbindingen

In en in de directe omgeving van het plangebied zijn geen planologisch relevant aan te merken solitaire leidingen en geen leidingstroken, hoogspanningsverbindingen en optisch vrije paden voor telecommunicatieverbindingen aanwezig waarmee in een bestemmingsplan rekening moet worden gehouden. Dienaangaande zijn er dan ook geen belemmeringen voor de in het plangebied aanwezige functies.