direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Nieuw Middelburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPNWM-VG99

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken;
  • b. jeugd- en kinderopvang;
  • c. onderwijs;
  • d. maatschappelijke dienstverlening;
  • e. religie;
  • f. verenigingsleven;
  • g. voorzieningen inzake zorg en welzijn;
  • h. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, toegangs- en achterpaden, en parkeervoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Toelaatbaarheid van bouwwerken

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden worden gebouwd:
    • 1. ter plaatse van het bouwvlak:
      • a. gebouwen;
      • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. buiten het bouwvlak:
      • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen bedraagt ten minste 1  m;
  • c. ter plaatse van de in lid 9.1 bedoelde gronden, bedraagt, indien de toegestane bebouwing met een bebouwingspercentage is aangegeven, de totale oppervlakte van gebouwen ten hoogste dat percentage van het bouwperceel en is de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 5 m.

9.2.2 Maatvoering

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
a.   gebouwen   zie maatvoeringsaanduiding   zie maatvoeringsaanduiding   zie maatvoeringsaanduiding  
b.   aan- en uitbouwen en bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning   3 m   4,5 m   50 m²  
c.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   3 m   -  
d.   erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied   -   1 m   -  
e.   overige erfafscheidingen   -   2 m   -  
f.   lichtmasten   -   9 m   -  

9.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. op de gronden zijn buurt- of clubhuizen en daarmee vergelijkbare voorzieningen niet toegestaan.
9.4 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de in lid 9.3 bedoelde gronden te wijzigen ten behoeve van de vestiging van een buurt- of clubhuis, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de aard en omvang van het buurt- of clubhuis wordt afgestemd op de in de omgeving woonachtige doelgroep; gelet daarop wordt ook de noodzakelijkheid, doelmatigheid en wenselijkheid van de vestiging van een buurt- of clubhuis ter plaatse aangetoond;
  • b. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, waarbij met name aandacht moet worden besteed aan de openingstijden en de mogelijkheden voor ontsluiting; flankerend wordt zo nodig ander instrumentarium toegepast ter voorkoming van onevenredige overlast;
  • c. de afstand van gebouwen tot woonpercelen in de omgeving van een buurt- of clubhuis, bedraagt ten minste 30 m.