direct naar inhoud van 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Noordweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPNOW-OH99

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient inzicht te worden gegeven in de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij zowel om de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de planvoorbereiding zijn betrokken alsook om de resultaten van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro.

5.2.1 Betrokkenheid burgers en maatschappelijke organisaties

Op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening en de Middelburgse inspraakverordening worden ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan betrokken.

Dit gebeurt op de manier zoals beschreven in de gemeentelijke Inspraakverordening. In deze verordening is bepaald dat de openbare voorbereidingsprocedure, geregeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan als gevolg van het wettelijk voorgeschreven vooroverleg aan diverse instanties verzonden.

De procedure ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan is als volgt verlopen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 9 juli 2010 tot en met 20 augustus 2010 ter inzage gelegen bij de vakbalie van de Dienst Ruimte in het Stadskantoor. Het plan was tijdens de genoemde periode tevens digitaal beschikbaar via de gemeentelijke website (www.middelburg.nl).

Gedurende de termijn van terinzagelegging konden inspraakreacties mondeling of schriftelijk naar voren worden gebracht. Van deze mogelijkheid is door 14 personen gebruik gemaakt.

  • 1. T. Harpe, Ter Vestelaan 9, 4333 GZ Middelburg

De situering van de nieuwe brandweerkazerne doet afbreuk aan het landschap als geheel. De eventuele bouw van een aantal woningen tussen de locatie van de kazerne en de Noordweg kan vanwege de krimp niet plaatsvinden, zodat het voor de hand ligt de kazerne dichterbij de bestaande bebouwing te situeren. Verwezen wordt naar de provinciale nota “Op pad”.

Reactie gemeente:

Bij de locatie van de brandweerkazerne is inderdaad rekening gehouden met de bouw van een aantal woningen tussen de brandweerkazerne en de Noordweg. Hoewel de locatie van de brandweerkazerne nu vrij ver van de bebouwing af lijkt te liggen, komt deze bij realisatie van de nieuwe woningen aansluitend aan bebouwing te liggen. De plannen voor deze woningbouwlocatie zijn echter nog niet zover ontwikkeld, dat ze nu reeds in het bestemmingsplan meegenomen konden worden. De behoefte aan een nieuwe, permanente brandweerkazerne op deze locatie, was echter wel dringend, zodat deze vast in het bestemmingsplan Noordweg is opgenomen.

Bestreden wordt dat het bouwen van nieuwe woningen in Middelburg niet meer aan de orde zou zijn. In de Herijking Kwaliteitsatlas die op 18 januari 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt duidelijk aangegeven dat de bevolkingsprognoses tot 2030 voor Middelburg geen krimp laten zien. De prognoses laten zien dat de bevolking, weliswaar minder snel dan de afgelopen jaren, blijft groeien.

Daarnaast streeft de provincie Zeeland in het eigen beleid nog steeds naar een gematigde bevolkingsgroei van 0,5% per jaar. Dat komt neer op een toename van 1900 bewoners per jaar. Voor de opvang van deze groei is in nationaal en provinciaal beleid een belangrijke rol weggelegd voor de stedelijke regio's, waaronder Middelburg. Om deze bewoners op te vangen is het noodzakelijk dat in Middelburg ruimte blijft om nieuwe woningen te bouwen. De locatie tussen de brandweerkazerne en de Noordweg is één van deze woningbouwlocaties.

  • 2. S. van Osta en E. Nijhoff, Noordweg 134, 4333 GL Middelburg
  • a. De realisatie van een toegangsweg achter de woningen aan de Noordweg betekent een verstoring van het woongenot. Omdat de woning aan het begin van het pad ligt, zullen de meeste verplaatsingen langs deze tuin lopen. Daarnaast gaat het vrije uitzicht en rust verloren vanwege de aanleg van dit pad. Tot slot wordt de inbraakgevoeligheid vergroot, nu de beslotenheid aan de achterzijde van de tuin verdwijnt. Aangegeven wordt dat een fiets/voetpad van maximaal 2 meter breed acceptabel is. Voor wat betreft de toegangsweg worden een aantal vragen gesteld:
    • 1. Wat is de exacte ligging? Ontsluiting via het weggetje tussen de huizen 132 en 126 is onacceptabel.
    • 2. Wat is de exacte maat van de weg?
    • 3. Hoe wordt het eigendom van de weg geregeld?
    • 4. Wie legt de weg aan?
    • 5. Hoe wordt de weg aangelegd?
    • 6. Wie onderhoud de weg?
  • b. In het plan wordt gesproken over heiwerkzaamheden. De woningen aan de Noordweg zijn oud en staan op een kreekrug. Bij heien kan schade optreden aan deze woningen. Verzocht wordt te kiezen voor een methode waarbij geen trillingen worden veroorzaakt.
  • c. Verzocht wordt in het bestemmingsplan op te nemen dat het houden van paarden en kleinvee niet toegestaan is op het perceel Noordweg 128, vanwege de mogelijke overlast hiervan.
  • d. In de omgeving van de Noordweg is te weinig speelruimte voor kinderen beschikbaar. Verzocht wordt binnen de plannen voor het perceel Noordweg 128 een speelterrein op te nemen.
  • e. In de omgeving Noordweg is sprake van parkeerproblematiek (te kort aan parkeerplaatsen). In dit plan zou voorzien moeten worden in de realisatie van extra parkeerplaatsen.

Reactie gemeente:

  • a. In mei 2009 hebben besprekingen tussen projectontwikkelaar, omwonenden en gemeente plaatsgevonden. Van deze bijeenkomsten is een verslag opgemaakt. Deze verslagen zijn per brief van 29 juli 2010 aan omwonenden toegezonden. In deze verslagen zijn onder andere de afspraken opgenomen die in mei 2009 tussen omwonenden en projectontwikkelaar over de toegangsweg achter de woningen aan de Noordweg zijn gemaakt. Tussen omwonenden en projectontwikkelaar is afgesproken dat een toegangsweg wordt aangelegd. In het ontwerp van het bestemmingsplan voor de Noordweg zullen wij het pad aanduiden met de bestemming 'verkeer'. Binnen deze bestemming is zowel een fiets/voetpad als een pad voor auto's toegestaan. In het bestemmingsplan kunnen wij geen regels opnemen dat op dit pad alleen fiets- of voetverkeer is toegestaan. De ontsluiting van het pad is alleen mogelijk via het bestaande pad tussen Noordweg 132 en Noordweg 126. Overigens is dit pad altijd in gebruik geweest als toegangsweg voor het perceel Noordweg 128. Ook in het verleden was dus sprake van verkeersbewegingen over het pad.

Wij hebben begrepen dat het de bedoeling is dat de bewoners van de woningen aan de Noordweg een stuk grond achter hun woning bij kunnen kopen. Wij raden u aan in deze privaatrechtelijke overeenkomst tussen u en de projectontwikkelaar te regelen hoe de toegangsweg gebruikt zal worden.

In het verslag van de eerder genoemde bespreking uit mei 2009 is te lezen, dat afgesproken is dat het pad 2 meter breed zal worden en toegankelijk zal worden voor auto's. De weg wordt aangelegd door de projectontwikkelaar. Het eigendom van de weg is niet iets dat in een bestemmingsplan geregeld wordt. Wij raden u aan in deze privaatrechtelijke overeenkomst tussen u en de projectontwikkelaar te regelen wie de toegangsweg in eigendom en onderhoud neemt. Als gemeente zijn wij hierin echter geen partij.

  • b. In de eerder genoemde besprekingen van mei 2009 is van de zijde van de projectontwikkelaar toegezegd dat de palen niet geheid zullen worden, maar geboord. Voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden zal van de omliggende woningen een opname gemaakt worden. Dit wordt ook door de CAR verzekering van de aannemer voorgeschreven. De methode van fundering is echter iets wat niet in een bestemmingsplan voorgeschreven kan worden. Wel kunnen in de uiteindelijk te verlenen bouwvergunning eisen gesteld worden aan de wijze van funderen.
  • c. Op zich is het mogelijk binnen het bestemmingsplan een verbod op het houden van kleinvee op te nemen. Maar dit kan alleen onder twee voorwaarden:
    • 1. indien op voorhand al niet duidelijk is dat het houden van kleinvee strijdig is met de bestemming;
    • 2. een dergelijk algeheel gebruiksverbod kan alleen opgenomen worden voor het gehele plangebied. Het is niet mogelijk het gebruiksverbod alleen van kracht te verklaren voor de drie te realiseren kavels aan de Noordweg 128.

Daarnaast voorziet de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening in artikel 2.4.20 in regels over het houden van dieren. In lid 1 van dit artikel staat namelijk opgenomen: “Het is verboden één of meer dieren te houden die voor de omgeving schadelijk of hinderlijk blijven te zijn, dan wel één of meer dieren te houden op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze”.

Wij zijn van mening dat het ongewenst is om voor het gehele plangebied een gebruiksverbod op te nemen voor wat betreft het houden van kleinvee. Binnen het plangebied zijn percelen aanwezig, waar het houden van enkele stuks kleinvee zonder enige hinder voor omwonenden plaats zou kunnen vinden.

Het opnemen van een verbod voor slechts 3 percelen in het plangebied, creëert een vorm van rechtsongelijkheid die niet toegestaan is en die wij ook niet wenselijk vinden.

In het bestemmingsplan zal daarom geen gebruiksverbod voor het houden van kleinvee opgenomen worden. Met de bepaling dat de realisatie van een paardenbak niet is toegestaan, wordt in ieder geval het houden van paarden tegengegaan. Daarnaast gaan wij ervan uit dat de bepalingen in de APV voldoende houvast bieden om eventuele hinder voor omwonenden tegen te gaan.

  • d. Het perceel aan de Noordweg 128 is niet in eigendom van de gemeente, maar van een particuliere eigenaar. Wij kunnen een particuliere eigenaar niet verplichten een openbaar speelterrein op zijn eigendom aan te leggen. In het bestemmingsplan zal dan ook geen speelterrein opgenomen worden.
  • e. Het specifieke plan aan de Noordweg 128 voorziet in de aanleg van extra parkeerplaatsen. Verder is het nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg alleen een actualisatie van het geldende bestemmingsplan. Er worden aan de Noordweg, naast de ontwikkeling aan de Noordweg 128, geen nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd, zodat er geen aanknopingspunten zijn om de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen te eisen.

Een bestemmingsplan verplicht ook niet tot het aanleggen van parkeerplaatsen. In een bestemmingsplan is sprake van zogenaamde 'toelatingsplanologie': er wordt omschreven wat op een perceel gebouwd mag worden en hoe het perceel gebruikt kan worden. Maar het is niet mogelijk via een bestemmingsplan bijvoorbeeld een eigenaar te dwingen om op zijn grond ook daadwerkelijk een huis te bouwen.

In dit nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg kunnen wij dus alleen de mogelijkheden scheppen om in de toekomst (mocht zich dit voordoen) nieuwe parkeerplaatsen te realiseren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk binnen de bestemming 'verkeer', waarbinnen het mogelijk is parkeerplaatsen te realiseren.

  • 3. Familie K. Caljouw, Willem Arondeusstraat 41, 4333 DC Middelburg – mede namens de familie J. Caljouw, Willem Arondeusstraat 31 en familie M. Caljouw, Willem Arondeusstraat 19
  • a. Aangegeven wordt dat de gemeente de zienswijzen zoals die waren ingediend bij de vrijstellingsprocedure voor Noordweg 128, mee had moeten nemen in deze procedure;
  • b. Verzocht wordt om een schriftelijke bevestiging van de toezeggingen die door de projectontwikkelaar in een eerder overleg tussen omwonenden, projectontwikkelaar en gemeenten zijn gedaan.
  • c. Aangegeven wordt dat in de omgeving sprake is van wateroverlast. Deze is met name ontstaan nadat Noordweg 128 niet meer als landbouwgrond in gebruik is en de beplanting langs de brandgang is verwijderd. De overlast wordt veroorzaakt vanwege het verschil in hoogte tussen het perceel Noordweg 128 en de percelen aan de Willem Arondeusstraat. Verzocht wordt om maatregelen te treffen om deze wateroverlast op te lossen.
  • d. Verzocht wordt de bestaande haag als grens tussen de percelen te behouden;
  • e. In de toelichting wordt gesproken over een groenstrook tussen de toekomstige woningen en de woningen aan de Willem Arondeusstraat. Onduidelijk is wat hiermee wordt bedoeld en wie deze groenstrook in eigendom zal krijgen.

Reactie gemeente:

  • a. Formeel gezien is het niet mogelijk de zienswijzen die in de vrijstellingsprocedure waren ingediend, mee te nemen als inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan Noordweg. Het gaat hier om twee verschillende procedures, waarbij een verschillende reactie termijn geldt. Voor het bestemmingsplan Noordweg kon tussen 9 juli en 19 augustus 2010 op het plan gereageerd worden. Het is dan niet mogelijk om brieven uit 2008 in deze procedure mee te nemen. Maar iedereen die in 2008 een zienswijze in de vrijstellingsprocedure had ingediend, is door ons geïnformeerd over het stopzetten van de procedure en de mogelijkheid op het voorontwerpbestemmingsplan te reageren.
  • b. De afspraken die in mei 2009 tussen projectontwikkelaar, gemeente en omwonenden zijn gemaakt, zijn per brief van 29 juli 2010 toegezonden aan degenen die in de vrijstellingsprocedure in 2008 een zienswijze hebben ingediend.
  • c. In de hierboven genoemde bespreking van mei 2009 zijn onder andere afspraken gemaakt over een oplossing voor de wateroverlast in de brandgang achter de woningen aan de W. Arondeusstraat. Afgesproken is dat in het pad door de projectontwikkelaar een aantal waterkolken aangelegd worden. Maar deze oplossing voor de wateroverlast is niet iets dat wij in het bestemmingsplan kunnen regelen, omdat dit geen bestemmingsplanmatige consequenties heeft.
  • d. In de bespreking in mei 2009 is afgesproken dat de haag de grens zal blijven tussen het projectgebied en de bestaande bebouwing. In een bestemmingsplan worden echter geen kadastrale grenzen geregeld, zodat ook dit onderwerp niet in het bestemmingsplan opgenomen kan worden. Wij raden u aan met de projectontwikkelaar afspraken te maken over inmeting van de percelen bij het Kadaster, zodat de (perceels)grens in het Kadaster vastgelegd wordt.
  • e. Het gaat om de bestaande haag tussen Noordweg 128 en de woningen aan de W. Arondeusstraat. Wie de haag in eigendom heeft/krijgt is tussen grondeigenaar en omwonenden. Het eigendom van gronden wordt in het bestemmingsplan niet geregeld.

  • 4. G.L.M. van Hoek en J.H. van Hoek-Meijer, Noordweg 376, 4333 KJ Middelburg
  • a. De bestaande woning aan de Noordweg 376 valt deels buiten het bouwvlak, zodat deze valt onder de regeling voor aan- en uitbouwen. Aan- en uitbouwen mogen op grond van artikel 10.2.2. een maximale goothoogte van 3 meter hebben. De bestaande woning heeft echter een goothoogte van meer dan 3 meter. Verzocht wordt dat deel van de woning dat een goothoogte van meer dan 3 meter heeft, binnen het bouwvlak te laten vallen.
  • b. Op pagina 38 van de toelichting wordt aangegeven dat de bestaande overstort geen hinder veroorzaakt. Deze hinder is er echter wel. Na een zware regenbui drijft in de sloot materiaal uit de riolering en is er sprake van stankoverlast. Verzocht wordt in het bestemmingsplan rekening te houden met de aanleg van een bergbezinkbassin. In verband hiermee wordt verzocht het pad naast de woning niet te bestemmen als verkeersdoeleinden, maar als tuin of erf. Het pad geeft uitsluitend toegang tot de eigen tuin en heeft geen openbare functie.

Reactie gemeente:

  • a. Het heeft niet zondermeer onze voorkeur om de volledige woning binnen het bouwvlak te trekken. Dat zou namelijk betekenen dat opnieuw het recht ontstaat om op het erf bij de woning 40 m2 aan bijgebouwen te realiseren. Naar onze mening is dit ongewenst, omdat op het erf al veel bebouwing staat. Daarnaast is het bouwvlak voor deze woning al veel groter dan de bouwvlakken in de omgeving. Het bouwvlak nog eens vergroten door de volledige woning hierin te laten vallen, is naar onze mening een ongewenste ontwikkeling. De oplossing die meneer van Hoek aandraagt (de tuin bestemmen als 'zonder bebouwing') biedt niet echt een oplossing. Binnen de bestemming 'tuin' is weinig bebouwing toegestaan. Daarnaast past deze oplossing niet binnen de systematiek voor bestemmen die de gemeente Middelburg hanteert. Het voorontwerpbestemmingsplan biedt in artikel 10.4.3 de mogelijkheid ontheffing te verlenen voor een grotere hoogte van bijgebouwen. Dit artikel biedt het college van burgemeester en wethouders, onder voorwaarden, de mogelijkheid ontheffing te verlenen voor bijgebouwen tot een hoogte van 6 meter. De aanbouw is echter hoger dan deze 6 meter. Op de verbeelding zal voor de aanbouw een specifieke hoogte-aanduiding opgenomen worden.
  • b. Binnen de bestemming “Verkeer” is het toegestaan om watergangen en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding te realiseren. Binnen de bestemming 'tuin' en 'wonen” (erf) is de realisatie van een bergbezinkbassin niet mogelijk, zodat het niet voor de hand ligt dit pad een andere bestemming dan 'verkeer' toe te kennen. Overigens heeft het Waterschap in het recente verleden maatregelen getroffen om wateroverlast door overstort van de riolering te voorkomen. Of deze maatregelen het gewenste effect hebben, zal in de komende jaren blijken. Maar voor zover ons bekend zijn er geen plannen om in de nabije toekomst op deze locatie een bergbezinkbassin aan te leggen.

  • 5. Dhr. A. Vermerris, Willem Arondeusstraat 23, 4333 DC Middelburg
  • a. Aangegeven wordt dat in de omgeving sprake is van wateroverlast. Deze is met name ontstaan nadat Noordweg 128 niet meer als landbouwgrond in gebruik is en de beplanting langs de brandgang is verwijderd. De overlast wordt veroorzaakt vanwege het verschil in hoogte tussen het perceel Noordweg 128 en de percelen aan de Willem Arondeusstraat. Verzocht wordt om maatregelen te treffen om deze wateroverlast op te lossen.
  • b. Verzocht wordt de bestaande haag als grens tussen de percelen te behouden;
  • c. In de toelichting wordt gesproken over een groenstrook tussen de toekomstige woningen en de woningen aan de Willem Arondeusstraat. Onduidelijk is wat hiermee wordt bedoeld en wie deze groenstrook in eigendom zal krijgen.

Reactie gemeente:

  • a. In mei 2009 zijn in een bespreking tussen projectontwikkelaar, omwonenden en gemeente afspraken gemaakt over een oplossing voor de wateroverlast in de brandgang achter de woningen aan de W. Arondeusstraat. Afgesproken is dat in het pad door de projectontwikkelaar een aantal waterkolken aangelegd worden.
  • b. In de bespreking in mei 2009 is afgesproken dat de haag de grens zal blijven tussen het projectgebied en de bestaande bebouwing. In een bestemmingsplan worden echter geen kadastrale grenzen geregeld, zodat dit onderwerp niet in het bestemmingsplan opgenomen kan worden. Wij raden u aan met de projectontwikkelaar afspraken te maken over inmeting van de percelen bij het Kadaster, zodat de (perceels)grens in het Kadaster vastgelegd wordt.
  • c. Het gaat om de bestaande haag tussen Noordweg 128 en de woningen aan de W. Arondeusstraat. Wie de haag in eigendom heeft/krijgt is tussen grondeigenaar en omwonenden. Het eigendom van gronden wordt in het bestemmingsplan niet geregeld.

  • 6. D.F. Vos, Noordweg 398, 4333 KK Middelburg
  • a. Waarom valt de grens van het bestemmingsplan niet gelijk met de grens van het beschermd Stadsgezicht Noordweg? Het is immers de opgave om deze aanwijzing juridisch te vertalen in een bestemmingsplan?
  • b. De gebiedzones voor Nieuwe Economische Dragers op bijlage 1 bij de regels zijn niet precies begrensd. Is het de bedoeling deze samen te laten vallen met de bestemming AW-L?
  • c. In zone 4 voor de NED's is middels ontheffing of wijziging veel toegestaan. Aangegeven wordt dat vestiging van horeca (zoals restaurant, eethuis of partycentrum) daar niet onder zou moeten vallen. Deze activiteiten verenigen zich niet met het karakter van de Noordweg.
  • d. In artikel 10.2.1 onder g is het voorschrift opgenomen dat de voorgevel van een bijgebouw tenminste 3 meter naar achter gesitueerd moet worden ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw. Van dit voorschrift is geen ontheffing mogelijk. De heer Vos geeft aan dat zijn woning al circa 15 meter van de openbare weg gelegen is. Hij verzoekt een ontheffingsmogelijkheid op te nemen, waarmee een garage of schuur gelijk aan de voorgevel van het hoofdgebouw gerealiseerd kan worden.

Reactie gemeente:

  • a. De opgave voor dit bestemmingsplan is niet het juridisch vertalen van de aanwijzing tot beschermd Stadsgezicht. Bij deze aanwijzing is door het ministerie geconcludeerd dat de vigerende bestemmingsplannen voldoende bescherming bieden voor het beschermd Stadsgezicht. De opgave voor dit voorontwerpbestemmingsplan is het actualiseren van het bestaande bestemmingsplan Noordweg én het voldoen aan de eis dat voor 1 juli 2013 voor het volledige grondgebied van de gemeente bestemmingsplannen zijn vastgesteld die voldoen aan de digitaliseringsverplichting uit de Wet ruimtelijke ordening.
  • b. In bijlage 2 is een kaart opgenomen, waarop met de cijfers 2 en 4 is aangegeven welke gebiedszones voor Nieuwe Economische Dragers binnen het plangebied gelden.
  • c. De lijst met mogelijke Nieuwe Economische Dragers die in bijlage 1 is opgenomen, geeft een indicatie van welke NED's mogelijk zijn. Wij zijn van mening dat horeca-ontwikkelingen, onder voorwaarden, binnen het plangebied tot de mogelijkheden moeten behoren. Wij zijn daarom niet bereid de mogelijkheid voor horeca-ontwikkelingen volledig uit het bestemmingsplan te schrappen. Daarbij is het goed in gedachten te houden dat het bij Nieuwe Economische Dragers altijd om kleinschalige ontwikkelingen gaat. Wel zijn wij van mening dat bij een specifieke aanvraag een goede afweging plaats moet vinden of de ontwikkeling op die specifieke locatie mogelijk is. Daarom hebben wij de vestiging van deze horeca-activiteiten gekoppeld aan het voeren van een wijzigingsprocedure. Wij zijn van mening dat deze procedure voldoende ruimte biedt om alle belangen af te wegen.
  • d. Inderdaad zijn locaties in het plangebied denkbaar, waarbij realisatie van een bijgebouw 3 meter terugliggend van de voorgevel van het hoofdgebouw niet mogelijk of niet noodzakelijk zijn. In het ontwerpplan zal een ontheffingsmogelijkheid opgenomen worden.

  • 7. L. Kole en A. Westveer, Willem Arondeusstraat 17, 4333 DC Middelburg en M. Caljouw, Willem Arondeusstraat 19, 4333 DC Middelburg
  • a. Op de aanwezige speelplaats in de Willem Arondeusstraat is een helling aanwezig, waarop kinderen spelen. Door de bestaande begroeiing wordt het zicht belemmerd. Met de extra verkeersbewegingen vanuit de toegangsweg naar Noordweg 128, zou het wenselijk zijn deze helling te verwijderen en de verhoogde stoeprand door te trekken.
  • b. Het zou aan te bevelen zijn afspraken te maken over de tijden waarop bouwverkeer naar Noordweg 128 mag rijden, in verband met schoolgaande kinderen. Voorgesteld wordt de aanvang en eindtijden van scholen aan te houden.
  • c. Er zou geen sprake zijn van een parkeerdruk aan de Willem Arondeusstraat, zodat geen extra parkeerplaatsen nodig zijn. Er is daarom bezwaar tegen de extra parkeerplaatsen achter de woningen nummers 17 en 19. Gevraagd wordt het aantal extra parkeerplaatsen te reduceren tot 3. Tevens worden een tweetal alternatieven voor nieuw te realiseren parkeerplaatsen voorgesteld:
    • 1. Ter hoogte van de woningen 30, 32 en 34 ligt een hoge stoeprand die uitdraaien van de auto bemoeilijkt. Voorgesteld wordt deze hoge stoeprand te verwijderen, de breedte van de stoep zoals bij de woningen nrs 18 tot en met 26 te handhaven en op deze plaats 3 extra parkeerplaatsen te realiseren;
    • 2. Naast woning nr 15 is een voorziening voor 5 plaatsen. Als de grond geëgaliseerd zou worden en beplanting wordt verwijderd, zouden wellicht nog 5 plaatsen aangelegd kunnen worden.

Reactie gemeente:

  • a. De inrichting van het parkeerterrein aan de W. Arondeusstraat en de helling waar over gesproken wordt, is niet iets dat in een bestemmingsplan geregeld kan worden. Uw suggestie is aan ons Ingenieursbureau doorgegeven.
  • b. Ook de afspraken rondom bouwverkeer is niet iets dat in het bestemmingsplan geregeld kan worden. In een overleg dat in mei 2009 tussen projectontwikkelaar, omwonenden en gemeente heeft plaatsgevonden is door de projectontwikkelaar toegezegd dat hij met de aannemer over het bouwverkeer zal overleggen. Daarbij zal gekeken worden of het mogelijk is bepaalde rijtijden aan te houden in verband met schoolgaande en spelende kinderen. De projectontwikkelaar zal na dit overleg met de aannemer terugkoppelen hierover richting de omwonenden.
  • c. Door de aanleg van de toegangsweg komen een aantal parkeerplaatsen op de parkeerplaats te vervallen. Deze worden gecompenseerd door de aanleg van de parkeerplaatsen langs de toegangsweg tot de 3 nieuwe kavels. Daarnaast zijn voor bezoekers van deze nieuwe kavels parkeerplaatsen benodigd. Wij bestrijden dat er geen behoefte zou zijn aan deze extra parkeerplaatsen. Het eerste alternatief (verwijdering stoeprand) biedt onvoldoende ruimte om de benodigde parkeerplaatsen te realiseren. Het tweede aangedragen alternatief is naar onze mening vanuit een ruimtelijk oogpunt minder gewenst. Niet alleen moeten voor dit alternatief nog meer bomen gekapt worden, wat zorgt voor een afname van groen in de wijk, maar met dit alternatief wordt onevenredig veel druk neergelegd bij woning nr. 15. Door de parkeerplaatsen langs de toegangsweg te situeren is de ruimte tot de omliggende woningen groter en het risico op eventuele overlast kleiner. Daarnaast is er langs de toegangsweg voldoende ruimte om de parkeerplaatsen te realiseren.

  • 8. SRK Rechtsbijstand (namens R. Kerkhoff, Noordweg 152-154), Postbus 3020, 2700 LA Zoetermeer
  • a. Achter de percelen aan de Noordweg zou een toegangsweg worden aangelegd van twee meter breed en toegankelijk voor auto's. Deze weg zou alleen toegankelijk zijn voor bestemmingsverkeer. Deze weg is in het voorontwerpbestemmingsplan niet opgenomen. Verzocht wordt de weg in het ontwerpplan alsnog op te nemen.
  • b. Verzocht word in de regels voor de bestemming “tuin” een verbod op te nemen, dat het houden van paarden en kleinvee verboden is.
  • c. De Noordweg biedt weinig ruimte voor kinderen om te spelen. Verzocht wordt in het plan ruimte te bestemmen voor speelruimte of de bestaande speeltuin in de Willem Arondeusstraat op te knappen en weer aantrekkelijk te maken voor kinderen.
  • d. In de Noordweg is sprake van parkeerproblematiek. Verzocht wordt in het bestemmingsplan te voorzien in de realisatie van extra parkeerplaatsen waarmee deze problematiek opgelost kan worden.

Reactie gemeente:

  • a. Abusievelijk is deze toegangsweg inderdaad niet op de verbeelding opgenomen. In het ontwerpplan wordt de weg alsnog ingetekend en wordt de bestemming 'verkeer' toegekend.
  • b. Op zich is het mogelijk binnen bestemmingen een verbod op het houden van kleinvee op te nemen. Maar dit kan alleen onder twee voorwaarden:
    • 1. indien op voorhand al niet duidelijk is dat het houden van kleinvee strijdig is met de bestemming;
    • 2. een dergelijk algeheel gebruiksverbod kan alleen opgenomen worden voor het gehele plangebied. Het is niet mogelijk het gebruiksverbod alleen van kracht te verklaren voor de drie te realiseren kavels aan de Noordweg 128.

Daarnaast voorziet de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening in artikel 2.4.20 in regels over het houden van dieren. In lid 1 van dit artikel staat namelijk opgenomen: Het is verboden één of meer dieren te houden die voor de omgeving schadelijk of hinderlijk blijven te zijn, dan wel één of meer dieren te houden op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze.

Wij zijn van mening dat het ongewenst is om voor het gehele plangebied een gebruiksverbod op te nemen voor wat betreft het houden van kleinvee. Binnen het plangebied zijn percelen aanwezig, waar het houden van enkele stuks kleinvee zonder enige hinder voor omwonenden plaats zou kunnen vinden.

Het opnemen van een verbod voor slechts 3 percelen in het plangebied, creëert een vorm van rechtsongelijkheid die niet toegestaan is en die wij ook niet wenselijk vinden.

In het bestemmingsplan zal daarom geen gebruiksverbod voor het houden van kleinvee opgenomen worden. Met de bepaling dat de realisatie dat geen paardenbak is toegestaan, wordt in ieder geval het houden van paarden tegengegaan. Daarnaast gaan wij ervan uit dat de bepalingen in de APV voldoende houvast bieden om eventuele hinder voor omwonenden tegen te gaan.

  • c. Het perceel aan de Noordweg 128 is niet in eigendom van de gemeente, maar van een particuliere eigenaar. Wij kunnen een particuliere eigenaar niet verplichten een openbaar speelterrein op zijn eigendom aan te leggen. Daarnaast is het opknappen van de speeltuin in de Willem Arondeusstraat iets dat niet in het bestemmingsplan geregeld kan worden.
  • d. Het specifieke plan aan de Noordweg 128 voorziet in de aanleg van extra parkeerplaatsen.

Verder is het nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg alleen een actualisatie van het geldende bestemmingsplan. Er worden aan de Noordweg, naast de ontwikkeling aan de Noordweg 128, geen nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd, zodat er geen aanknopingspunten zijn om de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen te eisen.

Een bestemmingsplan verplicht ook niet tot het aanleggen van parkeerplaatsen. In een bestemmingsplan is sprake van zogenaamde 'toelatingsplanologie': er wordt omschreven wat op een perceel gebouwd mag worden en hoe het perceel gebruikt kan worden. Maar het is niet mogelijk via een bestemmingsplan bijvoorbeeld een eigenaar te dwingen om op zijn grond ook daadwerkelijk een huis te bouwen.

In dit nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg kunnen wij dus alleen de mogelijkheden scheppen om in de toekomst (mocht zich dit voordoen) nieuwe parkeerplaatsen te realiseren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk binnen de bestemming 'verkeer', waarbinnen het mogelijk is parkeerplaatsen te realiseren.

  • 9. G.J. Schmitz, Noordweg 355, 4333 KB Middelburg

Verzocht wordt achter de woning van Noordweg 367 de plangrens aan te passen en het stuk grond achter de woning als 'tuin' te bestemmen. Deze grond is onlangs bijgekocht.

Reactie gemeente:

De plangrens wordt zoals verzocht aangepast. De gronden krijgen de bestemming “tuin” toegekend.

  • 10. D.G. Schmidz, Ooststraat 3, 4333 KP Middelburg
  • a. Een deel van het erf bij Ooststraat 3 valt in het bestemmingsplan Buitengebied. De grens van het bestemmingsplan Noordweg en het bestemmingsplan buitengebied sluiten hier niet op elkaar aan. Verzocht wordt de plangrens gelijk te trekken met de kadastrale grens.
  • b. Achter de woning Oostraat 3 staat een garage. Deze valt nu volledig binnen de bestemming 'tuin'. Verzocht wordt de bestemming zo aan te passen dat de garage binnen de bestemming 'wonen' valt.

Reactie gemeente:

  • a. De grenzen van beide bestemmingsplannen sluiten precies op elkaar aan. Een deel van het erf valt dus nu ook al in het bestemmingsplan Buitengebied. Maar er zijn geen ruimtelijke bezwaren om de plangrens van het bestemmingsplan Noordweg gelijk te trekken met de kadastrale grens van Ooststraat 3.
  • b. De betreffende garage valt slechts gedeeltelijk in de bestemming 'tuin'. De garage valt voor het overgrote deel binnen de bestemming 'wonen'. De lijn van het bestemmingsvlak 'wonen' maakt nu een inspringing ter plaatse van de garage. De lijn van het bestemmingsvlak zal hier recht worden getrokken, zodat de garage volledig binnen 'wonen' valt.

  • 11. A.S. Bommeljé, Noordweg 422, 4333 KL Middelburg
  • a. Uit hoofdstuk 1 ad 1 en 2 wordt niet duidelijk of hiermee wordt bedoeld dat enkel legaal bestaand gebruik en legaal bestaande functies worden vastgelegd. Daarnaast wordt uit dit hoofdstuk niet duidelijk voor welke gebieden een vrijstellingsprocedure is doorlopen;
  • b. In hoofdstuk 2 zou het besluit tot aanwijzing Beschermd Stadsgezicht Noordweg in zijn geheel opgenomen moeten worden.
  • c. In hoofdstuk 3 wordt gesteld dat het rioleringsgebied Noordweg voldoet aan de basisinspanning. De heer Bommeljé stelt dat door het ontsnappen van rioolgassen een voor omwonenden onhoudbare situatie ontstaat.
  • d. Aangegeven wordt dat de caravanstalling aan de Noordweg 376 een illegaal bedrijf zou zijn dat niet bij de Kamer van Koophandel ingeschreven is. De caravanstalling in de kas aan het Hoogelandsewegje 2 is een oneigenlijk gebruik van deze kas.
  • e. De heer Bommeljé is van mening dat een caravanstalling niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten – functiemenging opgenomen moet worden, omdat dit in het plangebied niet gewenst is. In verband hiermee wordt verzocht om in de Staat van Bedrijfsactiviteiten de caravanstalling te schrappen en in de lijst met Nieuwe Economische Drager (bijlage 1 bij de regels) de mogelijkheid om de opslag van caravans en boten toe te staan, te schrappen.
  • f. Verzocht wordt artikel 3.1 onder d te schrappen.
  • g. Verzocht wordt aan artikel 20.2 onder a toe te voegen “legaal bij het gebruik/legaal gebruik”.
  • h. Verzocht wordt om uitleg van de letters MIP bij het overzicht cultuurhistorisch waardevolle panden. Tevens wordt gevraagd naar de betekenis hiervan voor de woningeigenaren.
  • i. Aangegeven wordt dat de uitbreiding van de oorspronkelijke bedrijfswoning op het perceel Noordweg 376 illegaal heeft plaatsgevonden en niet op de plankaart aangegeven zou moeten worden. Tevens wordt aangegeven dat de landbouwschuur achter de woning Noordweg 376 illegaal verbouwd is tot orthopedagogische praktijkruimte. Deze loods zou niet de bestemming 'wonen' moeten krijgen. De situatie op dit perceel zou in de oorspronkelijke staat teruggebracht moeten worden.

Reactie gemeente:

  • a. In paragraaf 1.2 wordt hierop duidelijk ingegaan. Het gaat te ver om alle verleende vrijstellingen in het plangebied in de toelichting op te sommen. De Wet ruimtelijke ordening bevat geen verplichting een dergelijke lijst in de toelichting op te nemen. Een lijst van vrijstellingen heeft ook geen toegevoegde waarde. De vrijstellingen zijn verleend en zijn gepubliceerd geweest ten tijde van de aanvraag. De verleende vrijstellingen zijn nu in het bestemmingsplan overgenomen.
  • b. Een verwijzing naar het besluit tot aanwijzing in de toelichting is naar onze mening voldoende. Overigens is het aanwijzingsbesluit wel als bijlage aan de toelichting toegevoegd.

Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aangegeven in welk bestemmingsplan de aanwijzing tot Beschermd Stadsgezicht nu geregeld is. Dat is in het inmiddels onherroepelijk bestemmingsplan Buitengebied Middelburg en in dit voorontwerpbestemmingsplan voor de Noordweg. Het feit dat de Minister ten tijde van de aanwijzing concludeerde dat de vigerende bestemmingsplannen voldoende in de bescherming voorzagen, doet dan niet meer ter zake.

  • c. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van het watersysteem gegeven in het kader van de waterparagraaf. Het Waterschap heeft schriftelijk aangegeven met deze paragraaf in te kunnen stemmen, mits in hoofdstuk 3 aangevuld wordt dat in het recente verleden aan de Noordweg maatregelen zijn getroffen om wateroverlast door overstort van riolering te voorkomen. Of de maatregelen het gewenste effect hebben, zal in de komende jaren moeten blijken.
  • d. Wij delen de mening niet dat het gebruik van de kas aan het Hoogelandsewegje als caravanstalling een vorm van oneigenlijk gebruik is. Het gaat hier om voormalige agrarische bebouwing, die niet meer voor een agrarisch bedrijf gebruikt wordt. Er zijn geen plannen voor sloop, zodat gekeken moet worden naar een goede bestemming voor de kas. De eigenaar heeft verzocht deze kas als caravanstalling te mogen gebruiken.

Het gemeentelijk en provinciaal beleid voor Nieuwe Economische Dragers biedt ruimte om (caravan)opslag/stalling toe te staan binnen voormalige agrarische bebouwing. In de lijn van dit beleid zijn wij van mening dat een caravanstalling in deze kas een passend gebruik is. Hetzelfde gaat op voor de caravanstalling aan de Noordweg 376.

  • e. Wij zijn van mening dat de ruimtelijke impact van een caravanstalling in bedrijfsgebouwen minimaal is. Wij zijn van mening dat deze vorm van opslag onder voorwaarden in het plangebied past.

De mogelijkheden om caravanstalling toe te staan, binnen de staat van bedrijfsactiviteiten en de lijst Nieuwe Economische Dragers wordt gehandhaafd.

  • f. Zoals aangegeven onder ad 4 en ad 5 zijn wij van mening dat het gebruik als caravanstalling ruimtelijk gezien aanvaardbaar is. Dit artikellid zal niet worden geschrapt.
  • g. Deze overgangsbepalingen hanteert de gemeente Middelburg in alle geactualiseerde bestemmingsplannen. In die gevallen waar sprake is van een strijdig gebruik, maar niet handhavend door de gemeente is opgetreden, mag het gebruik worden voortgezet. Echter een wijziging in het strijdig gebruik is niet toegestaan. Het illegale gebruik mag dus niet worden vergroot.
  • h. De aanduiding MIP staat voor het Monumenten Inventarisatie Project van de Provincie Zeeland. In deze inventarisatie is door de provincie aangegeven welke panden, naast de rijksmonumenten, zij beeldbepalende panden vindt.

Dat een pand in deze MIP-inventarisatie is opgenomen heeft voor de eigenaren geen (juridische) gevolgen.

  • i. Wij zijn van mening dat de ontwikkelingen die in de afgelopen jaren op dit perceel hebben plaatsgevonden vanuit een ruimtelijk oogpunt acceptabel zijn, zoals wij in de afgelopen jaren hebben laten blijken door meerdere pogingen deze bouw te legaliseren. Wij hebben besloten de illegaal op dit perceel aanwezige situaties middels dit bestemmingsplan te legaliseren. Daarom is aan de verbouwde schuur de bestemming 'wonen' toegekend en is de bestemming 'wonen' rondom de woning zodanig ingetekend dat de woning binnen het bestemmingsvlak valt. Daarbij is het bouwvlak zodanig ingetekend, dat een deel van de gerealiseerde uitbreiding op het erf bij de woning valt. Dat betekent dat bij deze woning weinig mogelijkheden resteren om erfbebouwing te realiseren.

  • 12. Erven Alewijnse (C.P. Alewijnse), Gen. Hakewill Smithlaan 10, 4333 BW Middelburg
  • a. Verzocht wordt in het bestemmingsplan de mogelijkheid op te nemen (en op de plankaart in te tekenen) om in de tuin van Noordweg 174 een garage van 40 m2 te bouwen;
  • b. Verzocht wordt de bestaande schuur, die gerestaureerd of na sloop herbouwd wordt, in te tekenen op de plankaart. Tevens wordt verzocht het mogelijk te maken dat deze schuur en de woning op kavel 3a circa 3 meter in noordelijke richting verplaatst kunnen worden, zodat meer ruimte komt tussen de aanwezige heg en de schuur;
  • c. Verzocht wordt het aan te leggen toegangspad achter de woningen aan de Noordweg op de plankaart in te tekenen en de bestemming als 'verkeer'.
  • d. Een aantal eigenaren van de woningen aan de Noordweg kopen een stukje grond als uitbreiding van hun erf. Verzocht wordt dit aan te kopen stuk grond te bestemmen als 'wonen', zodat het mogelijk is om bouwwerken op de grond te realiseren;
  • e. Verzocht wordt de bouw van 7 garages en de realisatie van 9 parkeerplaatsen in het bestemmingsplan op te nemen. Aangegeven wordt dat dit toegezegd zou zijn door de behandelend medewerker.

Reactie gemeente:

  • a. Het aangegeven gebied zal op de plankaart voor 'wonen' bestemd worden, maar niet als specifiek bouwvlak opgenomen worden. Binnen de bestemming 'wonen' mag op erf maximaal 40 m² aan erfbebouwing gerealiseerd worden.
  • b. Het slopen van de bestaande schuur is naar onze mening geen optie. In een bespreking tussen projectontwikkelaar, gemeente en omwonenden is door de projectontwikkelaar aan omwonenden toegezegd dat de bestaande schuur in de volle glorie gerestaureerd zal worden. Sloop en herbouw op een andere locatie is dus niet aan de orde.

Ook verplaatsen van de locatie van de woning is naar onze mening ongewenst. In overleggen met bewoners zijn sinds 2008 steeds tekeningen overlegd waarop de huidige locatie voor kavel 3a is aangegeven. Wij vinden het niet correct de locatie van de woning op dit moment in de procedure nog te wijzigen.

  • c. Het toegangspad achter de woningen aan de Noordweg zal op de plankaart aangegeven worden met de bestemming 'verkeer'.
  • d. De betreffende stukjes grond zullen bestemd worden als 'wonen'. Dat betekent dat deze stukken grond tot het erf van de woningen gaan behoren. Op het erf mag volgens het bestemmingsplan maximaal 40 m² aan erfbebouwing gerealiseerd worden.
  • e. De te realiseren parkeerplaatsen aan de toegangsweg richting de Willem Arondeusstraat zullen op de plankaart opgenomen worden met de bestemming 'verkeer'. De geplande garages zullen niet op de plankaart opgenomen worden. Door de projectontwikkelaar is immers tijdens de bijeenkomsten in mei 2009 aan omwonenden toegezegd dat deze garages niet gerealiseerd zullen worden.

Bestreden wordt dat door de behandelend medewerkster toezeggingen gedaan zouden zijn over het intekenen van de garages op de plankaart. In het gesprek met de heer de Ruijter en de heer Louwerse is slechts aangegeven dat ontbrekende zaken middels een inspraakreactie onder de aandacht gebracht konden worden en dat dan door de gemeente bekeken zou worden of één en ander inderdaad in het bestemmingsplan opgenomen moet worden.

  • 13. Mevrouw Verbrugge-Rijkse, Willem Arondeusstraat 25, 4333 DC Middelburg en mevrouw A. Eckhart-Schellings, Willem Arondeusstraat 27, 4333 DC Middelburg
  • a. In het bestemmingsplan zou gesproken worden over het terugplaatsen van de bestaande erfafscheiding aan de zijde van de Willem Arondeusstraat met circa 1 meter. Daarnaast wordt gesproken over de verkoop van grond aan de bewoners van de Arondeusstraat. De bewoners onderhouden de bestaande haag al 20 tot 25 jaar en beroepen zich op verkrijgende verjaring.
  • b. Aangegeven wordt dat regelmatig sprake is van wateroverlast, omdat de grond op het perceel Noordweg 128 hoger ligt dan de omliggende gronden. Geëist wordt dat in het bestemmingsplan hiervoor een oplossing opgenomen wordt.
  • c. Aangegeven wordt dat de geplande woningen verschoven zouden zijn ten opzichte van eerdere tekeningen, waardoor een woning nu vrijwel geheel achter woning nummer 27 staat. Dit zal ten koste gaan van de avondzon-inval in woning nummer 27. Verzocht wordt de woningen op hun oorspronkelijke locatie te projecteren.
  • d. Aangegeven wordt dat goede afspraken gemaakt moeten worden over de aanvoerroutes voor bouwverkeer.
  • e. Aangegeven wordt dat bewoners van de Noordweg nu af en toe hun auto parkeren op het terrein aan de Willem Arondeusstraat. Als de bewoners van de Noordweg straks een vrije achterom hebben, zullen zij vaker hier parkeren. Bij de drie te realiseren woningen aan de Noordweg 128 zouden daarom meer parkeervakken gerealiseerd moeten worden, om voldoende parkeerruimte voor de bewoners van de Willem Arondeusstraat te houden.
  • f. Verzocht wordt in het bestemmingsplan op te nemen dat de 3 te bouwen woningen in dezelfde stijl worden gebouwd.

Reactie gemeente:

  • a. In de toelichting van het bestemmingsplan staat niets opgenomen over het terugplaatsen van de bestaande erfafscheiding. De verkoop/het eigendom van grond is niet iets dat in het bestemmingsplan geregeld wordt. Dit is een privaatrechtelijke aangelegenheid tussen projectontwikkelaar en omwonenden.
  • b. In mei 2009 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen projectontwikkelaar, omwonenden en gemeente. Tijdens deze bespreking zijn onder andere afspraken gemaakt over een oplossing voor de wateroverlast in de brandgang achter de woningen aan de W. Arondeusstraat. Afgesproken is dat in het pad door de projectontwikkelaar een aantal waterkolken aangelegd worden. Maar deze oplossing voor de wateroverlast is niet iets dat wij in het bestemmingsplan kunnen regelen, omdat dit geen bestemmingsplanmatige consequenties heeft.

Overigens zal de projectontwikkelaar toestemming moeten krijgen van de eigenaar van de brandgang om de waterkolken aan te leggen. Als deze brandgang in eigendom is van de bewoners van de Willem Arondeusstraat, raden wij u aan in overleg te treden met de projectontwikkelaar en afspraken te maken over aanleg, onderhoud en eigendom van deze waterkolken. Als gemeente zijn wij hierin echter geen partij.

  • c. De woningen zijn inderdaad een klein stukje verschoven. Deze verschuiving is slechts minimaal. Overigens komt de woning slechts voor een klein deel achter Willem Arondeusstraat 27 te staan. Het is niet zo dat de woning vrijwel geheel achter nummer 27 gesitueerd wordt.
  • d. Ook de afspraken rondom bouwverkeer is niet iets dat in het bestemmingsplan geregeld kan worden. In een overleg dat in mei 2009 tussen projectontwikkelaar, omwonenden en gemeente heeft plaatsgevonden is door de projectontwikkelaar toegezegd dat hij met de aannemer over het bouwverkeer zal overleggen. Daarbij zal gekeken worden of het mogelijk is bepaalde rijtijden aan te houden in verband met schoolgaande en spelende kinderen. De projectontwikkelaar zal na dit overleg met de aannemer terugkoppelen hierover richting de omwonenden.
  • e. Het bouwplan voor de Noordweg 128 voorziet ook in extra parkeerplaatsen. Aan de toegangsweg die uitkomt op het parkeerterreintje aan de Willem Arondeusstraat worden extra parkeerplaatsen aangelegd, zodat in deze behoefte voorzien wordt.
  • f. In een bestemmingsplan wordt alleen geregeld waar een woning gebouwd mag worden en wat de toegestane oppervlakte- en hoogtematen van de woning zijn. Hoe een woning er precies uit komt te zien is een zaak van welstand. De bouwplannen moeten voorgelegd worden aan de welstandscommissie. Deze zal toetsen of de plannen voldoen aan de welstandsnota. Deze toets moet overigens nog plaatsvinden als de daadwerkelijke aanvraag bouwvergunning wordt ingediend.

  • 14. W. Oving (President Rooseveltlaan 1, 4333 SC Middelburg), F. Geers (President Rooseveltlaan 3, 4333 SC Middelburg) en A. de Ruiter (President Rooseveltlaan 5, 4333 SC Middelburg)
  • a. Er worden vraagtekens gesteld bij de keuze om een nieuwe brandweerkazerne te situeren binnen een agrarisch gebied met landschappelijke waarden. Het gebied fungeert volgens de gemeentelijke Kwaliteitsatlas als groene long. Een vestiging van een bedrijf past daar niet binnen. De vestiging van dit bedrijf past niet binnen het provinciaal Omgevingsplan. Dit plan schrijft een clustering van bedrijven op bedrijventerreinen voor. Verder wordt een landschappelijke inpassing voor bedrijven voorgeschreven.
  • b. In de toelichting van het bestemmingsplan ontbreekt een onderbouwing voor de gekozen locatie vanuit een stedenbouwkundig oogpunt.
  • c. Het gebouw van deze afmetingen zal beeldbepalend voor de omgeving zijn.
  • d. Gesteld wordt dat er sprake is van een drietal alternatieven:
    • 1. de heer de Nood zou bereid zijn om de bestaande tijdelijke locatie aan te passen naar de gewenste maatstaven;
    • 2. de heer de Nood zou aan de gemeente aangeboden hebben om op zijn terrein, naast de loods die nu als tijdelijke brandweerkazerne in gebruik is, een nieuwe kazerne te bouwen. Kosten van deze bouw zouden dan voor rekening van de heer de Nood komen;
    • 3. het gemeentelijk opslagterreintje op de hoek Laan der Verenigde Naties-Walcherseweg (de gronden Petiet).
  • e. Verzocht wordt een kopie van het locatieonderzoek voor de brandweerkazerne toe te sturen.

Reactie gemeente:

  • a. In de herijking van de Kwaliteitsatlas die op 18 januari 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld, is deze locatie weliswaar nog aangegeven als agrarisch gebied, maar niet als onderdeel van het waardevol groen of de groenboulevard. Het gebied is daarmee niet specifiek aangewezen als een te behouden groengebied.

Daarnaast valt dit gebied in het 'bestaand bebouwd gebied' zoals aangegeven in het Omgevingsplan. In het provinciaal beleid is als taakstelling gesteld dat ontwikkelingen met name moeten plaatsvinden binnen het bestaand bebouwd gebied. De ontwikkeling van deze locatie past daarmee binnen het provinciaal en gemeentelijk beleid.

Als gemeente hebben wij plannen om tussen de locatie van de nieuwe brandweerkazerne en de Noordweg een aantal nieuwe woningen te realiseren. Het gaat hier om een kleinschalige ontwikkeling. De plannen voor de bouw van deze woningen zijn echter nog niet zover gevorderd, dat deze al in het nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg opgenomen konden worden. Omdat er enige haast is met het vinden van een permanente oplossing voor de brandweerkazerne is er voor gekozen om deze ontwikkelingen wel vast mee te nemen in het nieuwe bestemmingsplan voor de Noordweg. De huisvesting van de kazerne in de agrarische loods aan de Noordweg is slechts een tijdelijke oplossing. Deze loods voldoet niet aan de Arbo-eisen die aan een brandweerkazerne gesteld worden, zodat een definitieve oplossing gevonden moet worden.

Bij de locatiekeuze voor de brandweerkazerne is nu vast rekening gehouden met de bouw van een aantal woningen tussen de brandweerkazerne en de Noordweg. Hoewel de locatie van de brandweerkazerne nu vrij ver van de bebouwing af lijkt te liggen, komt deze bij realisatie van de nieuwe woningen aansluitend aan bebouwing te liggen.

Overigens is een brandweerkazerne geen bedrijf in de zin dat deze op een bedrijventerrein gesitueerd zou moeten worden. Een brandweerkazerne is een maatschappelijke voorziening, waarbij een norm voor de opkomsttijd gehanteerd wordt. Het is onmogelijk om alle brandweerkazernes op bedrijventerreinen te situeren en daarnaast ook de norm opkomsttijd te kunnen halen.

De verwijzing naar het Omgevingsplan is in dit geval niet aan de orde, omdat het in dit geval niet gaat om een bedrijf.

In de landschappelijke inpassing van de kazerne is in het bestemmingsplan voorzien, door een groensingel rondom het bouwvlak in te tekenen. Deze groensingel wordt groen ingericht, waardoor de kazerne aan het oog wordt onttrokken.

  • b. Bij de afweging voor een nieuwe locatie voor een brandweerkazerne spelen naast stedenbouwkundige afwegingen, ook afwegingen ten aanzien van de norm opkomsttijd. Naar deze afwegingen wordt in paragraaf 2.2 van het bestemmingsplan verwezen. Vanuit een ruimtelijk perspectief zijn wij van mening dat de ontwikkeling van de brandweerkazerne op deze plaats, mede gezien de plannen voor woningbouw aansluitend aan deze locatie, acceptabel is.

In de bijlage van het bestemmingsplan is een onderzoek opgenomen naar de effecten van de bouw van de kazerne op landschap en natuur. Conclusie van dit onderzoek is dat geen nadelige effecten te verwachten zijn.

  • c. Een definitief ontwerp van de brandweerkazerne is nog niet gereed, maar het gebouw zal maximaal 500 m2 groot zijn. Waarschijnlijk wordt het gebouw kleiner. De hoogte van maximaal 7 meter is noodzakelijk om de brandweervoertuigen in de kazerne te kunnen stallen. Overigens zal het gebouw alleen aan de voorzijde deze hoogte krijgen. Aan de achterzijde worden kantoorfuncties etc. gesitueerd. Deze zijde van het gebouw zal naar verwachting slechts 3,5 meter hoog zijn.

Het is bedoeling een soort brandweerkazerne te realiseren, zoals onder andere ook in Serooskerke (Walcheren) is gerealiseerd.

  • d. De genoemde alternatieven op gronden van de heer de Nood verbazen ons. De heer de Nood heeft dit aanbod niet aan de gemeente, noch aan de brandweer gedaan, zodat wij in de toelichting van het bestemmingsplan niet op deze alternatieven ingegaan zijn.

Wij zullen per locatie in gaan op de genoemde alternatieven:

    • 1. aanpassing bestaande loods: de bestaande loods voldoet niet aan de specificatie, onder andere vanuit de Arbo-wetgeving. Aanpassing van deze loods is eigenlijk alleen mogelijk door de bestaande loods volledig te verbouwen;
    • 2. bouw nieuwe loods op het erf van de heer de Nood voor kosten van de heer de Nood: wij vragen ons af in hoeverre de heer de Nood beseft wat deze bouw precies in zal houden. Een nieuwe kazerne, die voldoet aan alle eisen, houdt meer in dan de bouw van een simpele loods. De investering die hiervoor gedaan moet worden is hoog. De brandweer zoekt een permanente oplossing. Dit is nog eens door het bestuur bekrachtigd in hun vergadering van 26 augustus 2010. Een optie waarbij een huurcontract getekend moet worden voor een locatie op de gronden van de heer de Nood, lijkt hierbij niet aan te sluiten, aangezien de heer de Nood spreekt over een langdurig huurcontract, niet over een permanente oplossing. Inmiddels heeft overleg met de heer de Nood plaatsgevonden. Daarbij is uitgelegd aan welke eisen een nieuwe loods moet voldoen. Na dit gesprek kwam de heer de Nood in ieder geval terug op zijn opmerking dat de nieuwe loods op zijn kosten gebouwd zou kunnen worden. Daarmee is het argument van kostenbesparing niet langer aan de orde. De locatie naast de oprit is daarnaast niet groot genoeg om ook de benodigde parkeerplaatsen te realiseren. De enige oplossing voor parkeren zou kunnen zijn om te parkeren direct achter de woningen aan de Noordweg. Wij zijn echter van mening dat dit ongewenst is. Dit zal mogelijk tot teveel overlast voor de bewoners aan de Noordweg leiden. Tot slot voldoet de huidige oprit naar het perceel niet voor een permanente oplossing.
    • 3. Opslagterreintje hoek Laan der Verenigde Naties/Walcherseweg: Deze locatie is vanuit meerdere opzichten geen goed alternatief. Ten eerste is bij de zoektocht naar een locatie voor de nieuwe kazerne aangegeven dat de Sandberglaan de grens van het zoekgebied is. De vrijwilligers voor de post Middelburg-Noord wonen grotendeels ten oosten van de Sandberglaan. Als de vrijwilligers bij een oproep eerst de Sandberglaan moeten passeren om de brandweerkazerne te bereiken, zal de norm opkomsttijd niet gehaald kunnen worden. De vrijwilligers zijn specifiek geworven met de gedachte dat de Sandberglaan de grens van het zoekgebied was. Deze locatie is dus ongunstig gezien de woonadressen van de vrijwilligers. Daarnaast is deze locatie gelegen direct bij een druk kruispunt met verkeerslichten. Verkeerstechnisch gezien is het ongewenst om zo dicht op een dergelijk kruispunt een ontsluiting van een brandweerkazerne te situeren. Bij een oproep zouden de brandweervoertuigen direct het drukke kruispunt opdraaien, zodat een verkeersonveilige situatie ontstaat.

Tegen alle genoemde alternatieven bestaan daarmee bezwaren. Deze locaties zijn dus geen alternatief voor de brandweerkazerne.

  • e. Een kopie van dit onderzoek is aan de drie reclamanten per brief van 1 september 2010 verzonden.

5.2.2 Resultaten overleg ex artikel 3.1.1. Bro

Tijdens de inspraaktermijn is het voorontwerpbestemmingsplan Noordweg verstuurd voor het overleg ex artikel 3.1.1. Bro. De volgende organisaties en instanties hebben een reactie gegeven.

  • 1. Gedeputeerde Staten van Zeeland, Postbus 165, 4330 AD Middelburg
  • a. De tekst in bijlage 3 (Archeologie) is gebaseerd op de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren 2006, terwijl in 2008 een evaluatie van kracht is geworden. Hierdoor staat bij de middelhoge verwachtingswaarde foutief opgenomen dat binnen bestaand bebouwd gebied een vrijstelling geld voor archeologisch onderzoek. Ook ontbreekt een beschrijving van de regels die gelden voor archeologisch waardevolle stads- en dorpskernen.
  • b. Artikel 11.3.1b maakt het aanlegverbod uit artikel 11.3.1a overbodig.
  • c. In artikel 11.3.1 en 12.3.1 mist het verbod tot aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
  • d. Op de plankaart zijn de AMK-terreinen uit de Walcherse Archeologische beleidsadvieskaart niet opgenomen. Verzocht wordt deze alsnog op te nemen.
  • e. Een deel van een nieuw te ontwikkelen natuurgebied bij Brigdamme is onterecht als tuin bestemd. In het bestemmingsplan buitengebied zou dit terrein bestemd zijn met een ALN-bestemming, waarbij met een wijzigingsbevoegdheid de bestemming naar 'natuur' gewijzigd kan worden. Verzocht wordt deze bestemming te handhaven.

Reactie gemeente:

  • a. Abusievelijk staat inderdaad een verouderde tekst opgenomen. In het ontwerpplan zullen toelichting en regels op het meest recente beleidsstuk aangepast worden.
  • b. De strekking van artikel 11.3.1a is naar onze mening anders dan die van artikel 11.3.1b. Artikel 11.3.1 b gaat uitsluitend over het ophogen van gronden. Artikel 11.3.1a gaat ook over werkzaamheden als diepploegen, egaliseren etc.
  • c. Deze werkzaamheden vallen onder de bepalingen van artikel 11.3.1a. Hierin wordt gesproken over grondbewerking, waaronder het afgraven. Hier vallen dus ook werkzaamheden aan sloten, vijvers etc. onder.
  • d. De betreffende terreinen zullen op de plankaart opgenomen worden.
  • e. De plangrens zal in deze hoek worden aangepast aan de plangrens van het bestemmingsplan Buitengebied, zodat de betreffende gronden onder het regime van het bestemmingsplan Buitengebied blijven vallen.

  • 2. Ministerie van VROM, Vrom-Inspectie Zuid-West, Postbus 29036, 3001 GA Rotterdam

Aangegeven wordt dat het plan de rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid.

Reactie gemeente:

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen

  • 3. Waterschap Zeeuwse Eilanden, Postbus 1000, 4330 ZW Middelburg

Aangeven wordt dat aan de Noordweg een aantal woningen lager liggen dan de weg. Hierdoor kan wateroverlast ontstaan. In het recente verleden zijn maatregelen getroffen om wateroverlast door overstort van de riolering te voorkomen. Of de maatregelen het gewenste effect hebben, zal in de komende jaren blijken. Geadviseerd wordt in de waterparagraaf melding te maken van deze situatie.

Reactie gemeente:

De waterparagraaf zal op dit punt aangevuld worden.

  • 4. Veiligheidsregio Zeeland, Postbus 8016, 4330 EA Middelburg

Aangegeven wordt dat alle relevante risicobronnen zijn beschouwd. Wel wordt nog meegegeven dat onder het kopje 'gevaarlijke stoffen' verwezen wordt naar een verouderde circulaire. Op 1 januari 2010 is een nieuwe circulaire in werking getreden. Voor de verantwoording van het groepsrisico zal dit niet van invloed zijn, mede omdat de huidige N57 als route gevaarlijke stoffen komt te vervallen.

Reactie gemeente:

De toelichting zal aan de hand van de meest recente circulaire worden aangepast.