direct naar inhoud van 4.3 Gehanteerde bestemmingen
Plan: Noordweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPNOW-OH99

4.3 Gehanteerde bestemmingen

Artikel 3 Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden

Algemeen

Binnen de hoofdgroep Agrarisch worden de aanwezige landschapswaarden via een specifieke bestemming geregeld. Door middel van de specificatie van de bestemming binnen de hoofdgroep Agrarisch worden zowel het agrarisch gebruik als de bescherming van de aanwezige landschapswaarden veiliggesteld. De bestemming Agrarisch met landschapswaarden biedt vergelijkbare ontwikkelingsmogelijkheden als de bestemming Agrarisch. Wel worden de ontwikkelingsmogelijkheden in de flexibiliteitsregels getoetst aan de voorkomende landschapswaarden.

Bescherming van de aanwezige landschapswaarden vindt in belangrijke mate plaats via een aanlegvergunningenstelsel voor werkzaamheden die de landschapswaarden kunnen aantasten.

Nieuwe economische dragers (NED's)

Na beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten is ingevolge het in paragraaf 2.2 aangegeven beleid het vestigen van een NED mogelijk. NED's zijn in afwijking van de bestemmingsomschrijving dan ook alleen mogelijk gemaakt via een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan. Hiervoor is zowel in de bouwregels als in de gebruiksregels een regeling opgenomen. Deze omgevingsvergunning voor het bouwen en gebruik zijn aan elkaar gekoppeld, zodat voor het bouwen dezelfde regels gelden als voor het gebruik van gebouwen voor NED.

Artikel 4 Bedrijf

De aanwezige bedrijven (niet zijnde agrarische bedrijven, detailhandels- en horecabedrijven) in het plangebied zijn bestemd tot Bedrijfsdoeleinden. Dit houdt in dat de huidige activiteiten kunnen worden voortgezet en de bestaande bebouwing kan worden gehandhaafd.

Ter voorkoming van overmatige hinder is de toelaatbaarheid van (nieuwe) bedrijven gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging". Alleen bedrijven die voorkomen in categorie A en B1 van de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten kunnen worden toegestaan (zie ook paragraaf 3.4 en bijlage 5). In het plangebied zijn alleen bedrijven aanwezig uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Binnen deze categorie gaat het om bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.

Binnen de planregels is opgenomen dat per bedrijf maximaal één bedrijfswoning is toegestaan. De oppervlakte van de bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 200 m² en de inhoud hiervan ten hoogste 750 m³. Verder is ten aanzien van de opslag van goederen een aantal regels opgenomen uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit.

In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat het kantoorvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 50% van het brutovloeroppervlak en in ieder geval niet meer dan 400 m². Voor het bepalen van het toegestane kantooroppervlak worden alleen de bedrijfsgebouwen meegeteld. Andere gebouwen zoals de bedrijfswoning met bijgebouwen worden niet meegeteld.

Tot slot is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen binnen de bestemming, waarbij de bedrijven kunnen worden omgezet in woningen. Hieraan is wel een aantal voorwaarden verbonden.

Artikel 5 Detailhandel

De in het plangebied aanwezige winkel is als detailhandel bestemd. In de specifieke gebruiksregels is het gebruik van de tweede woonlaag voor anders dan wonen uitgesloten.

Artikel 6 Groen

Al het bestaande structurele groen is bestemd tot Groen. In de bestemmingsomschrijving is bepaald dat de bestemming onder andere mag worden gebruikt voor speelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en nutsvoorzieningen. Binnen deze bestemmingen kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een oppervlakte en bouwhoogte van ten hoogste 15 m² respectievelijk 3 meter.

Artikel 7 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is toegekend aan de kerk, het wijkgebouw en de brandweerkazerne. Binnen deze bestemming zijn deze maatschappelijke functies en andere maatschappelijk gerelateerde functies toegestaan. In de specifieke gebruiksregels is aangegeven dat maatschappelijke functies niet voor buurt- en clubhuizen en daarmee vergelijkbare voorzieningen zijn bedoeld.

Artikel 8 Tuin

De tuinen die bij de bestemming Wonen horen zijn bestemd tot Tuin. Binnen deze bestemming zijn alleen andere bouwwerken, geen overkappingen zijnde, toegestaan. Hierdoor zijn erfafscheidingen mogelijk binnen de bestemming. Verder is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om erkers in de voortuinen mogelijk te maken.

Artikel 9 Verkeer

De openbare wegen, voet- en fietspaden in het plangebied zijn bestemd tot Verkeer. Binnen deze bestemming zijn tevens groenvoorzieningen toegestaan. In de doeleindenomschrijving is voorts bepaald dat de gronden mogen worden gebruikt voor geluidwerende voorzieningen en nutsvoorzieningen. Binnen deze bestemming kunnen voor nutsvoorzieningen gebouwen worden gebouwd met een oppervlakte en bouwhoogte van ten hoogste 15 m² respectievelijk 3 meter. De bestemming verkeer legt tevens in grote lijnen de in het beschermd stadsgezicht gewaardeerde wegenstructuur vast.

Artikel 10 Wonen

De gronden met de bestemming Wonen zijn bestemd voor het wonen en bijbehorende erven, toegangs- en achterpaden. Zelfstandige garageboxen en bergingen, die niet op het erf bij een woning staan, hadden in de verschillende bestemmingsplannen binnen de gemeente Middelburg een eigen bestemming. In de SVBP komt deze bestemming niet meer voor. Besloten is om de functie middels een aanduiding onder te brengen bij de bestemming Wonen. Met de aanduiding is bepaald dat de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor garages en bergplaatsen.

Door middel van het bouwvlak is aangegeven waar in hoofdzaak hoofdgebouwen en bijgebouwen (binnen het bouwvlak) of uitsluitend bijgebouwen (erf, buiten het bouwvlak) zijn toegestaan. De bouwvlakken volgen de ligging van de bestaande bebouwing en dragen zo tevens bij aan de instandhouding van de in het beschermd stadsgezicht benoemde waarden.

Ten behoeve van de regeling inzake bebouwing op een woonperceel is nagegaan welke ruimtelijke kenmerken op de verbeelding aangegeven moeten worden en in de bestemmingsregeling moeten worden verwerkt. Daarbij is het volgende van belang.

  • De bebouwingstypologie (tenminste twee aaneen of vrijstaand) is op veel plaatsen vastgelegd. Waar sprake is van een afwisselende bebouwingstypologie is dit niet vastgesteld. Verandering hierin wordt in beginsel niet voorgestaan (mogelijk via een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan). Nieuwe woningen zijn ook via deze afwijking toelaatbaar te stellen.
  • Dakopbouwen hebben veelal verhoging van de goothoogte tot gevolg. Hiervoor is mogelijkheid tot het afwijken van het bestemmingsplan mogelijk, waarbij afstemming op de woonbuurt als voorwaarde is opgenomen.
  • De ligging van rooilijnen is vastgelegd door een bebouwingsvlak voor het hoofdgebouw op de verbeelding aan te geven. In de regeling zijn voorts regels opgenomen inzake de vereiste afstand van uitbouwen en bijgebouwen ten opzichte van de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
  • De oriëntatie van woningen vloeit voort uit de ligging van voortuinen die als zodanig op de verbeelding zijn aangeduid.
  • De achtererven zijn zo veel mogelijk als bebouwbare delen van het woonperceel aangemerkt.

Artikel 11 Waarde - Archeologie - 1

Artikel 12 Waarde - Archeologie -2

Artikel 13 Waarde - Archeologie - 3

In het bestemmingsplan Sint Laurens zijn 3 bestemmingen aan de orde: Waarde - Archeologie – 1 (vastgestelde waarden), Waarde - Archeologie -2 (AMK-terreinen) en Waarde – Archeologie – 3 (middelhoge en hoge verwachtingswaarde). De begrenzing van de bestemmingen op de verbeelding is gebaseerd op de beleidskaart uit de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren. De bestemming Waarde – Archeologie – 1 en -3 betreffen zogenoemde dubbelbestemmingen. De dubbelbestemming is overeenkomstig SVBP2008 met een arcering apart op de verbeelding weergegeven. De bestemming valt samen met een groot aantal andere bestemmingen. De regeling heeft tot doel de bescherming en veiligstelling van het archeologisch erfgoed in de bodem.

Voordat er ten behoeve van een samenvallende bestemming (bijvoorbeeld Wonen) bouwvergunning kan worden verleend, moet eerst worden nagegaan of daardoor geen onevenredige schade aan de archeologische waarden wordt toegebracht. Alleen herbouw van bestaande bebouwing op dezelfde fundering hoeft niet te worden getoetst. Om geen onnodige procedures te hoeven voeren, is gekozen voor een regeling, waarbij na toetsing van de voorkomende archeologische waarden rechtstreeks (dus zonder afwijking van het bestemmingsplan) bouwvergunningen kunnen worden verleend. Voor andere werkzaamheden dan bouwen (bijvoorbeeld graven) is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Een aanlegvergunning wordt niet verleend indien daardoor in onevenredige mate schade aan de archeologische waarde wordt of kan worden toegebracht. Slechts onder bepaalde voorwaarden is geen omgevingsvergunning voor afwijking of aanlegvergunning noodzakelijk.

De bestemming Waarde - Archeologie -2 is bedoeld voor de bescherming van AMK-terreinen.

De gebieden met middelhoge en hoge verwachtingswaarden (WR-A-3) zijn – in verband met de leesbaarheid van de analoge verbeelding apart opgenomen. Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor het veranderen van bouw- en bestemmingsvlakken in verband met het aantreffen (of door middel van archeologisch onderzoek aangetoonde afwezigheid) van archeologische waarden en voor het laten vervallen van de archeologische dubbelbestemming, als is aangetoond dat geen archeologische waarden voorkomen.

Artikel 14 Waarde- Beschermd stadsgezicht

In dit artikel wordt de waarde van het beschermde Stadsgezicht aan de Noordweg beschreven. Het op de verbeelding aangegeven gebied wordt met specifieke bouwregels en een aanlegvergunningstelsel beschermd.