direct naar inhoud van 3.1 Waterparagraaf
Plan: Nieuwland Kom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPNLK-OH99

3.1 Waterparagraaf

Deze waterparagraaf is overeenkomstig het Besluit ruimtelijke Ordening (Bro) opgesteld. Deze vormt de schriftelijke weerslag van de vereiste watertoets en geeft inzicht in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het waterschap zal het wateradvies gegeven in het kader van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Het wateradvies zal worden opgenomen in bijlage 5.

Dit bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een consoliderend karakter. De ontwikkeling aan de Quarleshavenstraat wordt in dit bestemmingsplan meegenomen. In het kader van het uitwerkingsplan Nieuwland Kom van 24 november 1998 is hierover al overleg gevoerd met de waterbeheerder. Verder zijn er in het plangebied geen grote en ingrijpende wijzigingen in de bebouwing en infrastructuur voorzien. Voor zover er wel wijzigingen plaats vinden in het plangebied in de bebouwing en infrastructuur geeft de watertoets de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.

Bestaande situatie waterhuishouding Nieuwland

Algemeen

De kern Nieuwland ligt direct langs de Rijksweg A58. De kern heeft nauwelijks oppervlaktewater binnen het bebouwde gebied. Enkel de sloten aan de noordwestzijde van Nieuwland (langs de Langeweg) en in het zuiden van het plangebied (bij de Molenweg en Molendijk) zijn in het gebied beschikbaar als oppervlaktewater.

De ontwatering van het plangebied vindt plaats via deze sloten, welke het water in zuidelijke richting afvoeren. Uiteindelijk komt het water uit bij gemaal Zuidwatering waar het wordt geloosd op de Westerschelde. Gezien het geringe oppervlak aan water in het plangebied zal het hemelwater dat in dit gebied valt zijn weg zoeken naar het grondwater of wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering.

In de kern komt wateroverlast weinig voor en is er nauwelijks risico voor inundatie. Als er water op straat optreedt, is dit het gevolg van onvoldoende mogelijkheden tot afvoer vanuit de riolering.

In het gemeentelijk milieubeleidsplan (2008) wordt op het beleidsterrein “Gemeentelijk water” gesproken over het maatschappelijk doel: “Het doel is te komen tot stedelijke watersystemen die duurzaam, gezond en veerkrachtig zijn”. Dit sluit ook aan bij de doelen die in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP, 2009) worden gesteld.

  • Het in hoge mate voorkomen van (water)overlast voor de gemeenschap;
  • Het voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewater, bodem, en grondwater;
  • Het beheersen van kosten voor rioleringszorg.

Eén van de speerpunten om dat te bereiken is het doorgaan met de afkoppelwerkzaamheden, wat moet leiden tot een afkoppelpercentage van circa 50% in 2050.

Riolering

Het rioleringsstelsel in Nieuwland voldoet aan de zogenaamde basisinspanning voor milieumaatregelen. De kern heeft grotendeels een gemengd rioolstelsel. Hierbij wordt het hemelwater tezamen met het afvalwater in één stelsel verwerkt. Vanwege de beoogde ontwikkeling aan de Quarleshavenstraat is dit deel van het plangebied en de straten er omheen voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. De Molenweg, in het zuidwesten van de kern, is voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Al het hiermee ingezamelde hemelwater wordt afhankelijk van de kwaliteit ofwel geloosd op het vuilwaterriool, ofwel via een filterconstructie, overstorten of vrije uitmondingen geloosd op in de buurt aanwezig oppervlaktewater.

Waterkwaliteit

Door het waterschap is in haar waterbeheersplan gesteld dat de kwaliteit van het grondwater minimaal voldoende moet zijn om de algemene ecologische functie te vervullen. Dit ecologische ambitieniveau is gedefinieerd als een zodanige toestand, dat zich in het watersysteem een normaal functionerend ecosysteem kan ontwikkelen. Voor het bebouwde gebied van de gemeente Middelburg is momenteel weinig inzicht in de bestaande waterkwaliteit. De gemeente heeft in het GRP opgenomen dat, nu sinds 2007 alle rioolstelsels voldoen aan de zogenaamde basisinspanning, de richtlijn voor de vuiluitwerp uit rioolstelsel, de komende planperiode het “waterkwaliteitsspoor” worden gevolgd. Hierbij zal worden geëvalueerd wat de effecten op het ontvangende oppervlaktewater zijn van de uitgevoerde maatregelen.

Waterkansenkaarten provincie Zeeland

In het kader van de afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld voor onder andere stedelijke functies. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. Aan deze kaart zijn voor het plangebied de volgende gegevens te ontlenen.

  • De ondergrond van Nieuwland bestaat uit lichte schor en plaatgronden.
  • De kern is weinig zettingsgevoelig.
  • In de gehele kern zijn ruime mogelijkheden tot infiltratie.
  • Het gebied staat niet onder invloed van zoute kwel.
  • In Nieuwland komt (zeer) geringe zoetwaterbelvorming voor.
  • De kern Nieuwland is zeer geschikt voor uitbreiding van de bebouwing.

Indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria1

Veiligheid

Het Waterschap Zeeuwse Eilanden heeft ingevolge de Waterschapswet de bevoegdheid om regels te stellen om zijn taak te kunnen uitoefenen. Een van de taken is de waterkeringszorg. De Keur Waterschap Zeeuwse Eilanden 2009 gaat zoveel mogelijk uit van één reglementeringsysteem voor alle waterkeringen. In Nieuwland zijn geen waterkeringen aanwezig.

Riolering

Bij vervanging van de riolering zal beoordeeld worden of de aanleg van een gescheiden stelsel mogelijk is uit het oogpunt van waterkwaliteit en -kwantiteit. Indien zich nieuwe ontwikkelingen in het plangebied voordoen, wordt een (verbeterd) gescheiden stelsel aangelegd.

Wateroverlast

Binnen het plangebied is geen wateroverlast bekend. Voor de beoogde ontwikkeling in de Quarleshavenstraat is reeds een buffercapaciteit voor hemelwater van voldoende omvang aangelegd.

Watervoorziening

Aanvulling van het grondwater met zoet water door middel van infiltratie in de bodem is gezien de bodemsamenstelling goed mogelijk.

Volksgezondheid

De wijze waarop nu met afval- en hemelwater wordt omgegaan levert enkel risico op voor de volksgezondheid bij riooloverstorten. De hiervoor nodige maatregelen worden uitgevoerd in het kader van het rioleringsplan. Er zijn ten aanzien van de overstorten geen problemen bekend.

Bodemdaling

Het gebied heeft een weinig zettingsgevoelige ondergrond. Er zullen ten aanzien van bodemdaling daarom bij ontwikkelingen geen grote risico's zijn.

Grondwateroverlast

Er is in de kern geen sprake van grondwateroverlast.

Oppervlaktewater

In het gebied is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig. Of de ruimte voor water voldoende is om op de steeds intensievere buien voorbereid te zijn, zal moeten blijken uit nadere onderzoeken. Nieuw verhard oppervlak moet gecompenseerd worden, door meer oppervlakte water of waterberging.

Grondwaterkwaliteit

De grondwaterkwaliteit levert op dit moment geen problemen op.

Verdroging

Toevoeging van hemelwater aan de bodem zal (wanneer dit voorkomt) de verdroging verminderen.

Natte natuur

Het gebied is niet verbonden met een gebied met de functie natte natuur.

Conclusie

Uit deze beschrijving van de waterhuishouding en de toetsing aan de richtlijnen en criteria komen geen directe consequenties naar voren voor de bestemmingsregeling van voorliggend plangebied. Voor wat betreft de eventuele mogelijke noodzaak aan extra ruimte voor water wordt opgemerkt dat binnen alle bestemmingen voorzieningen voor waterberging mogelijk zijn.