direct naar inhoud van 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Breeweg - 't Zand
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBRE-OH99

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient inzicht te worden gegeven in de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij zowel om de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de planvoorbereiding zijn betrokken alsook om de resultaten van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro.

5.2.1 Betrokkenheid burgers en maatschappelijke organisaties

Op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening en de Middelburgse inspraakverordening worden ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan betrokken.

Dit gebeurt op de manier zoals beschreven in de gemeentelijke Inspraakverordening. In deze verordening is bepaald dat de openbare voorbereidingsprocedure, geregeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing is. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan als gevolg van het wettelijk voorgeschreven vooroverleg aan diverse instanties verzonden.

De procedure ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan is als volgt verlopen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 25 juni 2009 tot en met 5 augustus 2009 ter inzage gelegen bij de vakbalie van de Dienst Ruimte in het Stadskantoor. Het plan was tijdens de genoemde periode tevens digitaal beschikbaar via de gemeentelijke website (www.middelburg.nl). De bekendmaking van deze terinzagelegging heeft plaatsgevonden in het huis-aan-huisblad De Faam van woensdag 24 juni 2009. Ook heeft bekendmaking plaatsgevonden via de gemeentelijke website.

Gedurende de termijn van terinzagelegging konden inspraakreacties mondeling of schriftelijk naar voren worden gebracht. Van deze mogelijkheid is door één persoon gebruik gemaakt.

Slager de Visser

Oude Koudekerkseweg 26

4335 CD Middelburg

  • 1. De heer de Visser somt een aantal bedrijven op die zijn gestopt, of waarvan het pand te koop staat. Het gaat om Bakkerij Steketee, Garage van Loo, J. de Visser & Zn, W. de Graaff. Hij geeft aan dat dit te maken heeft met de parkeerproblemen, slechte bereikbaarheid en door allerlei vernieuwingen aan straten.
  • 2. De heer de Visser geeft aan dat zijn pand te koop staat en verzoekt voor de toekomst een bestemming bedrijf, horeca of woningbouw toe te kennen.
  • 3. In het plan mist nog Apotheek Drogisterij 't Zand.

Reactie gemeente:

Ad. 1. Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Het voorontwerpbestemmingsplan voor 't Zand is een conserverend plan, waarin bestaande bestemmingen worden vastgelegd. Aan het feit dat winkels sluiten, om welke reden dan ook, kan met dit bestemmingsplan niets veranderd worden. Ook eventuele problemen met parkeren en bereikbaarheid kunnen met dit bestemmingsplan niet opgelost worden.

Ad 2. Het pand van de heer de Visser heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming "Detailhandel". Panden met deze bestemming zijn bestemd voor detailhandel en wonen.

Het toekennen van een bestemming horeca aan dit pand behoort niet tot de mogelijkheden. Een dergelijke ontwikkeling past niet binnen het gemeentelijk horecabeleidsplan.

Ook de vestiging van een bedrijf behoort niet zondermeer tot de mogelijkheden. Indien een potentiële koper een bedrijf wil vestigen dat niet binnen de bestemming past, kan een verzoek om ontheffing ingediend worden.

Ad 3. De apotheek/drogisterij is in het bestemmingsplan opgenomen met de bestemming "detailhandel".

5.2.2 Resultaten overleg ex artikel 3.1.1. Bro

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan in juni 2009 toegezonden aan de volgende organisaties/instanties, te weten:

  • Delta NV.
  • Stadsgewestelijke Brandweer.
  • KPN Vaste Net.
  • Rijkswaterstaat, directie Zeeland.
  • Waterschap Zeeuwse Eilanden.
  • Middelburgse Bedrijven Club.
  • Veiligheidsregio.
  • Kamer van Koophandel.
  • Regiopolitie Zeeland, district Walcheren.
  • Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
  • Connexxion.
  • Provinciale Commissie Omgevingsbeleid.

Een aantal organisaties heeft gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan. Hierna staan de reacties samengevat en beantwoord. Tevens is aangegeven of naar aanleiding van de reacties wijzigingen in het bestemmingsplan worden doorgevoerd.

1. Waterschap Zeeuwse Eilanden, Postbus 1000, 4330 ZW Middelburg

Het Waterschap geeft aan in te stemmen met het plan. Tevens wordt aangegeven dat de reactie beschouwd dient te worden als het wateradvies.

Reactie gemeente:

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

2. Veiligheidsregio, Postbus 8016, 4335 EA Middelburg

De paragraaf Externe Veiligheid omschrijft alleen de risicobronnen die in het gebied aanwezig zijn. Er wordt geen aandacht besteed aan bedrijven die buiten het plangebied liggen, maar waarvan het invloedsgebied binnen het plangebied zou kunnen vallen. Geadviseerd wordt in het plan aan te geven dat buiten het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn waarvan het invloedsgebied binnen het plangebied valt. Tenslotte onderschrijft de Veiligheidsregio de conclusies die ten aanzien van de risicobronnen zijn omschreven.

Reactie gemeente:

De paragraaf Externe Veiligheid zal aan de hand van de opmerkingen aangevuld worden.

KPN, Postbus 9095, 3007 AB Rotterdam

Verzocht wordt bij nadere uitwerking van het plan rekening te houden met de belangen van KPN. In hoofdlijnen bestaan die uit de volgende zaken:

  • 1. creëren van tracés aan beide zijde van straten in openbare grond;
  • 2. handhaven van bestaande tracés;
  • 3. vrijhouden van toegewezen tracés van bomen en beplanting;
  • 4. het in overleg beschikbaar stellen van ruimten voor het plaatsen van kabelverdeelkasten;
  • 5. tijdig betrekken van KPN bij (grootschalige) wijzigingen in de infrastructuur.

Reactie gemeente:

Het gaat hier om een consoliderend plan, waarbij bestaande bestemmingen worden vastgelegd. Bestaande tracés van KPN-kabels zijn niet zodanig groot, dat deze planologisch relevant zijn. Ze zijn daarom niet in het bestemmingsplan opgenomen.

In de reactie geeft KPN niet aan op welke locaties eventuele nieuwe kabelverdeelkasten nodig zouden zijn, zodat hiermee in het bestemmingsplan (nog) geen rekening gehouden kan worden.

4. Rijkswaterstaat, Postbus 18, 4335 JA Middelburg

Er zijn geen op- of aanmerkingen op het plan.

Reactie gemeente:

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

5. Provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water, Postbus 165, 4330 AD Middelburg

  • a. In het voorontwerpbestemmingsplan mist het onderdeel archeologie, zowel in de toelichting als de regels en plankaart.
  • b. Artikel 21.1 geeft alleen regels ten aanzien van bebouwing binnen de molenbiotoop. Op grond van de concept-Provinciale Ruimtelijke Verordening moeten ook regels ten aanzien van beplanting opgenomen worden.
  • c. Artikel 21.1.b2 geeft een ontheffingsmogelijkheid voor de hoogtebeperkingen van nieuwe bebouwing. Deze is in strijd met de concept-Provinciale Ruimtelijke Verordening.

Reactie gemeente:

  • a. Abusievelijk is inderdaad het onderwerp archeologie in het bestemmingsplan niet meegenomen. Dit zal alsnog worden toegevoegd.
  • b. De regels zullen worden aangepast.
  • c. De ontheffingsmogelijkheid zal uit de planregels worden geschrapt. Voor wat betreft het aanbrengen van beplanting binnen de molenbiotoop zullen de regels worden aangepast. Overigens verwijzen Gedeputeerde Staten ook op dit punt naar de Provinciale Ruimtelijke Verordening Zeeland. Het betreft hier slechts nog een ontwerp-verordening. Toetsing aan dit stuk is naar onze mening dan ook niet aan de orde.

6. Kamer van Koophandel Zuid-West Nederland, Postbus 3182, 4800 DD Breda

De Kamer van Koophandel doet een aantal suggesties om de regelgeving, vooral voor bedrijven, terug te dringen. Het gaat om de volgende suggesties:

  • a. geadviseerd wordt geen bebouwingspercentage op te nemen, zodat ondernemers maximale mogelijkheden hebben om het terrein in te vullen en de grond efficiënt kunnen gebruiken;
  • b. de maximale bouwhoogtes voor hoofdgebouwen en voor andere vormen van bebouwing variëren. Geadviseerd wordt te volstaan met één maximale bouwhoogte voor hoofdgebouwen en één maximum hoogte voor andere vormen van bebouwing;
  • c. maximale oppervlakten van aan- en bijgebouwen;
  • d. bepalingen over de afstanden tussen gebouwen onderling en tussen gebouwen en perceelsgrens zijn onnodig beperkend;
  • e. het gebruik van woningen voor bedrijf of beroep aan huis is beperkt tot die activiteiten, die niet onder de Wet Milieubeheer vallen. Geadviseerd wordt dit te verruimen naar de categorieën A en B1 van de gehanteerde Staat van Bedrijfsactiviteiten “functiemenging”;
  • f. het bestemmingsplan bevat regels die ook in andere wetgeving geregeld zijn, bijvoorbeeld in de welstandsnota of in het bouwbesluit. Voorgesteld wordt alleen die zaken te regelen die ruimtelijk relevant zijn;
  • g. de algemene wijzigings- en ontheffingsbevoegdheden zouden in het bestemmingsplan rechtstreeks toegestaan moeten worden, dit scheelt veel procedures en biedt de ondernemer meer flexibiliteit.

Reactie gemeente:

  • a. Slechts voor enkele percelen binnen dit plangebied is een bebouwingspercentage opgenomen. Voor de overige percelen is op de plankaart een bouwblok aangegeven, wat bebouwd mag worden. Voor het gedeelte van een perceel dat als 'erf' is aangeduid geldt een beperking in bebouwingsmogelijkheden. 't Zand is met name een woongebied, waarbij naast de belangen van ondernemers ook de belangen van de omwonenden meegewogen moeten worden. Het zou in het voordeel kunnen zijn voor een ondernemer om zondermeer zijn gehele perceel vol te kunnen bouwen. Echter voor de omwonenden zitten daaraan veel nadelen, zoals beperking van zon, privacy etc. Wij vinden het vanuit een ruimtelijk perspectief daarom ongewenst om voor alle percelen zondermeer een bebouwingspercentage van 100% toe te staan.
  • b. Bestemmingsplan 't Zand is vooral een consoliderend plan. De bestaande situatie, die deze wijk kenmerkt, wordt vastgelegd. Bij die bestaande situatie hoort ook het vastleggen van de bestaande bouwhoogtes. Wij hechten er aan deze diversiteit en karakteristiek van de wijk voor de toekomst te behouden. Wij vinden het daarom ruimtelijk niet acceptabel om voor alle panden in 't Zand een gelijke hoogte voor hoofd- en bijgebouwen te hanteren.
  • c. Niet aangegeven wordt, met welke punt van de maximale oppervlakten van hoofd- en bijgebouwen niet ingestemd kan worden, zodat wij op dit punt niet nader kunnen ingaan.
  • d. Bestemmingsplan 't Zand is vooral een consoliderend plan. De bestaande situatie, die deze wijk kenmerkt, wordt vastgelegd. Bij die bestaande situatie hoort ook het vastleggen van de bestaande afstanden van panden tot de perceelsgrens of de afstanden van gebouwen onderling. Daarmee wordt ook voor de komende jaren de diversiteit in de wijk gegarandeerd. Wij hechten er aan deze diversiteit en karakteristiek van de wijk voor de toekomst te behouden.
  • e. In geval van bedrijven die als beroep aan huis uitgeoefend kunnen worden, gaat het om bedrijven, die voor de omgeving weinig overlast met zich meebrengen. Daarnaast is het de bedoeling dat de woonfunctie als hoofdfunctie gehanteerd blijft. Bedrijven die vallen onder de Wet Milieubeheer brengen een vorm van overlast voor omwonenden met zich mee. Wij zijn van mening dat het ongewenst is om dergelijke bedrijfsvormen als beroep-aan-huis toe te staan.
  • f. Niet aangegeven wordt welke zaken in dit bestemmingsplan dubbel geregeld zouden zijn. De regels die met betrekking tot bouwen zijn opgenomen, zijn regels die te maken hebben met de ruimtelijke uitstraling van een perceel. Zo is de regel dat de voorgevel van een bijgebouw ten minste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw moet liggen, opgenomen om de verhouding tussen hoofd- en bijgebouw zichtbaar te houden. Ook de afstand tot de perceelsgrens heeft bijvoorbeeld invloed op de ruimtelijke uitstraling van een perceel.
  • g. Ook bij toepassen van de algemene ontheffings- en wijzigingsregels moet een belangenafweging plaatsvinden. De belangen van omwonenden kunnen door toepassing van deze algemene regels geschaad worden. Wij willen de mogelijkheid behouden om deze belangenafweging toe te passen. Om deze reden zullen wij de mogelijkheden uit de algemene ontheffings- en wijzigingsregels niet zondermeer toegestaan.