direct naar inhoud van Artikel 32 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

Artikel 32 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Beschermd Stadsgezicht aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - mede bestemd voor beschermd stadsgezicht en daarmee voor het behoud en / of herstel van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische, (historische-) stedenbouwkundige en (historisch-) architectonische waarden in verband met de ligging binnen het beschermd stadsgezicht Noordweg (in de zin van artikel 35 van de Monumentenwet).

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de grenzen van het 'beschermd stadsgezicht' gelden voor hoofdgebouwen die als monument of beeldbepalend pand zijn aangeduid in de monumentenlijst in bijlage 4:

32.2.1 Situering

Bij het bouwen mag de situering, vorm en afmetingen van gebouwen niet afwijken van de situatie, zoals die bestond op de dag van de terinzagelegging van het plan.

32.2.2 Daken

Binnen het gebied zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de hoofdgebouwen moeten worden afgedekt met een schuine kap waarvan de hellingshoek ten minste 40° en ten hoogste 60° bedraagt;
  • b. de bijgebouwen moeten worden afgedekt met een schuine kap waarvan de hellingshoek ten minste 20° en ten hoogste 60° bedraagt;
  • c. de bouwlijn van de daken mag niet afwijken van de noklijnen zoals die bestonden op de dag van de terinzagelegging van het plan.
32.2.3 Materialen en kleuren

Binnen het gebied zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de uitwendige onderdelen van de gebouwen mogen uitsluitend worden uitgevoerd in natuurlijke materialen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden uitgevoerd in baksteen, hardsteen, zandsteen, kalksteen, hout, pleisterwerk of metaal;
  • c. pleisterwerk mag uitsluitend worden uitgevoerd in de kleuren wit, grijs of crème;
  • d. verfwerk van gebouwen mag uitsluitend plaatsvinden met dekkende verven waarbij dient te worden aangesloten bij de kleuren zoals die bestonden op de dag van de terinzagelegging van het plan.
32.3 Ontheffing van de bouwregels
32.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 32.2 leden 1 tot en met 3 indien en voor zover geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel verzekerd is van het historisch en ruimtelijk karakter van het beschermd gezicht en nadat de Monumentencommissie om advies is gevraagd; bij toepassing van deze regels volgen burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in artikel 39 lid 1.

32.3.2 Uitzondering beschermde monumenten

Het bepaalde in lid 32.3.1 is niet van toepassing voor beschermde monumenten;

32.4 Aanlegvergunning
32.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de in het lid 32.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het wegnemen of veranderen van stoepen, alsmede het wijzigen van de wegindeling;
  • b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het dempen van aanwezige waterlopen;
  • d. het slopen van bouwwerken anders dan ter uitvoering van een bouwplan waar voor bouwvergunning is verleend;
  • e. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • f. het verwijderen, kappen of rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting.
32.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod, zoals in lid 32.4.1 bedoeld is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bij het van toepassing zijn van de Monumentenwet;
  • c. voor het aanbrengen van maximaal 20 m2 verharding per bouwperceel op gronden zonder bouwvlak en op gronden met de bestemming Tuin.
32.4.3 Voorwaarde voor aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden, zoals in lid 32.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel is verzekerd van het historisch en ruimtelijk karakter van het beschermd stadsgezicht en nadat de monumentencommissie om advies is gevraagd.