Plan: | Sportvelden Vroonlandseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.sportveldenkapelle-VAST |
aspect/kader | beoordelingsaspect | afweging | ||
Bodemkwaliteit | ||||
Besluit Bodemkwaliteit | Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor de beoogde functie. Functie mag geen bedreiging vormen voor de bodemkwaliteit. | Gelet op het doel van voorliggend bestemmingsplan, primair actualisering, is geen bodemonderzoek verricht. Van belang daarbij is dat het bestemmingsplan geen functiewijziging mogelijk maakt en dat in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning aangetoond dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. |
||
Archeologie | ||||
Archeologiebeleid gemeente Kapelle | Is er sprake van een verwachtingswaarde op de gronden? |
Analyse
Het plangebied is op basis van de maatregelenkaart in lagen, kaartlaag 1 (Walcheren) gelegen binnen een gebied met de aanduiding maatregelencategorie 4. Binnen deze maatregelencategorie zijn bouwwerken en werkzaamheden tot 250 m² en maximaal 40 cm diepte vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Toetsing en onderzoek De voorgenomen werkzaamheden beslaan een kleiner oppervlak. Dit betekent dat verplaatsing van de lichtmasten vrijgesteld is van archeologisch onderzoek. Conclusie Op basis van de maatregelencategorie 4 is een dubbelbestemming Waarde- Archeologie - 2 toegekend aan het gebied. |
||
Cultuurhistorie | ||||
Zijn er cultuurhistorische waarden? | In het plangebied zijn geen specfieke cultuurhistorische waarden aanwezig. Het betreft een modern sportcomplex. Conclusie Er is ten aanzien van het aspect cultuurhistorie geen specifieke regeling nodig in het voorliggende bestemmingsplan. |
|||
Kabels en leidingen | Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningslijnen in de directe omgeving aanwezig? | In het gebied bevinden zich geen planologisch relevante leidingen. Conclusie Het aspect kabels en leidingen vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. |
||
Ecologie | ||||
Natuurbescherm- ingswet 1998 |
Is er sprake van significant negatieve effecten? |
De locatie vormt geen onderdeel van een beschermd natuurgebied, zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Ook ontbreken provinciale ecologische verbindingszones en andere onderdelen van de provinciale ecologische hoofdstructuur op de locatie. Conclusie De aanvraag van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet is niet aan de orde. |
||
Flora- en faunawet |
Is er sprake van aantasting,veront- rusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voort- plantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen? |
Het plangebied is nu in gebruik als sportcomplex. Op grond van een veldbezoek op 18 april 2012 door ir. J.J. van den Berg, wordt het volgende geconcludeerd. Er zijn geen beschermde planten aanwezig, wel broedvogels, kleine zoogdieren en in de groenstroken algemene soorten amfibieën. Er vinden geen veranderingen ten aanzien van de groenstructuren plaats. De lichtmasten worden geplaatst en verplaatst aan de randen van de sportvelden. De voorgenomen grondwerkzaamheden en het (ver)plaatsen van (nieuwe) lichtmasten, leiden mogelijk tot verstoring en / of aantasting van beschermde soorten zoals de kleine zoogdieren, amfibieën en broedvogels. De zoogdieren en amfibieën die in het plangebied voorkomen zijn algemene soorten, die staan vermeld op tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Broedvogels mogen niet worden verstoord. Dit kan door de werkzaamheden buiten het broedseizoen (broedseizoen is van 15 maart t / m 15 juli) op te starten of door minimaal 20 meter rond een nest geen werkzaamheden uit te voeren. Conclusie Voor de ontwikkeling is geen ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet vereist. |
||
Water | ||||
Watertoets | Wateroverlast: Voldoende ruimte voor vasthouden/bergen/afvoeren van water. Per m2 verharding 75 mm berging. |
Verplaatsing en plaatsing van (nieuwe) lichtmasten leidt niet tot een significante toename van verharding. | ||
Riolering: Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken i.v.m. reductie hydraulische belasting RWZI en transportsysteem met beperken overstorten. Rekening houden met (eventuele benodigde filter)ruimte daarvoor. |
Het huidige systeem wordt niet aangepast. | |||
Volksgezondheid: - Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte. - Geen gebruik uitlogende materialen. |
Er is geen oppervlaktewater aanwezig op het perceel. Er wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen. |
|||
Bodemdaling: Voorkómen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken. |
Het huidige systeem wordt niet aangepast. | |||
Oppervlakte- waterkwaliteit: Behoud/Realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit voor mens en natuur. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. |
Het huidige systeem wordt niet aangepast. Er zijn geen veranderingen voorzien. | |||
Onderhoud waterlopen: Onderhoudsmogelijk heden waterlopen niet belemmeren. |
Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied. | |||
Wateradvies | Het wateradvies is toegevoegd in bijlage 4. Conclusie Water vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. |
|||
Relatie met omliggende (bedrijfs)functies | ||||
Bedrijfs- milieuzonering VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering 2009' |
Is er sprake van/voor hinder van (bedrijfs) functies in de omgeving van de ontwikkeling? En zo ja, wordt voldaan aan de richtafstanden? |
Voor een sportcomplex dient op grond van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009) tussen een veldsportcomplex (met verlichting) (sbi 9261.2) en nieuwe milieugevoelige functies (waaronder wonen) een richtafstand van circa 50 meter te worden aangehouden. Belangrijke milieuaspecten zijn geluid, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder afkomstig van de lichtmasten. De richtafstand volgt mede uit het gebruik in de avonduren dat door de verlichting mogelijk is. Er wordt niet voldaan aan de algemene richtafstand ten opzichte van de bestaande woningen aan de Vroonlandseweg. Deze kortste afstand bedraagt namelijk 30 tot 40 meter. Er wordt eveneens niet voldaan aan de algemene richtafstand ten opzichte van de woning aan de Dankerseweg. De kortste afstand bedraagt 38 m. Ten aanzien van het voorgaande geldt het volgende. De afstanden die in de brochure worden aanbevolen, gelden in beginsel tussen de perceelsgrens van deze activiteit en de gevel van een woning die is gelegen in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype. Indien de omgeving is aan te merken als gemengd gebied, kunnen de richtafstanden volgens de brochure met één afstandsstap worden verlaagd, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Dit betekent dat bij die omgeving voor milieuactiviteiten die vallen onder categorie 3.1, zoals een veldsportcomplex (met verlichting), een afstand van 30 m gehanteerd kan worden. Onder gemengd gebied wordt in de brochure verstaan: "Een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.". Ten aanzien van het bestemmingsplan Sportvelden Vroonlandseweg is op basis van het voorgaande sprake van een gemengd gebiedstype. Het veldsportcomplex en omliggende woningen zijn gesitueerd aan de Vroonlandseweg, die deel uitmaakt van het hoofdwegennet van de gemeente. Voorts bevinden zich langs de Vroonlandseweg diverse andere sportieve en recreatieve functies (zwembad, tennis). Woningen Vroonlandseweg Met een kortste afstand van 30 tot 40 meter wordt voldaan aan de richtafstand voor gemengd gebied. Dankerseweg Ten opzichte van het trainingsveld van de voetbalvereniging wordt voldaan aan de richtafstand; de afstand tot de bestemming Sport bedraagt circa 60 meter en daarmee ruim 30 meter meer dan de aanbevolen richtafstand. Ten opzichte van het veld van de korfbalvereniging wordt eveneens voldaan aan de richtafstand. De minimale afstand tot de korfbalvelden bedraagt, overeenkomstig de akte van levering, circa 38 meter. Hiermee wordt eveneens ruim voldaan aan de aanbevolen richtafstand. Lichtonderzoek Er is voor de verplaatsing van de lichtmasten onderzoek verricht naar lichthinder (zie paragraaf 1.4 en bijlage 3) Voor plaatsing van de lichtmasten op het korfbalcomplex is reeds eerder, bij aanleg ervan, onderzoek verricht zie bijlagen 5 en 6). Geconcludeerd is dat geen sprake is van lichthinder voor omwonenden. Het is derhalve aanvaardbaar dat uitgegaan wordt van een gebiedstype gemengd gebied en de daar bij behorende kortere richtafstanden. Stemgeluid en gebruik sportcomplex Aan het stemgeluid van bezoekers op een open terrein en het geluid van de sportbeoefenaars wordt geen geluidsnorm gesteld. Het gebruik van de sportvelden zal niet wijzigen. De ruimtelijke enscenering (gemengd gebied met diverse recreatieve functies) ter plaatse maakt dat het huidige gebruik kan worden voortgezet. Conclusie Er kan gemotiveerd worden afgeweken van de richtafstanden voor sportaccommodaties, omdat sprake is van een gemengd gebied. Lichthinderonderzoek heeft aangetoond dat geen sprake is van hinder voor de omgeving. Milieu vormt geen belemmering voor vaststelling van dit plan. |
||
Externe veiligheid | ||||
Bevi-inrichtingen Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor, buisleiding en en water. |
Zijn er Bevi-inrichtingen in de directe omgeving, wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico en liggen er relevante leidingstroken in het plangebied? |
Er zijn geen buisleidingen voor transport van risicovolle stoffen nabij het plangebied. Ten noorden van het sportcomplex ligt het zwembad. Dit zwembad beschikt over een ammoniakopslag. De spoorlijn Roosendaal - Vlissingen bevindt zich op circa 240 meter. Er zijn geen veranderingen voorzien ten aanzien van het gebruik die leiden tot een groter aantal aanwezige personen. Er is derhalve geen sprake van een toename van het groepsrisico. Conclusie Externe veiligheid is geen belemmering. |
||
Wegverkeers- lawaai |
||||
Wet geluidhinder | Bedraagt de geluidsbelasting op de gevels minder dan 48 dB? Wordt bij een eventuele overschrijding de uiterste grenswaarde van 63 dB overschreden, |
Een sportcomplex wordt door de Wet geluidhinder niet als geluidsgevoelige functie aangemerkt. Daarom is geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. Conclusie De Wgh staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg. |
||
Luchtkwaliteit | ||||
Wet Luchtkwaliteit |
Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit? |
Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Het verplaatsen en plaatsen van enkele nieuwe lichtmasten leidt niet tot een significante toename van het verkeer. Berekeningen zijn daarom achterwege gelaten. Geconcludeerd is dat in niet betekende mate (NIBM) wordt bijgedragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Conclusie Voldaan wordt aan de Wet luchtkwaliteit. |