direct naar inhoud van 5.10 Archeologie
Plan: Kapelle Kapelle-Biezelinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.KapBiez-vast

5.10 Archeologie

AMK en IKAW
In aansluiting op het verdrag van Malta streeft de provincie Zeeland naar een versterking van de relatie ruimtelijke ordening en archeologie. Concreet betekent dit dat de bescherming van het archeologisch erfgoed vastgelegd dient te worden en dat bij ruimtelijke afwegingen rekening gehouden wordt met archeologische kaarten.

Ter effectuering van dit beleid zijn de Archeologische monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) door Gedeputeerde Staten in mei 2001 vastgesteld als toetsingskader bij beoordeling van ruimtelijke plannen en projecten.

Op de AMK zijn de kernen van Kapelle en Biezelinge aangemerkt als kernen met een hoge archeologische waarde. De terreinen van Slot Bruëlis, Kasteel Pronkenburg, Slot Poucques en Huis Gistellis zijn aangemerkt als terreinen van hoge archeologische waarde. Het terrein van Slot Maalstede is aangemerkt als terrein van zeer hoge archeologische waarde. Dergelijke gebieden kunnen elementen bevatten die op grond van kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde behoudenswaardig zijn. Bescherming van deze potentiële archeologische waarden is gewenst. Concreet betekent dit dat daar waar ingrijpende wijzigingen in het plan zijn voorzien archeologisch onderzoek noodzakelijk is.

Op de IKAW staan de gebieden aangegeven waar sprake is van een trefkans of verwachtingswaarde op archeologische resten in de bodem. Het plangebied staat op de kaart aangegeven als gebied waar sprake is van een middelhoge tot hoge trefkans. Derhalve moet bij (omvangrijke) bouwplannen in dit gebied rekening worden gehouden met archeologisch onderzoek.

Gemeentelijk archeologiebeleid
Eind 2006 is het verdrag van Valletta (ook bekend als het verdrag van Malta) verankerd in Nederlandse wetgeving, door wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten. De nieuwe wet legt een duidelijke relatie tussen de zorg voor archeologie en de ruimtelijke ordening, waardoor gemeenten een belangrijke rol krijgen in de zorg voor archeologisch erfgoed. Binnen Zeeland wordt door een aantal gemeenten, waaronder Kapelle, samengewerkt om te komen tot archeologiebeleid. Naar verwachting zal in de loop van het jaar 2007 het archeologiebeleid worden ontwikkeld. Hierbij moet een balans worden gevonden tussen het belang van de archeologie en de plaats daarvan binnen het algemeen maatschappelijk belang. Zodra duidelijkheid is omtrent het gemeentelijk archeologiebeleid zal hieraan nader aandacht worden besteed.

Vooruitlopend op het gemeentelijk archeologiebeleid is op grond van rijks- en provinciaal beleid reeds duidelijk dat geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is wanneer:

  • aangetoond is dat geen archeologische (verwachtings)waarden aanwezig zijn;
  • werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd;
  • het te verstoren oppervlak niet groter is dan 100 m², tenzij het een terrein is dat op de AMK Zeeland is gewaardeerd als een terrein met hoge of zeer hoge archeologische waarde;
  • indien het te verstoren oppervlak groter is dan 100 m² maar werkzaamheden niet dieper worden uitgevoerd dan 30 cm onder het maaiveld;
  • herbouw met dezelfde afmetingen en dezelfde maat funderingen (horizontaal en verticaal) als het oorspronkelijke bouwwerk;
  • werkzaamheden worden uitgevoerd op een terrein dat op de AMK Zeeland is gewaardeerd als een terrein met hoge of zeer hoge archeologische waarde voor zover het te verstoren oppervlak niet groter is dan 30 m²of werkzaamheden niet dieper worden uitgevoerd dan 30 cm onder het maaiveld.

Uit het op te stellen archeologiebeleid zal moeten blijken of op basis van beargumenteerde keuzes van bovenstaande maten en afmetingen kan worden afgeweken.

Voor het woningbouwgebied Overtieringe, dat nu is opgenomen in dit bestemmingsplan, heeft reeds archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Uit dit onderzoek is gebleken dat geen behoudenswaardige archeologische (verwachtings)waarden aanwezig zijn binnen dit plangebied. Voor dit deel geldt dus dat geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is.