direct naar inhoud van Voorschriften
Plan: De Tuinen van Appeltern
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.TuinenvanAppeltern-BOH1

Voorschriften

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.1 In deze voorschriften wordt verstaan onder:

het plan

het bestemmingsplan “De Tuinen van Appeltern” van de gemeenten West Maas en Waal en Druten, vervat in de plankaart en bijbehorende verklaring met tekeningnummer 10267d en deze voorschriften en bijbehorende bijlage(n);

aan huis gebonden beroep

een beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;

aanlegvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

ander-werk

  • a. een werk, geen bouwwerk zijnde;
  • b. een werkzaamheid;

arrangement

een georganiseerd en samenhangend geheel van activiteiten en zaken dat veelal wordt aangeboden aan (groepen van) personen;

bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

bestemmingsvlak

een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde bestemming;

bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;

bijeenkomst/congres/symposium

een ontmoeting van een groep personen op een bepaalde plaats en op een bepaald tijdstip met een specifiek doel;

bijgebouw

een vrijstaand dan wel aangebouwd gebouw, behorend bij en in bouwkundig opzicht ondergeschikt aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;

bouwgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die ingevolge deze voorschriften door bepaalde bouwwerken niet mag worden overschreden, behoudens de in of krachtens deze voorschriften toegestane overschrijdingen;

bouwmarkt

detailhandel gericht op het aanbieden van bouw- en doe-het-zelf produkten uit voorraad zowel aan vakman als particulier;

bouwvlak

een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven waarop ingevolge deze voorschriften bepaalde bouwwerken zijn toegestaan;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

cursus

een eenmalige les of een reeks van lessen gericht op het vergaren van kennis op een bepaald gebied;

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;

ecologische verbindingszone

stroken en stukjes natuur die de vaak verspreid liggende natuurgebieden met elkaar verbinden;

entertainment/vermaak

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;

gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, en zonder de mogelijkheid van logies;

landschapswaarden

de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht;

lichte horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;

model 'kamsalamander'

Het model 'kamsalamander' is een inrichtingsmodel voor de inrichting van de ecologische verbindingszone, waarbij de aanleg van open water, open ruimten en kleinschalige landschapselementen de belangrijkste inrichtingseisen zijn om voor amfibieën een geschikt leefgebied te kunnen creëren;

nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 15, eerste lid sub b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

ondergeschikte detailhandel

beperkte, op de eindgebruiker gerichte detailhandel die functioneel direct verband houdt met (een) andere in de voorschriften genoemde (hoofd)functie(s);

ondergeschikte horeca

beperkte, op de eindgebruiker gerichte horeca die functioneel direct verband houdt met (een) andere in de voorschriften genoemde (hoofd)functie(s);

(openbaar) evenement/publieksevenement

een tijdelijke, al dan niet op openbaar terrein uitgevoerde activiteit, bedoeld om publiek te trekken, al dan niet met bijbehorende tijdelijke voorzieningen;

overnachtingfaciliteit

een faciliteit, al dan niet in de vorm van een onderkomen, die gericht is op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting;

partycentrum

regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen;

peil

het peil volgens de bouwverordening dan wel, indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening kan worden bepaald, de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwterrein;

pretpark

een park met betaalde toegang, gericht op amusement met kermis-, gok- en geavanceerde, bewegende speelvoorzieningen of andere soortgelijke attractievoorzieningen;

prostitutiebedrijf

een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;

seks- en/of pornobedrijf

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

tentoonstelling

het tijdelijk ter bezichtiging openstellen van zaken die betrekking hebben op een bepaald thema;

tuincentrum

een bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak gericht op detailhandel in artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen;

voorstelling

het (laten) vertonen van een voorstelling, bijvoorbeeld een toneelstuk of een show;

vrijstelling

een vrijstelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid sub a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een huishouden;

zelfstandige detailhandel

detailhandel, niet zijnde ondergeschikte detailhandel;

zelfstandige horeca

horeca, niet zijnde ondergeschikte horeca;

zware horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een bar-dancing, discotheek, partycentrum of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.2 In deze voorschriften wordt mede verstaan onder:

gebruiken

het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

uitvoeren

het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

goothoogte van een bouwwerk

van het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeiboord of een daaraan gelijk te stellen constructiedeel;

hoogte van een bouwwerk

van het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met dien verstande dat voor wat betreft gebouwen daarbij niet worden meegerekend antennes, schoorstenen, balkonhekken en andere ondergeschikte (dak)opbouwen;

oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en /of projecties en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en op het peil;

inhoud van een gebouw

tussen de buitenwerkse gevelvlakken, de harten van scheidsmuren, de dakvlakken en boven de begane grondvloer.

Hoofdstuk 2 Bepalingen bij de bestemmingen

Artikel 3 Beschrijving in hoofdlijnen

3.1 algemeen

De aan de gronden toegekende bestemmingen met bijbehorende doeleinden zullen met het plan worden nagestreefd op de wijze zoals hierna in hoofdlijnen is beschreven.

3.2 status

De beschrijving in hoofdlijnen wordt gebruikt:

  • om te beoordelen of het feitelijke en/of beoogde gebruik in overeenstemming is met het toegestane gebruik;
  • voor het beoordelen van aanvragen om bouwvergunning;
  • voor het beoordelen van aanvragen om vrijstelling te verlenen;
  • bij de beslissing om toepassing te geven aan een wijzigingsbevoegdheid;
  • bij de beslissing om nadere eisen te stellen.
3.3 doelstelling

Het doel van De Tuinen van Appeltern is het exploiteren van een educatief, wetenschappelijk en onderhoudend voorlichtingsconcept over de inrichting van tuinen en parken en de verblijfsfunctie voor de gebruikers van tuinen en parken, inclusief alle daarop van invloed zijnde factoren zoals wonen, gezondheid, natuur en milieu.

Aan de educatieve en onderhoudende functie wordt inhoud gegeven in een groene omgeving met parkelementen, tuinen, landschappelijke onderdelen, nature-art, pleinen en paviljoens. In de tuinen, gebouwen en paviljoens worden ook op het tuingebruik en de tuinbeleving van invloed zijnde factoren ingepast. Deze functie wordt ondersteund met gerelateerde, ondergeschikte activiteiten zoals horeca, detailhandel, cursussen, evenementen en vermaak.

3.4 uitgangspunten
3.4.1 algemeen
  • alle in het plangebied te realiseren voorzieningen en uit te oefenen activiteiten dienen naar aard en omvang in relatie te staan tot en te zijn afgestemd op de thematiek van de informatietuinen;
  • met het doel van de informatietuinen strookt geen ontwikkeling naar een pretpark;
  • bij de inrichting van de Informatietuinen dient voldoende rekening te worden gehouden met de landschappelijke kwaliteiten in de omgeving; en waar mogelijk moet dit leiden tot een versterking hiervan;
  • er dient rekening te worden gehouden met de kwaliteiten van de bestaande ruimtelijke zonering in de omgeving van Appeltern. Het contrast kern, landgoed, lintbebouwing Walstraat dient te worden behouden. Vanaf de Noord Zuid is de beleving van de kern Appeltern en landgoed Appeltern duidelijk aanwezig. De openheid ten noorden van de kern Appeltern en het landgoed Appeltern dienen te worden gerespecteerd;

3.4.2 functionele uitgangspunten

  • a. horeca

Horecavoorzieningen ter ondersteuning van de informatietuinen (lees ondergeschikt aan de hoofdfunctie) zijn op het hele terrein mogelijk. Absolute randvoorwaarde daarbij is dat de horecafunctie een directe relatie heeft met de informatietuinen, dat wil zeggen, naar aard en omvang in relatie staat tot en is afgestemd op de thematiek van de informatietuinen. Zelfstandige horeca is niet toegestaan.

  • b. detailhandel

Detailhandel als ondergeschikt aan de functie informatietuinen is toegestaan. Absolute randvoorwaarde daarbij is dat de detailhandel een directe relatie heeft met de informatietuinen, dat wil zeggen, naar aard en omvang in relatie staat tot en is afgestemd op de thematiek van de informatietuinen. Zelfstandige detailhandel is niet toegestaan. Met het doel van de informatietuinen strookt geen ontwikkeling naar een tuincentrum of bouwmarkt.

  • c. evenementen

Aan de informatietuinen gerelateerde evenementen, waaronder begrepen vakcongressen, symposia, tuinbeurzen, tentoonstellingen, cursussen en voorstellingen zijn toegestaan. Absolute randvoorwaarde daarbij is dat deze evenementen een directe relatie hebben met de informatietuinen, dat wil zeggen, naar aard en omvang in relatie staan tot en zijn afgestemd op de thematiek van de informatietuinen. Openbare evenementen zonder directe relatie met de informatietuinen, zoals optredens van artiesten en evenementen/bijeenkomsten van derden, zijn niet toegestaan.

3.4.3 bebouwing

Ten aanzien van de realisatie van nieuwe bebouwing in het gebied worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • tussen de verspreide bebouwing langs de Walstraat/Mekkersteeg is verdichting mogelijk mits voldoende afstand tussen de naastgelegen gebouwen in acht wordt genomen;
  • de oriëntatie van de bebouwing dient gericht te zijn op de Mekkersteeg, waarbij de afstand tot deze weg in verhouding staat tot die van de bestaande bebouwing;
  • bebouwing dient dusdanig gesitueerd te worden dat het onlosmakelijk een (visueel en functioneel samenhangende) schakel vormt binnen de Informatietuinen;
  • bebouwing dient op een zorgvuldige manier te worden ingepast in het landschap.
  • Naast grootschalige gebouwen, zoals een entreegebouw, is ruimte voor de realisatie van meerdere verspreid gesitueerde kleinschalige gebouwen (paviljoens). Deze kunnen multifunctioneel worden gebruikt en gebouwd, waarbij in ieder geval is toegestaan:
  • cursus-, congres-, demonstratie-, informatie- en expositieruimte;
  • voorbeeldwoningen (niet voor bewoning bestemd);
  • tuinhuisjes, tuinkassen;
  • volières en andere huisvesting voor kleine huisdieren;
  • ondersteunende horeca- en detailhandelvoorzieningen;
  • ontvangstruimten, kassa's, kiosken en sanitaire voorzieningen;
  • kantoor- en vergaderruimte;
  • bergings-, stallings- en opslagruimte;
  • speelvoorzieningen.

De nieuwe bebouwing dient in onderlinge samenhang te worden gerealiseerd. In termen van oppervlakteconcentratie wordt erin voorzien, dat in deelgebied 2 een entreegebouw van 8.000 m2 wordt gerealiseerd. De overige 7.000 m2 (incl. de bestaande bebouwing) wordt verspreid over de deelgebieden 1, 4, 5 en 6 (in totaal circa 17 ha) mogelijk gemaakt.

De bebouwing wordt geconcentreerd in de deelgebieden 1 en 2. In deelgebied 1 wordt de bebouwing geconcentreerd nabij de bestaande bebouwing. In het huidige bestemmingsplan is 5.250 m2 (en een dienstwoning) toegestaan. Met de huidige toegestane bebouwing en het entreegebouw komt het totaal aan bebouwing dat extra wordt toegestaan in dit bestemmingsplan op 1.750 m2. Een schetsplan is in de toelichting toegevoegd, waarop de indicatieve verdeling van bebouwing en functies over het plangebied zijn aangegeven.

De totale bebouwde oppervlakte zowel binnen als buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 15.000 m2.

3.4.4 landschap en natuur

Bij de inrichting van het gebied dient een ecologische verbindingszone langs de Nieuwe Wetering te worden gerealiseerd. Daarbij dient het inrichtingsmodel 'kamsalamander' als uitgangspunt. Elementen die in het inrichtingsmodel 'kamsalamander' worden nagestreefd zijn drasbermen, vochtig (schraal)grasland, ruigtes, struwelen en kleine bosschages. Poelen vormen hierbinnen belangrijke stapstenen, gelegen in een vochtige graslandomgeving met randen die overgaan in ruigtes, struwelen en bosschages. Samen met de kamsalamander kunnen andere soorten, zoals kikkers (hei- en boomkikker), ringslang en diverse vlindersoorten van deze ecologische inrichting profiteren.

Met name voor deelgebieden 1, 4 en 5 speelt de ontwikkeling van de ecologische verbindingszone. Binnen de planontwikkeling voor uitbreiding van de Tuinen wordt geprobeerd aan bovenstaande kwalificaties zo optimaal mogelijk invulling te geven.

Op het huidige, reeds ingerichte terrein aan de noordzijde van de wetering ligt een grote waterpartij. Deze aaneengesloten vijverpartij is enkele jaren geleden aangelegd en heeft een grote aantrekkingskracht op diverse diersoorten. De waterpartij maakt deel uit van het tuinencomplex, maar wordt desondanks goed bezocht door watervogels. Ook de natuurlijke vegetatie ontwikkelt zich. In de huidige vorm voldoet het grotendeels aan de eisen die amfibieën aan hun leefomgeving stellen.

Beperkingen zijn er vanuit de bestaande bebouwde- en intensief gebruikte ruimte van de Tuinen. Het bestaande deel van de Tuinen behoudt grotendeels zijn huidige bestemming en valt derhalve onder normaal onderhoud.

Een strook ten noorden en zuiden van de wetering, van gemiddeld 20 meter breed, zal worden benut voor de aanleg van een corridor en ondergeschikt voor de Tuinen. Deze strook kan voor een groot deel ter hoogte van het gebied rondom het voormalige polderdepot aanzienlijk worden verbreed. Het nieuw te ontwikkelen gebied langs de wetering heeft een lengte van ruim 250 meter. De corridor zal voor een deel ook worden benut als stapsteen. In deelgebied 5 zal een oppervlakte van nog eens 0,8 hectare worden benut voor de inrichting van de stapsteen. Hierbij kan een relatie worden gelegd met de te realiseren retentievoorziening.

Gezien de beoogde breedte van de natuurlijke inrichting van minimaal 20 meter en mogelijk zelfs meer dan 50 meter, kan in combinatie met de reeds bestaande waterpartij en de te realiseren stapsteen in deelgebied 5, aan de minimale eisen van een stapsteen binnen het model 'kamsalamander' (minimaal 1 ha, tenminste 2.000 m2 open water) worden voldaan. In zijn totaliteit zal 2 hectare worden benut ten behoeve van de ontwikkeling van de stapsteen en de corridor.

De gronden langs de wetering waar de ecologische verbindingszone tot ontwikkeling wordt gebracht hebben de passende bestemming "natuur" gekregen met daaraan ondergeschikt informatietuinen. Voor deelgebied 5 is binnen de bestemming “informatietuinen” geregeld, dat een minimale oppervlakte van 0,8 hectare moet worden benut ten behoeve van de aanleg van de ecologische verbindingszone, conform het model 'kamsalamander'.

3.5 deelgebieden

De beschrijving in hoofdlijnen is gekoppeld aan een gebiedsindeling. Per gebied worden de mogelijkheden voor ontwikkeling geschetst. De deelgebieden zijn op de plankaart aangegeven.De volgende deelgebieden worden onderscheiden:

  • deelgebied 1: het middengebied;
  • deelgebied 2: het entreegebied;
  • deelgebied 3: het parkeerterrein;
  • deelgebied 4: uitbreiding zuidzijde;
  • deelgebied 5: uitbreiding noordzijde;
  • deelgebied 6: uitbreiding langere termijn.

3.5.1 deelgebied 1 (het middengebied)

In dit deelgebied staat consolidatie van de huidige situatie (lees 2003) voorop. Een beperkt aantal kleinschalige ontwikkelingen zijn toegestaan, te weten:

  • verbouw van de woning tot kantoorruimte en informatieruimte;
  • aanleg van routes naar twee, nog te realiseren bruggen, over de Nieuwe Wetering;
  • de realisatie van extra paviljoens;
  • het omvormen van de huidige personeelsparkeerplaats tot tuinen;
  • realisering van een horecavoorziening ondersteunend aan de functie informatietuinen;
  • gedeeltelijke ommuring.

3.5.2 deelgebied 2 (het entreegebied)

In dit deelgebied wordt een entreegebouw waarin verschillende functies worden ondergebracht gerealiseerd. Uitgangspunt is dat het entreegebouw passend is in het landschap en geen overheersende werking heeft. Een relatie van het gebouw met de omgeving is noodzakelijk. Het gebouw zal een kasachtige uitstraling moeten hebben.

Delen van het entreegebouw kunnen worden gebruikt als ontvangst-, verblijfs- en tentoonstellingsruimte, met de daarbij behorende horecafuncties.

3.5.3 deelgebied 3 (het parkeerterrein)

Het parkeerterrein dient landschappelijk te worden ingepast. Het parkeerterrein wordt voor gemotoriseerd verkeer van bezoekers alleen ontsloten vanaf de Zuidweg via een nieuwe ontsluitingsweg. Voor wat betreft het profiel moet worden voldaan aan het profiel op de plankaart. Daarnaast is het parkeerterrein bereikbaar voor intern transport via de Mekkersteeg.

3.5.4 deelgebied 4 (uitbreiding zuidzijde)

In dit deelgebied wordt gestreefd naar uitbreiding van de Informatietuinen conform het huidige tuinenconcept. Uitgangspunt is dat de bebouwing (waaronder paviljoens) zoveel mogelijk geconcentreerd wordt rond het grondgebied van de huidige informatietuinen (deelgebied 1). Hoe verder van de Nieuwe Wetering af hoe extensiever de bebouwing en hoe natuurlijker de terreininrichting. De Tuut heeft alleen een functie voor intern transport voor de informatietuinen en zal geen openbare ontsluitingsfunctie voor de informatietuinen krijgen. De verbinding met de huidige informatietuinen vindt plaats door de aanleg van twee bruggen over de Nieuwe Wetering.

3.5.5 deelgebied 5 (uitbreiding noordzijde)

In dit deelgebied kan uitbreiding plaatsvinden van het huidige tuinenconcept en verbreding van het huidige tuinaanbod en introductie van nieuwe tuinvormen en een evenemententerrein waar kortlopende presentaties van voorbeeldtuinen plaatsvinden. De activiteiten op het evenemententerrein dienen een directe relatie te hebben met de Tuinen.

De bebouwing dient zoveel mogelijk geconcentreerd te worden rond deelgebied 1.

3.5.6 deelgebied 6 (uitbreiding langere termijn)

In dit deelgebied kan op langere termijn uitbreiding plaatsvinden van het huidige tuinenconcept en verbreding van het huidige tuinaanbod en introductie van nieuwe tuinvormen en een presentatieterrein waar kortlopende presentaties van voorbeeldtuinen plaatsvinden. Uitgangspunt is uitsluitend kleinschalige bebouwing op zeer beperkte schaal mogelijk is. De Tuut heeft alleen een functie voor intern transport voor de informatietuinen en zal geen openbare ontsluitingsfunctie voor de informatietuinen krijgen.

Het ontwikkelen van deelgebied 6 is pas mogelijk nadat uitvoering is gegeven aan de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Voorwaarde bij de uitbreiding op langere termijn is dat het totale grondoppervlak van de informatietuinen niet meer mag bedragen dan 24 ha.

Artikel 4 Informatietuinen

4.1 doeleinden
4.1.1

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "informatietuinen" zijn bestemd voor:

  • a. toeristische, educatieve en wetenschappelijke doeleinden gebaseerd op tuinen en parken;
  • b. ondergeschikte horeca;
  • c. ondergeschikte detailhandel;
  • d. één dienstwoning;
  • e. een retentievoorziening ten behoeve van de waterhuishouding en waterberging met een oppervlakte van minimaal 6.794 m2;

met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden, waaronder ontsluitings- en parkeervoorzieningen, groen en water;

4.1.2

minimaal 8.000 m2 in deelgebied 5 dient te worden ingericht conform het model 'kamsalamander.

4.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen bedraagt maximaal 15.000 m2;
  • b. ten aanzien van deelgebied 1 (het middengebied):
    • 1. binnen het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 3.000 m2;
    • 2. de hoogte en goothoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 9 m respectievelijk 6 m;
    • 3. buiten het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 500 m2 en met per gebouw een oppervlakte van maximaal 250 m2;
    • 4. de afstand van de gebouwen buiten het bouwvlak tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 25 m;
    • 5. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 6 m;
    • 6. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
      • voor erfscheidingen: 3 m;
      • voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: 6 m;
  • c. ten aanzien van deelgebied 2 (het entreegebied):
    • 1. binnen het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 8.000 m2;
    • 2. de hoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 10 m;
    • 3. onverminderd het bepaalde in sub 1 is buiten het bouwvlak één bijgebouw toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 200 m2 en een afstand tot de bestemmingsgrens aan de oostzijde van het deelgebied, voor zover grenzend aan de bestemming "A-watergang", van minimaal 5 m;
    • 4. de hoogte van het gebouw als bedoeld in sub 3 bedraagt maximaal 6 m;
    • 5. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
      • voor erfafscheidingen: 3 m;
      • voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: 6 m;
  • d. ten aanzien van deelgebied 3 (het parkeerterrein)
    • 1. binnen het bouwvlak is één dienstwoning toegestaan met een inhoud van maximaal 600 m3, een hoogte van maximaal 9 m en een goothoogte van maximaal 6 m;
    • 2. naast de dienstwoning zijn binnen het bouwvlak gebouwen ten behoeve van opslag toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van 500 m2;
    • 3. buiten het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 100 m2;
    • 4. de afstand van de gebouwen buiten het bouwvlak tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 25 m;
    • 5. de hoogte van de gebouwen, met uitzondering van de dienstwoning, bedraagt maximaal 6 m;
    • 6. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
      • voor erfafscheidingen: 3 m;
      • voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: 6 m;
  • e. ten aanzien van deelgebied 4 (uitbreiding zuidzijde)
    • 1. binnen het bouwvlak zijn gebouwen toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 1.500 m2 en met per gebouw een oppervlakte van maximaal 250 m2;
    • 2. de hoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 5 m;
    • 3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  • f. ten aanzien van deelgebied 5 (uitbreiding noordzijde)
    • 1. gebouwen zijn toegestaan met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal 1.200 m2 en met per gebouw een oppervlakte van maximaal 250 m2;
    • 2. de afstand van de gebouwen tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 25 m;
    • 3. de hoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 8 m;
    • 4. minimaal 8.000 m2 dient ontwikkeld te worden conform het model 'kamsalamander';
    • 5. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
      • voor erfafscheidingen: 3 m;
      • voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: 6 m.
  • g. onverminderd het bepaalde ten aanzien van deelgebieden 1 tot en met 5 geldt met betrekking tot gebouwen als tuinhuisjes en kassen geldt dat deze zowel binnen als buiten de bouwvlakken mogen worden gebouwd, met het inachtneming van het bepaalde onder a.
4.3 nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een bouwvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen te stellen aan de situering en maatvoering van gebouwen, voorzover zulks nodig is om:

  • beter aan te sluiten bij de doelstellingen en uitgangspunten die zijn omschreven in de beschrijving in hoofdlijnen;
  • de aanwezige landschapswaarden van het omringende gebied te beschermen;
  • een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

Artikel 5 Agrarisch gebied met landschapswaarden

5.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "agrarisch gebied met landschapswaarden" zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
  • b. watergangen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • c. medegebruik voor extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.

5.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 2 m.
5.3 aanlegvergunning
5.3.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het vellen en rooien van houtgewas;
  • het aanleggen van ondergrondse leidingen.
5.3.2

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

5.3.3

Geen aanlegvergunning is vereist voor:

  • a. andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. andere-werken, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
5.4 wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor wat betreft het wijzigen van de bestemming “agrarische gebied met landschapswaarden” in de bestemming “informatietuinen”, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 3) dient in acht te worden genomen;
  • b. het bedrijf dat de bestemming “informatietuinen” zal gaan verwezenlijken dient de betreffende gronden privaatrechtelijk in eigendom te hebben;
  • c. vanuit ruimtelijk- en milieuhygiënisch oogpunt dient voldoende afstand te worden aangehouden tot het nabij gelegen bosgebied, nabij gelegen woningen en de nabij gelegen agrarische bedrijven en andere functies;
  • d. de totale oppervlakte van de informatietuinen mag niet meer bedragen dan 24 hectare;
  • e. de totale bebouwde oppervlakte van de gebouwen bedraagt maximaal 1.000 m2 en met per gebouw een maximale oppervlakte van 500 m2;
  • f. de afstand van gebouwen tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 25 m;
  • g. de hoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 6 m;
  • h. de hoogte van gebouwen, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  • i. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
    • 1. dat bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
    • 2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht;
    • 3. dat het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

Artikel 6 Verkeer

6.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "verkeer" zijn bestemd voor:

  • a. verkeersdoeleinden met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden;
  • b. de ontsluiting van de informatietuinen voor bezoekers met gemotoriseerd verkeer uitsluitend daar waar dit op de plankaart als zodanig is aangegeven.
6.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 8 m.

Artikel 7 Groensingel

7.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "groensingel" zijn bestemd voor opgaande en afschermende beplanting.

7.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, in de vorm van terreinomheiningen bedraagt maximaal 2 m.

Artikel 8 A-watergang

8.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "A-watergang" zijn bestemd voor:

  • a. A-watergangen;
  • b. bruggen, met inachtneming van het volgende:
    • 1. toegestaan zijn de als zodanig op de plankaart aangegeven bruggen, en
    • 2. voor zover de bestemming grenst aan een of meerdere deelgebieden uit de bestemming "informatietuinen" is per strook watergang met een lengte van 50 m één brug toegestaan;

met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.

8.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 8.11 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 2 m, met dien verstande dat de hoogte van bruggen maximaal 4 m mag bedragen.

Artikel 9 Natuur

9.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "natuur" zijn bestemd voor:

  • a. ontwikkeling en instandhouding van een ecologische verbindingszone volgens het model 'kamsalamander';
  • b. de ontwikkeling en het behoud van natuurwetenschappelijke waarden;
  • c. toeristische, educatieve en wetenschappelijke doeleinden gebaseerd op tuinen en parken;
  • d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • e. extensieve dagrecreatie;
  • f. ontwikkeling aanloop- en oversteekroutes, inclusief bruggen;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.

9.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 9.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 2 m.
9.3 aanlegvergunning
9.3.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het ontgronden, vergraven, afgraven, diepploegen, woelen en mengen van gronden vanaf een diepte van meer dan 0,30 m en het ophogen van gronden tot een hoogte van meer dan 0,50 m;
  • het aanleggen van nieuwe wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen met een breedte van meer dan 2 m en het verbreden van bestaande wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen met meer dan 10%;
  • het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden over een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2 en het verwijderen van beplantingen, het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen over een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2;
  • het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen en de aanplant van niet-gebiedseigen vegetatie.
9.3.2

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

9.3.3

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

Hoofdstuk 3 Bepalingen bij de dubbelbestemmingen

Artikel 10 Beheers- en beschermingszone watergang

10.1 doeleinden

De op de plankaart voor "beheers- en beschermingszone watergang" aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het beheer en de bescherming van de watergang, met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

10.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 10.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 2 m, met dien verstande dat de hoogte van bruggen maximaal 4 m mag bedragen.
10.3 vrijstelling
10.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 10.2, voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften.

10.3.2

Een vrijstelling als bedoeld in artikel 10.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de watergang.

10.4 aanlegvergunning
10.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 10.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen.
10.4.2

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

10.4.3

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de watergang.

10.4.4

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, die behoren tot het normale onderhoud en beheer;
  • b. andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.

Artikel 11 Straalverbinding

11.1 doeleinden

De op de plankaart voor "straalverbinding" aangewezen gronden zijn mede bestemd voor een straalverbinding.

11.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, mag op de in artikel 11.1 bedoelde gronden niet hoger worden gebouwd dan de op de plankaart aangegeven hoogte ten opzichte van NAP.

11.3 vrijstelling
11.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 11.2, voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften.

11.3.2

Een vrijstelling als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van de beheerder van de straalverbinding.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen

Artikel 12 Algemene gebruiksbepaling

12.1

Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).

12.2

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 12.1 wordt in elk geval verstaan:

  • a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor:
    • 1. zelfstandige detailhandel;
    • 2. zelfstandige en/of zware horeca;
    • 3. (openbare) evenementen/publieksevenementen die niet verband houden met het bepaalde in artikel 4.1 (zoals optredens van artiesten en evenementen/bijeenkomsten van derden);
    • 4. het bieden van overnachtingfaciliteiten;
  • d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel een prostitutiebedrijf.
12.3

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in artikel 12.2 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 13 Algemene vrijstelling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in het plan voor:

  • a. het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, hoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken, eventueel met overschrijding van de bouwgrenzen, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in deze voorschriften voorgeschreven afmetingen en afstanden;
  • b. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende reden zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt;
  • c. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de plankaart, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt.

Artikel 14 Dubbeltelbepaling

Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning en waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 15 Overgangsbepalingen voor bouwwerken

15.1

Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat dan wel nadien wordt gebouwd of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en dat afwijkt van het plan, mag gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd.

15.2

Bij een gedeeltelijke vernieuwing en/of verandering als bedoeld in artikel 15.1 mag geen nieuwe afwijking van het plan ontstaan noch mag een bestaande afwijking naar de aard en de omvang worden vergroot.

15.3

Een bouwwerk als bedoeld in artikel 15.1, dat tenietgaat door een calamiteit mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 15.1, geheel worden vernieuwd, mits:

  • a. de aanvraag om bouwvergunning of de melding wordt ontvangen binnen 1 jaar na de datum waarop de calamiteit zich heeft voorgedaan;
  • b. de bouwgrens aan de wegzijde zo mogelijk in acht wordt genomen.
15.4

Het bepaalde in artikel 15.1 en 15.3 is niet van toepassing ingeval van onteigening krachtens de wet, mits de gemeenteraad een onteigeningsbesluit heeft genomen vóór de datum waarop de aanvraag om bouwvergunning of de melding wordt ontvangen.

15.5

Het bepaalde in artikel 15.1 en 15.3 is niet van toepassing op een bouwwerk dat is gebouwd in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

Artikel 16 Overgangsbepalingen voor gebruik

16.1

Het gebruik van gronden en bouwwerken, dat bestaat op het tijdstip waarop het plan van kracht wordt en dat afwijkt van het plan, mag worden voortgezet en/of veranderd, mits het veranderde gebruik naar de aard niet in meerdere mate afwijkt van het plan.

16.2

Het bepaalde in artikel 16.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 17 Procedurebepaling

17.1

Een besluit omtrent het verlenen van vrijstelling wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken aan burgemeester en wethouders.

17.2

Op de voorbereiding van een besluit omtrent wijziging van het plan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 18 Strafbare feiten

Overtreding van het verbod gesteld in de artikelen 5.3.1, 9.3.1, 10.4.1, 12.1 en 16.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 20 van de Wet op de economische delicten.

Artikel 19 Titel

Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan “De Tuinen van Appeltern” van de gemeenten West Maas en Waal en Druten.